Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zending in een gebroken wereld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending in een gebroken wereld

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De honderden zendelingen die in 1910 het eerste wereldzendingscongres in Edinburgh bijwoonden, hadden één ding gemeen: een sterk gevoel van urgentie om het Evangelie in de niet-christelijke wereld te brengen.

Volgens Wout van Laar moeten christenen zich afvragen of er anno 2010 niet opnieuw sprake is van zo'n Kairosmoment. "Het zou jammer zijn als latere generaties van ons zouden zeggen dat we de kansen niet hebben gegrepen."

Nog een paar maanden is Van Laar directeur van de Nederlandse Zendingsraad (NZR), een landelijk platform voor protestantse en oud-katholieke kerken en organisaties op het gebied van zending. Eind dit jaar gaat hij met pensioen. Maar eerst is er nog het eeuwfeest van de wereldzendingsconferentie van 1910, begin juni in Edinburgh.

Van Laar, oud-zendingspredikant in Chili, zal in de Schotse hoofdstad een workshop geven over het internationale project "Mission Today", waarbij hij op uitnodiging van de Wereldbond van Hervormde en Gereformeerde Kerken (WARC) betrokken is. In dit project delen christenen uit Argentinië, Kameroen en Nederland hun ervaringen over hoe christenen op het grondvlak van de kerken van het geloof in Jezus Christus getuigen. "Het opmerkelijke is", zegt Van Laar, "dat in deze verschillende landen het besef groeit dat christenen elkaar nodig hebben. Kerkmuren worden steeds poreuzer en Evangelieverkondiging is vooral een zaak van het grondvlak. We moeten de georganiseerde zending niet onderschatten, maar de Geest werkt vaak door beddingen die wij niet graven. En daarvoor schakelt Hij gewone mannen, vrouwen en kinderen in."

Wat heeft de eerste wereldzendingsconferentie in Edinburgh opgeleverd?

"Meer dan 1200 zendingsmensen uit Europa en Noord-Amerika kwamen bijeen om met meer eenheid de niet-westerse wereld met het Evangelie te bereiken. Voor het eerst werd iets zichtbaar van een mondiale samenwerking tussen verschillende zendingsorganisaties. Met alle beschikbare middelen wilde men het werk van zending effectief organiseren en tot een gezamenlijke strategie komen.

De verslagen over de zendingsconferentie weerspiegelen een enorme passie onder de deelnemers. De verwachtingen waren hooggespannen en de door God gegeven kansen moesten worden benut. Het besef om samen dienstbaar te zijn aan deze wereld - daarvan kunnen we veel leren."

Misschien staan we nu opnieuw op zo'n drempel.

"Dat moeten we ons zeker afvragen. Het zou bijzonder jammer zijn als latere generaties van ons zouden zeggen dat we de kansen niet gegrepen hebben. We kunnen wel zeggen dat de deelnemers aan de zendingsconferentie in 1910 naïef waren in hun koloniale opvatting dat het Koninkrijk van God vanuit het Westen zomaar over de wereld zou schuiven, maar wij moeten ons afvragen wat ¾nze blinde vlekken zijn."

En waar liggen die blinde vlekken volgens u?

"Ik denk dat westerse christenen zich te weinig bewust zijn van het feit dat ze deel uitmaken van een "world wide web" van kerken, waarin de rijkdom van ontelbare tradities en culturen is samengebracht. Wij mogen de wereld laten zien dat in het lichaam van Christus, Die het Hoofd is, etnische tegenstellingen zijn overbrugd. Zo kan de kerk hoop bieden in een verharde, gebroken wereld, waarin de vreemdeling wordt buitengesloten.

Een belangrijke motivatie voor zending is altijd de grote opdracht in Mattheüs 28 geweest. Bevrijdingstheologen baseerden zich vooral op Lukas 4, waarin Jezus zegt dat Hij is gezonden om de armen het Evangelie te verkondigen en gevangenen vrijlating te prediken. Misschien moeten we in de 21e eeuw wat meer kijken naar de Efezebrief: het kruis van Christus is de plaats waar verzoening en vrede te vinden zijn. Het gaat hier om de relatie met God, maar ook om de verhouding tussen mensen onderling. De scheidingsmuur tussen joden en heidenen is afgebroken. Het kruis brengt mensen uit alle culturen samen in één lichaam, met Christus als Hoofd. De onnaspeurlijke rijkdom van God en de liefde van Christus kun je niet in je eentje bevatten."

Welk beeld levert honderd jaar wereldzending op?

"De belangrijkste ontwikkeling in de twintigste eeuw is de ongekende groei van het niet-westerse christendom. Inmiddels woont bijna twee derde van alle christenen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië. In 1910 werd Christus vooral met Europa en Noord-Amerika geassocieerd, in 2010 is hij de Christus van de hele wereld geworden. Er is geen land ter wereld of je vindt er wel ergens een christelijke gemeenschap.

Het raamwerk van de zending veranderde in honderd jaar tijd totaal. Traditioneel ging de beweging van noord naar zuid, van rijk naar arm en van de centra van de macht naar de periferie. Nu zien we het omgekeerde. Afrikaanse en Koreaanse zendelingen zwerven uit over de hele aardbol. En vooral: juist in niet-westerse gebieden zoals China ontdekken miljoenen mensen zonder tussenkomst van buitenlandse zendelingen de bevrijdende kracht van het Evangelie."

Dat er nu zendelingen uit Afrika, Zuid-Amerika en Azië naar de "geestelijke Sahara" van Europa komen, moet westerse christenen bescheiden maken, vindt Van Laar. "De secularisatie van Europa doet ons pijn, maar wereldwijd gezien bloeit de kerk als nooit tevoren. Het mag ons bemoedigen dat Gods werk doorgaat, vaak buiten westerse organisatiestructuren om."

Het is volgens de NZR-directeur opvallend dat het Evangelie vooral wortel schiet op plaatsen waar mensen in armoede en onrecht leven. "De keerzijde van materiële welvaart en vermeende zekerheden is het gevaar dat we onze afhankelijkheid van en ons vertrouwen op God verliezen. De kerk in het Westen heeft zich te veel aan de wereld geconformeerd; daardoor weet ze steeds minder wat het betekent om Christus na te volgen."

Wat betekent dat voor christenen in Nederland?

"Het gaat erom de radicaliteit van de navolging te herontdekken. Het is goed om als christelijke minderheid een toontje lager te zingen in het koor van de wereldkerk. Christenen uit verschillende culturen moeten elkaar opzoeken, leren kennen en herkennen in het lichaam van Christus. Dan kan er -en dat was ook de droom van Edinburgh- een gezamenlijk getuigenis uitgaan. Laten we leren minder op onze plannen en schema's te vertrouwen en ons meer laten leiden door de Geest van God. Al in het boek Handelingen blijkt dat de kerk er steeds weer van moet worden overtuigd om de Geest te volgen in Zijn onnavolgbare gang door de wereld."

>>refdag.nl/edinburgh


Edinburgh 1910

Dinsdag 14 juni 1910. Ruim 1215 zendelingen wonen in Edinburgh de plechtige openingszitting bij van de eerste wereldzendingsconferentie. De verwachtingen zijn hooggespannen: binnen één generatie zal het Evangelie in heel de niet-christelijke wereld worden gebracht. Randall Davidson, aartsbisschop van Canterbury, houdt het voor mogelijk dat "sommigen van hen die hier staan de dood niet zullen smaken totdat zij -hier op aarde en op een wijze die wij niet kennen- het Koninkrijk van God zullen hebben zien komen met kracht."

Al voor de opening werd de conferentie als historisch gezien. Voorzitter John Mott -een Amerikaanse methodist die gevormd was in de internationale evangelische studentenbeweging- geloofde dat God de politieke, economische en religieuze ontwikkelingen zo had geleid dat alle deuren openstonden voor het Evangelie. Het vertrouwen in de ideologische en financiële macht van het christendom was ongekend groot. Nu was het tijd om de zendingslegers te mobiliseren en de kwade krachten van het heidendom, die buiten de grenzen van het westerse christendom regeerden, te verslaan. De triomf van het christendom leek ophanden.

De deelnemers aan de conferentie in Edinburgh wilden het zendingswerk effectief organiseren en tot een gezamenlijke strategie komen. Op de agenda stonden verschillende thema's: het brengen van het Evangelie in de niet-christelijke wereld, de kerk op het zendingsveld, zending en overheid, en samenwerking en eenheid. Commissies stelden rapporten op, die de afgevaardigden vervolgens tijdens de plenaire vergadering bespraken.

Toch was de eerste wereldzendingsconferentie beperkter dan de naam doet vermoeden. Het was in de eerste plaats een protestantse bijeenkomst. De 1215 officiële afgevaardigden -1008 mannen en 207 vrouwen- behoorden allemaal tot protestantse zendingsorganisaties uit Noord-Amerika, Europa en de Europese koloniën. Slechts 19 deelnemers kwamen uit de niet-westerse wereld (en van hen waren er 18 afkomstig uit Azië).

Eén zwarte Afrikaan woonde de wereldzendingsconferentie bij: Mark C. Hayford uit Ghana. Zijn naam komt echter niet op de officiële deelnemerslijst voort. Westerse christenen zagen de inwoners van Afrika als primitief en kinderlijk en het was bovendien de vraag of ze überhaupt wel "religie" kenden.

In Edinburgh waren ook geen deelnemers uit Latijns-Amerika, het Caraïbisch gebied en de eilanden in de Stille Oceaan. Deze plaatsen behoorden volgens de organisatoren van de zendingsconferentie al tot het "grondgebied van het christendom", dus daar hoefden ook geen zendelingen heen. Na lange discussies besloot men ook geen bekeerlingen te maken in gebieden waar rooms-katholieke en orthodoxe christenen woonden.

De conferentiedeelnemers zagen vooral veel mogelijkheden voor zending in Azië. De grote beschavingen van dit werelddeel zouden op de drempel staan van een grote omwenteling. Maar van de weinige aanwezige Aziaten werd niet echt verwacht dat zij een eigen bijdrage zouden kunnen leveren.

Dat het gezicht van het christendom in de twintigste eeuw wereldwijd onherkenbaar veranderde, was echter niet aan "Edinburgh" of aan de westerse zendingsorganisaties te danken. Volgens de Schotse kerkhistoricus Brian Stanley kwam die verandering vooral tot stand door "inheemse voorgangers, profeten, catecheten en evangelisten, mannen en vrouwen die weinig of geen toegang hadden tot de zendingshoofdkwartieren en de rijkdom van dollars en ponden die de zendingsmachinerie draaiende hielden; in plaats daarvan hadden zij eenvoudig hun vertrouwen gezet op de transformerende kracht van de Geest en het Woord."


Edinburgh 2010

Een eeuw na "Edinburgh 1910" vindt er in de Schotse hoofdstad opnieuw een wereldzendingsconferentie plaats. Van 2 tot 6 juni zullen zo'n 250 afgevaardigden van protestantse, rooms-katholieke en orthodoxe kerken en zendingsorganisaties uit heel de wereld bijeenkomen voor de herdenking van de eerste conferentie.

De afgevaardigden zullen zich ook bezinnen op het thema "Getuigen van Jezus Christus vandaag". Daarvoor hebben acht voorbereidende commissies een negental thema's uitgekozen, die volgens hen van belang zijn voor de zending in de 21e eeuw: de grondslagen van zending, christelijke zending onder andere godsdiensten, postmoderniteit, macht, vormen van missionair engagement, theologisch onderwijs, christelijke gemeenschappen in de hedendaagse context, eenheid en spiritualiteit en discipelschap.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 mei 2010

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Zending in een gebroken wereld

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 mei 2010

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's