"Amazing Grace", het bekendste lied ter wereld
JOHN NEWTON 1725-1807
Op maandagavond 21 december 1807, om 20.15 uur, overleed de anglicaanse prediker John Newton. Hij was in zijn leven uitgegroeid tot een nationale bekendheid. Dat begon in 1764 met de publicatie van zijn autobiografie, "An Authentic Narrative". Het was zowel een liefdesverslag, een verslag van een zeereis, als een verslag van het ingrijpen van God in het leven van een mens.
Van het boek verschenen in hetzelfde jaar nog vijf herdrukken. Drie jaar later verscheen de Nederlandse vertaling, oorspronkelijk anoniem. In elf brieven vertelt de auteur aan Thomas Haweis, een anglicaanse ziekenhuispredikant, zijn levensgeschiedenis. Haweis had hem daartoe gestimuleerd.
Van meet af aan waren de brieven voor publicatie bestemd. Een van de gevolgen van het verschijnen van het boek was dat voor de schrijver de weg naar het predikantschap in de Kerk van Engeland werd geopend.
Veel bekender dan Newton zelf is zijn gezang "Amazing Grace". Het is het bekendste lied ter wereld. Naar schatting wordt het jaarlijks zo'n 10 miljoen keer in openbare bijeenkomsten gezongen. Evenals "An Authentic Narrative" getuigt "Amazing Grace" van het wonder van Gods genade in het leven van Newton.
Vrijdenker
John Newton werd op 24 juli 1725 in Wapping, een voorstadje van Londen, geboren. Twee dagen later werd hij gedoopt in de Old Gravel Lane Independent Meeting. Johns moeder, die de Heere vreesde, had een zwakke gezondheid. Ze leerde haar zoon de Korte Catechismus, opgesteld op de synode van Westminster, enkele catechismussen die zijn opgesteld door Isaac Watts en daarnaast diens gezangen voor kinderen. Haar diepste wens was dat haar zoon predikant zou worden. John was nog geen zeven jaar oud toen zijn moeder overleed.
Vanaf zijn tiende ging hij met zijn vader naar zee. Newton werd een vrijdenker die spotte en vloekte. Wie uitvoeriger over zijn leven geïnformeerd wil worden, kan terecht in de biografie van Jonathan Aitken "From Disgrace to Amazing Grace" (uitg. Crossway Books, Wheaton, Illionois, 2007). Aitken was vroeger een befaamd conservatief politicus, onder Margret Thatcher onder andere minister van Defensie. Dubieuze zakelijke transacties brachten hem tot het doen van een meineed. Dat betekende een veroordeling tot een celstraf van achttien maanden en het einde van zijn politieke carrière. In de gevangenis kwam Aitken tot inkeer. "From Disgrace to Amazing Grace" verbindt hem naar zijn eigen getuigenis aan Newton.
Storm
De grote omkeer in Newtons leven kwam tijdens een storm midden op de Atlantische Oceaan. Dat was in de nacht van 10 maart 1748. Hij zag aanvankelijk de ernst van de situatie niet in en zei tegen een oude zeerot: "Hier kunnen we later nog eens over praten onder een goed glas wijn." Deze maakte hem duidelijk dat hij daar maar niet van uit moest gaan.
Newton kwam in de nood. Wat zijn moeder hem geleerd had, kwam terug. Bijbelgedeelten zoals Spreuken 1:23-31, 2 Petrus 2:20 en Hebreeën 6:4-6 keerden terug in zijn herinnering. Hij riep God aan en beloofde dat hij, als hij gespaard bleef, de Schriften zou gaan onderzoeken.
Hij begon inderdaad in zijn Bijbel te lezen. Een van de eerste teksten die hem troffen, was Lukas 11:13: "Indien gij die boos zijt" Het schip was zwaar beschadigd en kwam nauwelijks meer vooruit. Vier weken na de storm, terwijl het voedsel en het water bijna op waren, naderde het de Ierse kust. Newton: "Voordat we in Ierland aankwamen, had ik in mijn geest genoegzaam bewijs voor de waarheid van het Evangelie en de gepastheid voor mijn noden. Ik zag dat God niet alleen Zijn barmhartigheid, maar ook Zijn gerechtigheid betoonde in vergeving van zonden op grond van de gehoorzaamheid en het lijden van Christus. In die tijd omhelsde ik de heerlijke leer van God, geopenbaard in het vlees, de wereld met Zichzelf verzoenend. Ik had een almachtige Zaligmaker nodig en zulk een vond ik in het Nieuwe Testament beschreven."
Slavenschip
Newton heeft in zijn leven gemerkt dat een kind van God de dingen niet in één keer leert. Terugkijkend op de weg die de Heere met hem gegaan was, zei hij later dat zijn kennis van God en het geestelijk leven de eerste zes jaar na zijn omkeer zo gering waren, dat hij de naam christen nauwelijks waard was.
Aanvankelijk meende hij dat elke protestantse predikant een getrouw Godsgezant was. Hij verwachtte veel van eigen inspanningen om God te zoeken en te dienen. Een gesprek met Alexander Clunie, die Newton bij zijn derde reis als kapitein van een slavenschip in West-Indië ontmoette, leidde tot verdieping. Deze van oorsprong Schotse kapitein deed hem de betekenis van Gods onveranderlijke verbond van genade verstaan. Hij zei hem welke boeken hij moest lezen.
Newton kreeg onder meer door deze ontmoeting helder zicht op de leer van Gods genade. Hij werd overtuigd van het calvinisme. Dat vond hij terug in de Schrift. Dat correspondeerde ook met de wijze waarop hij God had leren kennen: Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.
Zijn leven lang is Newton mild geweest jegens anderen. Leerstellige kennis zonder bevindelijke kennis achtte hij gevaarlijk. Het ging hem niet om een intellectueel maar om een bevindelijk calvinisme. Hij verlangde niet dat God de dingen die Hij hem in de loop van vele jaren had geleerd, anderen in een paar weken zou leren.
Geestelijke leiding
Toen hij eenmaal predikant was, gaf Newton met name via brieven geestelijke leiding. Onder het pseudoniem Omicron publiceerde hij brieven in "Gospel Magazine", een tijdschrift dat nog altijd bestaat en dat het oudste, Engelstalige godsdienstige tijdschrift is. Een bekende bundel brieven is "Cardiphonia" (stemmen van het hart).
De brieven, die van meet af aan voor publicatie waren bestemd, waren gericht -zo stond in de oorspronkelijke uitgaven-, aan een student in de theologie, aan een edelman, aan ds. B. enzovoort. Josiah Bull, de eerste biograaf van Newton, maakte uit deze bundels een selectie en voegde niet eerder gepubliceerde brieven toe. Bij The Banner of Truth verscheen een herdruk van deze uitgave. Daaraan voegde Iain H. Murray waardevolle biografische en historische informatie toe over degenen aan wie Newton schreef.
Bekend zijn drie brieven, geschreven aan een edelman (Lord Darthmouth), over het koren, over de aar en over het koren in de volle aar. Het koren staat model voor hen die hongeren en dorsten naar God, maar nog de geloofzekerheid missen. De aar staat voor hen die mogen weten in Wie zij geloven en zo hun leven aan de Heere wijden. Het koren in de volle aar zijn zij die bij alle geloofszekerheid steeds meer beseffen dat zij bedelaar blijven.
Predikantschap
John Newton was, toen hij zijn levensverhaal in de vorm van brieven op schrift stelde, een hoge douaneambtenaar in Liverpool. Daarnaast sprak hij zowel in anglicaanse als afgescheiden gemeenten wel eens een stichtelijk woord. Nauwgezet zelfonderzoek had hem op 4 augustus 1758 (zijn verjaardag ) tot de zekerheid gebracht dat hij geroepen was tot de bediening van het Woord.
Vanwege zijn sympathie voor de methodisten leek de weg naar het predikantschap in de Kerk van Engeland afgesloten. De bisschop van Chester en de aartsbisschop van York beschikten tot tweemaal toe afwijzend. Formeel konden zij zich verschuilen achter het feit dat Newton geen universitaire opleiding had. Feit was echter dat Newton zowel het Latijn als het Grieks en het Hebreeuws beheerste en daarnaast tal van theologische werken had gelezen.
Newton neigde ernaar predikant te worden bij de dissenters, maar zijn vrouw en haar familie weerhielden hem daarvan. Welbewust stuurde Thomas Haweis nog vóór de officiële publicatie een afschrift naar Lord Darmouth. Deze had het recht om de predikant van Olney te benoemen. Op aanbeveling van deze graaf bleek de bisschop van Lincoln bereid Newton in het ambt te bevestigen, ondanks het feit dat deze eerlijk aangaf reserves te hebben ten opzichte van een aantal passages in het Engelse gebedenboek "Book of Common Prayer".
Olney Hymns
Meer nog dan door zijn brieven werd Newton bekend door de "Olney Hymns"; een project waaraan hij samen met William Cowper in 1771 begon. Cowper was in een zware depressie tot bekering gekomen. Door Cowper tot dichten te stimuleren, hoopte Newton te voorkomen dat deze opnieuw in een depressie zou raken.
De hymns gaven vaak de inhoud van een preek weer. "Amazing Grace" was gebaseerd op de preek die Newton op 1 januari 1773 hield over 1 Kronieken 17:16 en 17. Dezelfde avond maakte Cowper de hymn "God moves in a mysterious way his wonders to perform". Dat is des te ontroerender als je weet dat de dichter die nacht psychisch totaal instortte. "Amazing Grace" heeft zijn populariteit in Amerika verkregen en wel door de melodie waarop de negerslaven op de plantages van de zuidelijke staten het zongen.
De laatste jaren werden Newtons krachten minder. Niet lang voor zijn dood zei hij: "Mijn geheugen begint mij in de steek te laten. Ik weet echter nog steeds dat ik een groot zondaar ben en Jezus een groot Zaligmaker is."
Zijn sterven stond in het teken van een couplet uit de hymn "How Sweet the Name of Jesus Sounds": "O, Jezus, hoe vertrouwd en zoet klinkt mij Uw Naam in d'oor, als ik van alles scheiden moet, gaat nog Uw Naam mij voor."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 augustus 2007
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 augustus 2007
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's