Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gebed in het midden der jaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gebed in het midden der jaren

Ds. Van Eckeveld leidt bidstond generale synode Geref. Gemeenten

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

RIDDERKERK - "Uw werk, o Heere, behoud dat in het leven in het midden der jaren", bad eens de profeet Habakuk. "Mag dát ons uitzien zijn", zei ds. J. J. van Eckeveld gisteravond in Ridderkerk. "Mag Uw werk gezien worden, op onze synodale vergaderingen, en in de kring van onze gemeenten."

In de Bethelkerk in Ridderkerk had gisteravond een bidstond plaats, voorafgaande aan de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten, die vanmorgen in Utrecht begon. Ds. Van Eckeveld, preses van de vorige synode (2004), leidde de dienst, die mede in het teken stond van het honderdjarig bestaan van het kerkverband.

"We mogen vanavond gedenken wat de Heere honderd jaar geleden deed", aldus de Zeister predikant. "We hebben de wonderen Gods op te merken."

Er is echter "geen enkele, geen enkele reden tot triomfantalisme", zo zei hij. "We leven in een gebroken kerk. De vereniging van 1907 waaruit de Gereformeerde Gemeenten ontstonden, leidde tot een nieuwe scheur, waaruit de Oud Gereformeerde Gemeenten voortkwamen. En ook daarna waren we niet in staat de eenheid te bewaren. In 1953 had een ingrijpende scheuring plaats, die ons aan moet klagen. Er is geen enkele reden om ons op de borst te slaan - dan met een verbroken hart."

Een "deeltje van Christus' Lichaam", noemde ds. N. H. Beversluis de Gereformeerde Gemeenten tijdens de bidstond aan het begin van de eerste "algemene vergadering" van het nieuwe kerkverband, op 9 en 10 oktober 1907. Ds. Van Eckeveld: "We mogen geloven dat onze gemeenten een -niet de- openbaring zijn van het Lichaam van Christus. Maar, we hebben veel te weinig heimwee naar diegenen van Gods Kerk van wie we door kerkmuren gescheiden zijn."

Kinderlijke vreze

De predikant stond stil bij het gebed van de profeet Habakuk (hoofdstuk 3:2): "Heere, als ik Uw rede gehoord heb, heb ik gevreesd; Uw werk, o Heere, behoud dat in het leven in het midden der jaren, maak het bekend in het midden der jaren, in den toorn gedenk des ontfermens."

Het gaat hier om een bede om de instandhouding van Gods werk, zei hij, "uitgesproken met een kinderlijke vreze voor het Woord Gods, met een diepe zorg om het werk Gods, en met een hartelijk beroep op de ontferming Gods."

Habakuk moest de komende oordelen Gods over Israël bekendmaken, aldus ds. Van Eckeveld, "en hij heeft eronder gebogen. "Heere, als ik Uw rede gehoord heb, heb ik gevreesd." We mogen hier denken aan die kinderlijke vreze des Heeren, die buigen mag onder het spreken Gods."

Deze kinderlijke vreze des Heeren, zei hij, "is er in de achterliggende honderd jaar ook onder ons geweest. En Gods werk is er nog, onder ouderen, onder jongeren ook. Tegelijk: er is zo'n gebrek aan geloofsoefeningen. Zou dat aan de Heere liggen?"

Als de vreze des Heeren gaat ontbreken, gaf ds. Van Eckeveld aan, "liggen we al meer open voor invloeden van buitenaf en voor een toenemende polarisatie, waardoor we ook binnenkerkelijk uit elkaar groeien."

Midden der jaren

Uit het gebed van Habakuk spreekt ook een diepe zorg om het werk van God. "Hij vraagt: behoud dát in het leven in het midden der jaren." We kunnen hier, aldus ds. Van Eckeveld, "ook vertalen "in de schoot der jaren" - de jaren van het gericht. Luther geeft hierbij aan dat de Heere altijd komt tot Zijn volk "in het midden der jaren." Niet te vroeg, niet te laat."

Als we onze tekst goed lezen, zei ds. Van Eckeveld, "dan zien we daarin de erkenning: Gods werk is er nog."

Zullen de Gereformeerde Gemeenten over een eeuw nog bestaan, als Christus dan nog niet is teruggekomen? vroeg de predikant. "We weten het niet. Wat zullen onze synodale vergaderingen ons brengen? Nog nooit hebben we een synode gehad met zo'n stapel papier. En je vraagt je af: Heere, hoe moet het? Maar mag ik u dan wijzen op onze tekst. Daarin wordt tweemaal het woord "HEERE" gebruikt. En zou dat niet de enige pleitgrond voor Habakuk zijn geweest? Wat er ook gebeurt, het gaat eeuwig goed. Hij, de God van het brandende braambos, gedenkt aan Zijn verbond, tot in eeuwigheid - Psalm 111:5."

Een deeltje van Christus' lichaam, noemde ds. Beversluis de Gereformeerde Gemeenten. Ds. Van Eckeveld: "Al zouden onze gemeenten ophouden te bestaan, dan nog gaat de Heere door met Zijn werk. Maar laat het toch ons gebed zijn: Heere, ontferm U toch ook over onze gemeenten, die ons lief zijn. In het midden der jaren."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 september 2007

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Een gebed in het midden der jaren

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 september 2007

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's