Zicht op de rechtvaardiging door het geloof
Het artikel waarmee de kerk staat of valt. Zo hebben de reformatoren het geloofsartikel van de rechtvaardiging door het geloof alleen genoemd. Rechtvaardiging is vrijspraak op grond van de aan de zondaar geschonken en toegerekende gerechtigheid van Christus. Een aantal met name Angelsaksische nieuwtestamentici heeft op basis van eerder onderzoek naar de betekenis van de boodschap van Paulus een nieuw perspectief op de recht vaardiging ontwikkeld.
Misschien is het beter van nieuwe perspectieven te spreken. De accenten zijn namelijk verschillend. Gemeenschappelijke kern is dat de rechtvaardiging niet als een soteriologische maar als een ecclesiologische boodschap wordt verstaan. Het zou er in de rechtvaardiging door het geloof om gaan dat sinds de opstanding van Christus niet het onderhouden van de mozaïsche wetten, maar het geloof in Jezus als de Christus de noodzakelijke en voldoende voorwaarde is om tot het lichaam van Christus -bestaande uit joden en heidenen- te behoren.
Terwijl voor de Reformatie de leer van de rechtvaardiging kerkscheidend was, zou deze leer oorspronkelijk juist als kerkverenigend moeten worden gezien. Het uiteengaan van Rome en Reformatie zou op een exegetisch misverstand aan beide zijden berusten, terwijl het onjuist zou zijn het jodendom van de Tweede Tempel als legalistisch te typeren.
Romeinenbrief
Inmiddels zijn er verscheidene stemmen tegen dit nieuwe perspectief naar voren gebracht. Voor een aantal daarvan vraag ik aandacht. Allereerst is dat die van Cornelis P. Venema. Van deze president van het Mid-American Reformed Seminary verscheen bij The Banner of Truth een publicatie over Paulus en het nieuwe perspectief.
Venema begint met het uiteenzetten van wat de Reformatie onder rechtvaardiging verstond en geeft vervolgens een beschrijving van het nieuwe perspectief. Niet in de laatste plaats met een beroep op de eerste hoofdstukken uit de brief aan de Romeinen laat Venema zien dat de rechtvaardiging door het geloof in een soteriologisch en eschatologisch kader staat. Het gaat om het kunnen bestaan in Gods gericht en het verlost worden van de toekomende toorn. Ongetwijfeld heeft de boodschap van de rechtvaardiging een ecclesiologische component, maar deze moet in het kader van de soteriologie worden geplaatst.
Venema bestrijdt de veel geuite bewering dat de gerechtigheid Gods enkel Gods verbondstrouw zou zijn. Het slaat op Gods rechterlijk handelen. Krachtens Zijn verbondstrouw is dat tot heil van de Zijnen. De gerechtigheid van God blijkt in het kruis van Christus, waar de vloek van God de Zoon trof, en in de rechtvaardiging door het geloof van de zondaar, waarbij de zondaar in Gods zegen deelt. Een van de grote bezwaren tegen het nieuwe perspectief is dat het geen recht doet aan het verband dat Paulus in zijn brieven legt tussen de verzoenende betekenis van de kruisdood van Christus en de rechtvaardiging.
Gehoorzaamheid
Paulus betuigt dat in Romeinen 4 bij Abraham het geloof hem tot gerechtigheid werd gerekend. Betekent dit dat het geloof zelf de grond van de rechtvaardiging is? Venema bestrijdt dit met name met een beroep op Romeinen 5 en 2 Korinthe 5. De gehoorzaamheid van Christus is de grond van de rechtvaardiging van de zondaar. Wat Christus deed, wordt aan de zondaar geschonken en toegerekend.
Aan de toerekening van Christus' gerechtigheid heeft Brian Vickers, assistent-hoogleraar Nieuwe Testament aan het Southern Baptist Theological Seminary, een afzonderlijke studie gewijd waarin de genoemde Bijbelgedeelten uitvoerig worden geanalyseerd. Meerdere exegeten laten na hun bevindingen in een Bijbels-theologisch kader te zetten en komen zo tot een ontkenning van de boodschap van de toerekening van Christus' gerechtigheid. Vickers stelt dat de enige geoorloofde conclusie die uit de Schriftgegevens kan worden getrokken, is dat de gehoorzaamheid van Christus de grond van de rechtvaardiging is.
Deze gehoorzaamheid vindt haar climax in de kruisdood van Christus, maar wordt daar niet toe beperkt. Daarom is er een Bijbelse grond om te spreken over de lijdelijke en de dadelijke gehoorzaamheid van Christus. Christus heeft niet alleen met Zijn kruisdood de schuld verzoend, maar heeft met Zijn gehoorzaamheid aan Gods wet het gehele leven van al de Zijnen overgedaan.
Dat deze waarheid van grote pastorale betekenis is, laat John Piper in een reeds in 2003 verschenen studie met de titel "Counted Righteous in Christ" zien. Zowel Piper en Vickers als Venema wijst erop dat de rechtvaardiging op grond van de toegerekende gerechtigheid van Christus niet haaks staat op gemeenschap met Christus, maar daarmee onlosmakelijk is verbonden. De zondaar aan wie de gerechtigheid van Christus is toegerekend, is ook de zondaar die door geloof met Christus is verenigd.
Verbond
In de Angelsaksische wereld heeft het nieuwe perspectief ook gereformeerde en presbyteriaanse kringen niet onberoerd gelaten. Binnen deze kringen verdedigen meerderen de zogenaamde "federal vision". Daarbij gaat het om een visie waarin slechts over één verbond wordt gesproken en het bestaan van een afzonderlijk verbond der werken wordt ontkend.
Kern van de "federal vision" is dat degenen aan wie het teken van de kinderdoop is geschonken metterdaad gemeenschap met Christus hebben en nu ertoe opgeroepen worden in verbondstrouw te leven. De notie van tweeërlei kinderen van het verbond en van volharding van de heiligen ontbreekt. Het rechtvaardigende geloof is in deze visie geen lege hand, maar een geloof dat gehoorzaamt. Zo worden rechtvaardiging en heiliging met elkaar vermengd en wordt daarmee de boodschap van de rechtvaardiging door geloof alleen ontkracht. Dit was de reden dat de faculteit van Westminster Theological Seminary California een bundel deed verschijnen waarin diverse aspecten van het verbond en de rechtvaardiging worden belicht.
Verbondsnomisme is de aanduiding waarmee E. P. Sanders het jodendom van de Tweede Tempel heeft getypeerd; een typering die menigeen ook op het christelijke geloof toepasbaar acht. Het jodendom van de Tweede Tempel zou niet legalistisch zijn, maar ook een godsdienst van genade. Volgens dit jodendom is Israël uit genade in Gods verbond opgenomen en is gehoorzaamheid aan Gods geboden geen voorwaarde om in het verbond te komen, maar wel om in het verbond te blijven.
Feitelijk is dit echter een verfijnde vorm van legalisme en het onderstreept alleen maar dat Paulus zich in zijn rechtvaardigingsleer wel degelijk tegen legalisme heeft gekeerd. In de bundel van de faculteit van Westminster Seminary gaat Iain Duguid in op de vraag of het spreken van het Oude Testament over het verbond als verbondsnomisme kan worden getypeerd; een vraag die hij ontkennend beantwoordt. Hij laat zien dat Israël op grond van Gods eenzijdige verbondstrouw uit de ballingschap terugkeert. Ondanks Israëls ongehoorzaamheid blijft God trouw aan Zijn verbond. Deze trouw krijgt gestalte in de terugkeer van een rest.
Bryan Estelle laat zien dat er Bijbelse gronden zijn om de verhouding tussen God en Adam als een verbondsverhouding te zien die tegenover de verbondsverhouding staat die God met de mens na de zondeval aanging. In de inleiding op de genoemde bundel citeert R. Scott Clark Brakel, die stelt dat wie het verbond der werken ontkent, zichzelf het rechte zicht op het verbond der genade ontneemt.
Leerstellige helderheid
Terecht stelt Venema dat iemand een Bijbels en confessioneel juiste rechtvaardigingsleer kan hebben, terwijl hij het wonder van de rechtvaardiging niet verstaat. Het omgekeerde is ook mogelijk. Leerstellige helderheid is van groot belang voor een gezond geestelijk leven, maar valt er niet mee samen. Dat doet niets af van de betekenis van leerstellige helderheid. De besproken boeken kunnen ons van dienst zijn om een beter zicht op de Bijbelse boodschap van de rechtvaardiging door het geloof te krijgen.
N.a.v. "The Gospel of Free Acceptance in Christ. An Asssessment of the Reformation and the New Perspective on Paul", door Cornelis P. Venema; uitg. Banner of Truth, Edinburgh, 2006; ISBN 0 85151 939 5; 337 blz.; $ 28,-.
"Paul's Theology of Imputation. Jesus' Blood and Righteousness", door Brian Vickers; uitg. Crossway Books, Wheaton, 2006; ISBN 1 58134 754 5; 254 blz.; $ 14,99.
"Counted Righteous in Christ", door John Piper; uitg. IVP, Leicester, 2003; ISBN 0 85111 991 3; 141 blz.; 6,99.
"Covenant, Justification and Pastoral Ministry", red. R. Scott Clark; uitg. Presbyterian & Reformed Publishing, Phillipsburgh, New Jersey, 2007; ISBN 1 59638 035 7; 465 blz.; $ 24,99.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 augustus 2007
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 augustus 2007
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's