Vroege vogels met betwiste afkomst
Gevederde dinosauriër met kunst en vliegwerk in elkaar gelijmd
De meeste wetenschappers verdedigden tot voor kort de opvatting dat vogels afstammen van uitgestorven reptielen: "Ze zijn de laatst overgebleven dinosauriërs." Recent onderzoek zet dat idee echter op losse schroeven.
De vondst van de Archaeopteryx lithographica in 1861 in een leisteengroeve bij het Duitse Solnhofen stimuleert Charles Darwin tot een theorie omtrent de afstamming van vogels. Hij beschrijft de archaeopteryx -de zogenaamde London Species- in de vierde editie van zijn "Origin of Species" als "een vreemde vogel met een hagedisachtige staart, met een paar veren aan elk gewricht en vleugels met twee klauwen." De beroemde Britse wetenschapper Thomas Huxley interpreteert de archaeopteryx in 1868 als een tussenvorm met reptielachtige eigenschappen.
De 'primitieve' vogel vult al gauw het gat tussen dinosauriërs en 'moderne' vogels. "De ontdekking van de eerste exemplaren van de archaeopteryx kwamen overeen met de verwachtingen van de darwinisten en heeft een ongeëvenaarde invloed op de wetenschappelijke gemeenschap gehad", zegt dr. Gunter Viohl, curator van het Juramuseum in het Duitse Eichstõtt, in het boek "Evolution. The Grand Experiment" (Carl Werner, 2007, ISBN 978 089 221 6819, ? 13,95).
Problematische chronologie
Sommige hedendaagse wetenschappers veronderstellen dat de archaeopteryx een hybride is die nog bepaalde dinosauriërachtige eigenschappen bezit: zoals onder meer een dinosauriërstaart, een geschubde reptielachtige kop en klauwen aan de vleugels.
De claim dat de fossiele vogel een halve dinosauriër zou zijn, wordt echter niet door iedereen gedeeld. "Het ontbreken van veerafdrukken op en rond de kop, betekent niet dat die daar niet gezeten hebben. Kleine en fijne veren blijven vaak niet geconserveerd bij fossielen", stelt dr. Peter Wellnhofer, paleontoloog aan de Bayerische Staatssammlung für Palõontologie in München. Zijn boek "Archaeopteryx. Der Urvogel von Solnhofen" (2008, ISBN 978 389 937 0768, ? 78,00) geeft een nauwkeurige beschrijving van alle bekende archaeopteryxtypen. Daarnaast had de vogel een volledig ontwikkelde verentooi en was hij in staat om te vliegen als een hedendaagse vogel, aldus Viohl.
Moderne reconstructies, zoals die van het Chicago Field Museum, geven de archaeopteryx een gewone gevederde kop en een uiterlijk als hedendaagse vogels. De lange staart is daarvoor geen belemmering.
Klauwen aan de vleugels zijn evenmin uniek voor 'moderne' vogels. Zo heeft een struisvogel klauwen aan zijn vleugels en een jonge hoatzin, een hoenderachtige uit Zuid-Amerika, ook.
De meeste wetenschappers zitten op de lijn dat de archaeopteryx afstamt van dinosauriërs. Ze hebben daarbij tweebenige vleesetende soorten als de velociraptor, de deinonychus en de compsognathus op het oog, omdat die een vergelijkbare lichaamsbouw zouden hebben.
Dat geeft echter grote problemen voor de chronologie. Zo wordt de leeftijd van de archaeopteryx en de compsognathus geschat op 150 miljoen jaar, die van de deinonychus op 93 tot 119 miljoen jaar en zou de velociraptor 73 tot 80 miljoen jaar oud zijn. Grootmoeder kan niet afstammen van haar kleindochter.
Bovendien behoren deze soorten dinosauriërs tot de Saurichia, die hagedisheupen hebben, en niet tot de Ornithischia, die over vogelheupen beschikken. "We weten op basis van de huidige kennis niet van welke dinosauriër de vogels afstammen", concludeert Viohl.
Dino met veren
In de Chinese provincie Liaoning duiken sinds midden jaren 90 van de vorige eeuw met enige regelmaat fossielen van gevederde dinosauriërs op. Volgens sommige wetenschappers het bewijs dat vogels afstammen van dinosauriërs. Anderen, onder wie Wellnhofer, zijn sceptisch. "Zijn dit dinosauriërs met veren? Een andere mogelijkheid is dat dit geen dinosauriërs zijn, maar primitieve vogels." En dat is niet het enige probleem met deze fossielen.
Hij beschrijft waarom de Chinese gevederde fossielen niet konden vliegen. Hij ziet dat aan de structuur van de veren. Die is symmetrisch zoals bij een struisvogel en een emoe, terwijl een vliegende vogel asymmetrische veren bezit.
De archaeopteryx, die wel kon vliegen, is volgens de gangbare datering zelfs ouder dan de gevederde dinosauriërs, die gedateerd worden op 125 miljoen jaar oud. "De dinosauriërs uit China zijn niet de voorouders van de vogels. Er is geen bewijs voor oudere dinosauriërs met veren", meent Viohl.
Toch hebben paleontologen in 2008 in de Chinese provincie Jianchang een gevederde dinosauriër gevonden die ouder is dan de archaeopteryx, de zogenaamde Anchiornis huxleyi. In het wetenschappelijke tijdschrift Nature van vorige maand meldden ze dat deze tussen de 161 en de 151 miljoen jaar oud is.
Een complicatie is dat de anchiornis symmetrische veren aan alle vier de poten heeft. Hij kon niet vliegen en de veren moeten in de weg hebben gezeten bij het lopen, denkt ontdekker en paleontoloog Xu Xing van de universiteit van Peking. "Het is erg verwarrend. Je komt nogal ongebruikelijke kenmerken tegen als je dicht bij de overgang van dinosauriër naar vogel bent."
Ook evolutiebioloog Alan Feduccia, van de universiteit van North Carolina, duizelt het inmiddels. "Het is een gecompliceerde puzzel, die laat zien hoe wazig de verschillen in de evolutiestamboom zijn tussen dinosauriërs en vogels."
Samenraapsel
Schokkender is dat de echtheid van Chinese fossielen ter discussie staat. Dr. Timothy Rowe, hoogleraar biologie en geologie aan de universiteit van Texas, analyseert in 2000 enkele daarvan met een CT-scan. Een armbot dat in een onnatuurlijke positie lag, wekt aanvankelijk zijn argwaan.
De röntgenbeelden laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Rowe treft in de steen met resten van de confuciusornis (vogel van Confucius) splinters roestvast staal, specie, ingesloten luchtbellen en verf aan.
"Alleen door met de scanner te kijken, kon ik zien dat het opgebouwd was uit drie lagen. Twee daarvan waren natuurlijk, de bovenste laag was echter gemaakt door mensen."
Rowe publiceert in Nature in 2001 een ander geval van fraude. Het betreft een fossiel van Archaeoraptor liaoningensis, een fossiel met een ongewoon grote reptielenstaart en -vreemd genoeg- twee identieke voeten. Het maakt deel uit van de privéverzameling van de Amerikaan Stephan Czerkas, eigenaar van het dinosauriërmuseum in Utah. Het versteende dier lijkt een perfect exemplaar dat half dinosaurus, half vogel is.
Onder de CT-scan ontdekt Rowe dat de toplaag van het fossiel is opgebouwd uit 88 stukjes: 23 stukje van een vogel (Yanornis martini), 26 stukjes van een ander dier en nog 39 stukjes die, voor het blote oog onzichtbaar, met specie aan elkaar gelijmd zijn. De staart is afkomstig van een microraptor, een kleine dinosauriër, een zogeheten dromaeosauriër.
Officieel weet niemand wie dit samenraapsel op z'n geweten heeft. Er zijn echter wel vermoedens. "Dit fossiel is waarschijnlijk in elkaar gezet door een Chinese boer, die zijn fossiel completer wilde maken zodat hij hem voor een hogere prijs kon verkopen", aldus dr. Zhonghe Zhou, hoogleraar paleontologie aan de universiteit van Peking, in The Independent van 2002. Hij publiceerde in Nature van 1999 al twijfels over de echtheid van het fossiel.
Feduccia verzucht in Science van 2005 dat een open discussie over de evolutie van vogels nauwelijks nog mogelijk is door de stroom publicaties over gevederde dinosauriërs in National Geographic, Nature en Science. "De komst van de gevederde dinosauriërs betekent de ondergang van de paleontologie. Werkelijke ontdekkingen worden afgedaan als ongeldig, maar gevederde dinosauriërs zijn inmiddels onderdeel geworden van de fantasie van het vakgebied." In een e-mail aan een collega schreef Feduccia zelfs: "Al met al, vind ik de hele dinovogelkwestie schokkend bedriegelijk."
Dino zonder veren
De gedachte dat vogels afstammen van tweebenige dinosauriërs kreeg recent nog een forse knauw. Onderzoekers van de Oregon State University ontdekten dat het dijbeen van een vogel niet kan bewegen. Dat voorkomt dat de vogellong inklapt terwijl de vogel inademt. Landdieren, zoals onder meer dinosauriërs en zoogdieren, hebben een beweegbaar dijbeen, zonder ademhalingsfunctie, stellen ze in de Journal of Morphology van juni 2009.
Bovendien hebben warmbloedige vogels twintig keer meer zuurstof nodig dan koudbloedige reptielen. Ze hebben daarvoor een unieke longstructuur met een grote gaswisselingscapaciteit. Dat geeft vogels voldoende longcapaciteit om te vliegen.
Het verbaast John Ruben, onderzoeksleider en hoogleraar zoölogie aan de Oregon State University, dat na eeuwenlang bestuderen van vogels en vliegen een basaal onderdeel van de vogelbiologie nog onbegrepen was. "Deze ontdekking betekent dat vogels parallel aan dinosauriërs zijn geëvolueerd. Een velociraptor kreeg dus niet op een bepaald moment veren om daarmee op te stijgen en naar de einder te vliegen."
Volgens Jonathan Sarfati van de Amerikaanse organisatie Answers in Genesis is daarmee bevestigd wat creationisten al jaren beweren: "Vogels zijn niet geëvolueerd uit dinosauriërs."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 oktober 2009
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 oktober 2009
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's