Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jaloezie als bakermat van antisemitisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaloezie als bakermat van antisemitisme

Franse socioloog Michel Wieviorka doet onderzoek naar Jodenhaat in hedendaags Frankrijk

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk is het land van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Maar ook het land dat jarenlang de twijfelachtige eer had de Europese ranglijst van antisemitische incidenten aan te voeren. De Parijse hoogleraar Michel Wieviorka bracht de situatie in zijn land in kaart. Zijn advies: ban antisemitisme uit door het bestrijden van racisme.

In Parijs hebben vijf jongeren een zeventienjarige Joodse jongen met ijzeren staven het ziekenhuis in gemept. Het slachtoffer, dat een keppeltje droeg, belandde in coma. Zomaar een incident dat een maand geleden plaatsvond in een wijk in het noordoosten van Parijs. Vicevoorzitter Ariel Goldmann van de koepel van Joodse organisaties in Frankrijk (Crif) verklaarde dat het zonder twijfel om een antisemitische daad ging.

Was het dat? Het is waar dat Frankrijk geen beste reputatie heeft als het gaat om antisemitisme. Frankrijk torst in het collectieve geheugen nog altijd de Dreyfusaffaire met zich mee, de kwestie die eind negentiende eeuw speelde rond de Joods-Franse officier die op grond van zijn Jood-zijn ten onrechte van hoogverraad werd beschuldigd. En riep de toenmalige Israëlische premier Ariel Sharon in 2004 de Franse Joden niet op het land te verlaten omdat het antisemitisme er niet alleen welig zou tieren, maar de regering er ook nog eens niets tegen deed?

Michel Wieviorka, hoogleraar aan de Ecole des Hautes Etudes en Sciences Sociales (School voor hoger onderwijs in de sociale wetenschappen) in Parijs, kan moeiteloos nog tientallen incidenten opnoemen waarbij Joden het slachtoffer werden. Toch zou hij het incident met de zeventienjarige jongen niet direct willen koppelen aan diepgewortelde antisemitische gevoelens. "Weet je hoe zoiets vaak gaat? Een paar jongens drinken een biertje, praten wat over het Midden-Oosten en besluiten dan "een synagoge te doen", of zoals in dit geval een Jood te pakken. Het is meestal tamelijk impulsief, ongeorganiseerd."

Ja, Frankrijk kent een relatief hoog percentage antisemitische incidenten, zegt hij. Maar het is minder dan hij had verwacht voordat hij aan zijn studie over antisemitisme in Frankrijk begon.

Wiebelige torens

Wieviorka's werkkamer op 'zijn' school in Parijs is klein en tot de nok toe volgestouwd met boeken. Overal -op het bureau, op de ronde tafel in de hoek en op de grond- liggen stapels boeken: sommige zijn zo vervaarlijk hoog dat je stil het moment afwacht dat het hele zaakje naar beneden stort.

Ergens verscholen achter twee wiebelige torens zit Wieviorka. De besnorde vijftiger maakte naam als socioloog die zich specialiseerde in geweld, terrorisme en racisme. Zijn vorming kreeg hij onder anderen van de beroemde socioloog Alain Touraine, die hij ook opvolgde als directeur van het Centre d'Analyses et d'Intervention Sociologique (Cadis). Wieviorka geldt als een van de meest vooraanstaande sociologen in Frankrijk en geniet ook daarbuiten bekendheid. In 2006 werd hij benoemd tot voorzitter van de Internationale Sociologische Vereniging.

De Joods-Franse hoogleraar maakte uitgebreid studie naar antisemitisme in Frankrijk. Na het begin van de tweede intifada in 2000 steeg het aantal antisemitische incidenten sterk, wat de vraag deed rijzen of het verschijnsel in de 21e eeuw in zijn volle, monsterlijke, gedaante zou terugkeren. De zoektocht naar het antwoord op die vraag resulteerde in een gedegen studie, die in 2005 in Frankrijk verscheen en eind vorig jaar ook in een Engelse vertaling op de markt kwam (zie voetnoot).

Wieviorka combineert in zijn boek veldonderzoek in onder meer de Noord-Franse stad Roubaix, de Elzas en onder moslims in de gevangenis met literatuurstudie, wat een zeer helder beeld geeft van de stand van zaken in Frankrijk.

Negationisme

De studie maakt een hoop dingen duidelijk. Allereerst dat het antisemitisme in Frankrijk zeer gefragmentariseerd is. Er is sprake van antisemitisme vanuit Noord-Afrikaanse groeperingen. Zij voelen een sterk ressentiment tegen de Franse maatschappij, wat zich soms vertaalt in geweld tegenover de veelal goed geïntegreerde Joden. Interessant -en niet onbelangrijk- is dat de ongeveer 550.000 Franse Joden voor een groot deel ook uit Noord-Afrika komen.

Er zijn echter ook antisemitische uitingen vanuit autochtoon Franse hoek, zoals vanuit de neonazistische beweging. Belangrijker is de ooit sterke stroming van het "negationisme", het revisionisme, dat in Frankrijk met name ingang kreeg via Robert Faurisson, die tot zijn ontslag in 1991 hoogleraar in de letterkunde aan de universiteit van Lyon was. Het negationisme ontkent de Holocaust - volgens Faurisson waren de gaskamers niet meer dan een verzinsel. Uiterst links en uiterst rechts vonden elkaar in dit antisemitische denkbeeld, zo laat Wieviorka in zijn boek zien. In ultrarechtse kringen, zoals binnen het Front National, is het negationisme vrijwel gemeengoed geworden.

Het traditionele antisemitisme vanuit conservatieve rooms-katholieke groeperingen en het 19e-eeuwse racisme is in Frankrijk zo goed als verdwenen, maar dat wil niet zeggen dat de gedachtespinsels van deze bewegingen zijn verdampt. Zo worden de antisemitische "Protocollen van de Wijzen van Zion" nu door Arabische groepen aangehaald. Het kritiekpunt van de Shoah-business, het verwijt dat de Joden de Holocaust te pas en te onpas in hun voordeel inzetten, komt weer terug in de retoriek van de "black issue"-beweging. Zwarte Afrikanen willen ook aandacht voor hún lijden tijdens het tijdperk van de slavernij, waarbij volgens antisemitische lezing veel Joden betrokken zouden zijn geweest. De Joden zijn door hun lijden niet boven alle kritiek verheven, stellen ze.

Midden-Oosten

De familie van Wieviorka kwam al kort na de Eerste Wereldoorlog vanuit Polen naar Frankrijk. Hij voelt zich veilig in Frankrijk, zegt hij. "Antisemitische uitingen, ja", -hij lijkt even te aarzelen, dan beslister:- "ja, daar heb ik wel eens mee te maken gehad, maar gelukkig nooit met geweld of bedreigingen. Het gaat om een heel kleine groep die zich daar schuldig aan maakt."

Zou hij een Jood adviseren in Frankrijk te komen wonen? Hij lacht. "Dat hangt ervan af wat voor Jood je bent. Als je zeer religieus bent, kun je op sommige plaatsen misschien beter niet gaan wonen. Maar ik durf te stellen dat er geen groot gevaar is, als je maar niet te afgezonderd leeft. Als strikt religieuze Jood is het wellicht het beste in een wijk met meerdere Joden te gaan wonen." De meer seculiere Joden hebben volgens hem geen enkel probleem te verwachten. "Frankrijk kent geen enkele vorm van discriminatie meer tegenover Joden, niet op het gebied van banen, huisvesting, noem maar op." Hij zwijgt even. "Maar sommige Joden voelen zich onveilig. Dat is ook niet altijd zonder reden."

Wieviorka is een Jood met Centraal-Europese wortels en die zijn over het algemeen seculierder dan de Noord-Afrikaanse Joden. "Die laatste groep is veel zichtbaarder aanwezig en ook meer op de eigen gemeenschap gericht. De meer uitgesproken identiteit van de Noord-Afrikaanse Joden is echter niet alleen een nadeel. Ze kunnen ook gemakkelijker voor hun gezamenlijke belangen opkomen. Ik zou niet zeggen dat hun leven hier per se onveiliger is."

De socioloog geeft aan dat het aantal gevallen van antisemitisch geweld sinds de uitkomst van het boek in 2005 alleen maar verder gedaald is. Een van de verklaringen daarvoor is de afnemende identificatie van moslimjongeren met de Palestijnse zaak. "Zeker in de periode na 2000 was er een duidelijk verband tussen verwikkelingen in het Midden-Oosten en antisemitische uitingen hier in Frankrijk. Mede doordat de Palestijnen nu ook zelf verdeeld zijn in twee facties, Hamas en Fatah, is die link nu minder helder."

Wieviorka herinnert zich het moment dat het Franse tv-station France-2 beelden uitzond van een schietpartij in Gaza, waarbij te zien was hoe de 12-jarige Mohammed al-Dura angstig achter zijn vader wegschool en alsnog door rondvliegende kogels gedood werd. Volgens de filmmaker kwamen de kogels van Israël (een bewering die later overigens in de documentaire "Das Rote Quadrat" voor de Duitse televisie ernstig in twijfel werd getrokken). Wieviorka: "Die beelden circuleerden in Frankrijk nog lange tijd en wakkerden ook het antisemitisme hier aan. De Palestijnse zaak is nu echter verder weg komen te staan. Daarbij speelt denk ik ook dat de Franse Joodse leiders zich genuanceerder uitspreken over Israël. Ze uiten ook geregeld hun kritiek op het beleid van de staat Israël."

Jaloezie

Over het algemeen kun je zeggen dat het antisemitisme globaler is geworden, stelt Wieviorka. "Het laat zich niet meer ontleden binnen de context van alleen de Franse samenleving. De Midden-Oostenproblematiek en de rol van de Verenigde Staten spelen bijvoorbeeld nadrukkelijk mee. Door de moderne media doen tijd en afstand er nauwelijks meer toe."

Dan is er nog een interessante verandering. In het verleden kwam antisemitisme van personen en groepen die zich sterk identificeren met Frankrijk als een natie, waarvan de identiteit bedreigd zou worden door de 'vreemde' Joden. Het nieuwe plaatje ziet er precies andersom uit: omdat de Joden sterk geïntegreerd zijn, worden ze door andere binnenkomers benijd en gehaat. De Joden hebben succes gehad, terwijl zíj subject zijn van sociale uitsluiting en racisme.

Veel antisemitisme komt voort uit jaloezie, zegt Wieviorka. De beste manier om ertegen te strijden is volgens hem dan ook het bestrijden van racisme. "Tijdens het onderzoek in Roubaix bleek dat de voedingsbodem voor antisemitisme kleiner werd, toen de problematiek van de jongeren werkelijk ter hand werd genomen. Ze willen een einde aan de sociale uitsluiting die ze ervaren bij bijvoorbeeld het zoeken van werk. En ze willen erkenning als groep. Dan hoeven ze zich ook niet meer te identificeren met de Palestijnen ver weg."

Het is voor Wieviorka duidelijk dat het Franse republikeinse model voor integratie niet meer werkt. "We oriënteerden ons vanuit de drie waarden van de revolutie -vrijheid, gelijkheid, broederschap- op het individu. Iedereen was gelijk. Dat werkt niet meer. Het was een goed systeem, maar we stuiten nu op problemen. Nieuwe groepen Fransen vragen erkenning van hun collectieve identiteit. Hoe bewaken we de individuele rechten, terwijl we ook recht doen aan mensen die in een bepaald collectief verband willen leven? Hoe verbind je de Joodse identiteit met de Franse? En hoe de islamitische? Die vragen zullen we moeten oplossen."

Of hij zelf al een idee heeft? Hij lacht. "Nee, dat wordt een lastige klus. Maar wel een noodzakelijke."

Mede n.a.v.: "The Lure of Anti-Semitism. Hatred of Jews in Present-Day France", door Michel Wieviorka, vertaling Kristin Couper Lobel en Anna Declerck; uitg. Brill, Leiden/Boston, 2007; ISBN 97 8900 416 3379; 430 pag.; 50,-.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 juli 2008

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Jaloezie als bakermat van antisemitisme

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 juli 2008

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's