Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jaloers op de drie jaar oudere broer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaloers op de drie jaar oudere broer

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vraag: Onze zoon van bijna 4 jaar vindt het moeilijk dat hij altijd drie jaar jonger zal zijn dan zijn broer. De laatste tijd zit hij regelmatig andere kinderen dwars als hij denkt dat niemand kijkt. Hij schopt laarsjes omver, gooit jasjes van de kapstok en duwt een kindje om op de crèche. Het lijkt zo achterbaks. Wat kunnen we doen om dit te veranderen? We hebben al veel geprobeerd en toch krijgen we het er niet uit.

Sommige kinderen zijn uit zichzelf heel sociaal. Andere kinderen daarentegen zijn van nature snel geprikkeld, snel ontevreden en snel gefrustreerd. Zij hebben meer begeleiding nodig om botsingen te vermijden. Deze verschillen kunnen er al van jongs af aan in zitten.
Het kan ook zijn dat een kind vrij plotseling ‘moeilijk’ gedrag vertoont. Het gedrag kan dan een vorm van agressie zijn omdat een belangrijke behoefte niet wordt bevredigd. Deze frustratie vormt een belangrijke voedingsbodem voor agressie, die op haar beurt weer kan zorgen voor antisociaal gedrag.
Iets wat mogelijk ook meespeelt, is dat jongens rond het vierde jaar ineens dubbel zo veel testosteron aanmaken. Dit hormoon zorgt voor haantjesgedrag: bazig en energiek gedrag. Jongens binden de strijd aan met andere jongens met de bedoeling de baas te worden. Hoe meer testosteron, des te meer vechtgedrag.

Egocentrisch
De ouders schrijven dat hun zoon –ik noem hem Pieter– het moeilijk vindt om de drie jaar jongere te zijn en dat altijd te blijven.
Bij deze verklaring heb ik wel een bedenking. Waar haalt Pieter dit idee vandaan dat hij altijd de mindere zal zijn? Een kind van 3 jaar is nog erg jong voor zulke gedachten. Zo’n jong kind denkt meestal nog helemaal vanuit zijn eigen perspectief: wat vind ík prettig, wat wil ík graag. Egocentrisch denken noemen we dat. Hij is gericht op het vervullen van zijn eigen behoeften.
Een kind van 3 of 4 jaar is meestal nog niet in staat om zijn eigen situatie te overzien. Hij gaat niet uit zichzelf bedenken dat hij in een nadelige positie is omdat hij de jongste is. Van wie heeft hij deze gedachte? Van zijn ouders? Van zijn oudere broer?
Iets anders is dat Pieter zelf wel degelijk het vervelende gevoel kan hebben dat hij een heleboel niet mag of kan omdat zijn ouders hem nog te klein vinden.
Overigens is het normaal voor een kind om te functioneren in een omgeving waarin op zijn minst de ouders alles veel beter kunnen. Toch kleuren bijna alle kleine kinderen vol enthousiasme kleurplaten en tonen die vol trots. Ouders die een kind prijzen voor wat goed is op zijn niveau, bevestigen hun kind op een goede manier.
Het kan zijn dat Pieter zich niet goed gewaardeerd voelt of mogelijk wordt hij te vaak gefrustreerd. Hij doet vervelende dingen bij andere kinderen. Dit storende gedrag kan met frustratie te maken hebben.

Langer opblijven
Mogelijk krijgt Pieter niet voldoende positieve bevestiging. Misschien is hij er erg gevoelig voor dat zijn grote broer wel dingen mag waarvoor hij te jong wordt geacht, bijvoorbeeld langer opblijven.
Benoem dat als heel normaal. „Ik snap best dat jij ook wel langer op wil blijven. Maar weet je, toen Theo 3 jaar was, moest hij ook om zeven uur naar bed. Dat komt omdat jonge kinderen meer slaap nodig hebben. Kom, ik ga nu lekker voorlezen, net als bij Theo vroeger.” Op deze manier stellen ouders de toekomst niet aanlokkelijk voor, maar wordt het ”nu” plezierig in plaats van problematisch.
Misschien hoort Pieter te vaak dat hij iets niet kan omdat hij nog te klein is. Misschien krijgt hij te weinig ruimte om zijn eigen gang te gaan. Bijvoorbeeld als hij niet net als Theo mag verven omdat het dan zo’n kliederbende wordt. Van een kind van 3 kun je inderdaad niet verwachten dat hij netjes werkt. Toch moet hij ervaringen opdoen op zijn eigen niveau en niet te vaak ”nee” horen. Het kan ook zijn dat Pieter aandacht zoekt. Bedenk dat ongewenst gedrag niet belonend moet zijn. Het kan een kick geven als het weer gelukt is wat niet mag. Als opvoeders er veel aandacht aan besteden, gebeurt er precies wat Pieter wil: aandacht krijgen. En zo versterkt dit gedrag zichzelf.

Grensoverschrijdend gedrag
Ik ben er niet voor om grensoverschrijdend gedrag zomaar te negeren. Het moet voor Pieter absoluut helder zijn dat hij dergelijke dingen niet mag doen. De vraag is alleen hoe ouders voorkomen dat het kind zo veel aandacht krijgt dat hij het nog een keertje doet.
Daarvoor is ook een andere kant belangrijk: positieve bevestiging van hemzelf door complimenten te geven voor wat goed gaat en te laten merken dat je van hem houdt.
Uit de toelichting op deze vraag blijkt dat de ouders hier al veel mee bezig zijn. De kinderen staan bovenaan het prioriteitenlijstje; de ouders kijken regelmatig naar opvoedprogramma’s en lezen boeken over opvoeding. Ze geven complimentjes en proberen te bevestigen waar ze kunnen. Ze proberen de liefdestaal te communiceren die hun kind het beste oppakt.
Dat laatste is overigens een belangrijk punt in het opvoeden. Laten ouders hun liefde op de goede manier merken? Een kind dat niet van knuffelen houdt maak je niet blij met een innige omhelzing. Maar misschien wel door hem mee te laten helpen en hem een stukje verantwoordelijkheid te geven. Dan groeit het en merkt het dat papa en mama hem of haar heel belangrijk vinden.

Te goed
Soms proberen ouders té goed op te voeden. Daarmee bedoel ik dat ze te dicht boven op hun kind zitten en teveel voor hem invullen. Het is goed om te bedenken dat een kind ruimte nodig heeft om zichzelf te ontwikkelen. Een boompje dat je hebt geplant blijf je ook niet vasthouden. Je kunt er een stok bij zetten en goed bemesten, maar dan moet je de kans geven om te gaan groeien.
Laat een kind de ruimte om dingen te ondervinden. Er zijn heel wat dingen die het zelf kan ervaren zonder dat ouders er met hun verboden bij staan. Bijvoorbeeld dat het nog niet in een boom kan klimmen. Of dat de hoge glijbaan toch wel griezelig is. Het geeft niets dat hij daar niet vanaf durft. Het is juist heel goed dat het kind precies doet waarvan het aanvoelt dat het nog veilig is!
Ten slotte: geef bepaalde voorrechten aan het jongste kind. Laat het op schoot zitten zodat het de plaatjes het beste kan zien of geef juist hem of haar een hand tijdens het wanden als er maar eentje over is. Bekijk waarmee je dat kind het meeste plezier doet.

Sarina Brons-van der Wekken is psychologe en moeder van drie kinderen.


Tips
- Maak de toekomst niet te aanlokkelijk.
- Waardeer het kind op zijn eigen niveau, zodat het eigenwaarde kan ontwikkelen.
- Voorkom dat negatief gedrag lonend wordt.
- Zit niet te veel boven op een kind.
- Laat tegenover elk ”nee” ten minste één ”ja” horen.
- Geef voorrechten aan de jongste.
- Laat merken dat je van hem of haar houdt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 2009

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Jaloers op de drie jaar oudere broer

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 2009

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's