Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vallende stenen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vallende stenen

Honderden plattelandskerken in Frankrijk met sloop bedreigd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De cijfers van het Franse l'Observatoire du Patrimoine Religieux -een soort waakhond voor religieus erfgoed- liegen er niet om: van de 15.000 plattelandskerken in Frankrijk worden er 2800 met afbraak bedreigd. Voor sommige kerken is het al te laat. Aan de Rue d'Eglise in Saint-Georges-des-Gardes staat sinds kort géén kerk meer.

In het 1500 inwoners tellende dorp hangt een zoete geur. Die komt van de koekfabriek, die Saint-Georgesbiscuitjes maakt.

Een kerk is er niet meer in Saint-Georges-des-Gardes. Op 25 januari dit jaar gaf burgemeester Gabriel La Haye "in naam van de gemeenschap" toestemming het bedehuis uit 1870 te slopen. "Deconstructie", noemde hij het. Reden was dat de kerk onvoldoende veilig was en slecht toegankelijk voor gehandicapten. Bovendien zou renovatie meer dan 1 miljoen euro kosten.

Het terrein van de voormalige kerk is afgezet met ijzeren hekken. "Verboden voor publiek", staat er op een bordje. Een graafmachine en een heftruck staan nog tussen de brokstukken. Hun werk zit erop.

De eigenaar van een nabijgelegen werkplaats steekt verontschuldigend zijn armen omhoog. "Het is voorbij", zegt hij. Of hij het erg vindt dat de kerk is afgebroken? "Het was maar een kleine kerk. Er zijn er nog genoeg in de omgeving."

Multifunctioneel centrum

Het besluit van de burgemeester van Saint-Georges-des-Gardes staat niet op zichzelf. In heel het departement Maine-et-Loire worstelen gemeenten met achterstallig onderhoud, vooral van negentiende- en twintigste-eeuwse kerkgebouwen. Sinds 1905 zijn zij verplicht de kosten te dragen, maar daarvoor is vaak onvoldoende geld beschikbaar. De goedkoopste oplossing is dan de oude kerk te slopen en er een nieuw gebouw voor in de plaats te zetten.

In het nabijgelegen Le Fief-Sauvin heeft het gemeentebestuur voor de laatste optie gekozen. Het oude kerkgebouw is afgebroken en daarvoor in de plaats is een "multifunctioneel centrum" gekomen. Modern, licht en -volgens de burgemeester- ook te gebruiken als dorpshuis.

Twee mannen in groene overalls leggen de laatste hand aan een pleintje achter het nieuwe centrum. Maar met zijn ronde dakranden, geschulpte dakbedekking en klokkentoren heeft het gebouw nog onmiskenbaar de vorm van een kerk. Binnen staat alles nog in het teken van de mis, die elke zondag en woensdag wordt gehouden. Er staan houten banken, in rechte rijen voor het altaar. Daarachter is het neogotisch koorgewelf van de oude kerk bewaard gebleven.

Een kilometer verderop, in Villeneuve, is ook gekozen voor de bouw van een nieuwe kerk. Het bedehuis ligt verscholen in de schaduw van de kerktoren, die mocht blijven staan. Ook hier een multifunctioneel centrum, dat plaats biedt voor zo'n vijftig bezoekers.

Vangnet

Kunsthistoricus Didier Rykner, uitgever van het blad La Tribune de l'Art, vindt dat de burgemeester van Le Fief-Sauvin en Villeneuve de verkeerde oplossing heeft gekozen. Hij pleit voor het behoud van de "typische" neogotische kerken in Maine-et-Loire, die zijn gebouwd na de verwoestingen tijdens de Vendée-oorlog aan het einde van de achttiende eeuw.

"Deze nieuwe kerken zijn ongetwijfeld eenvoudig te verwarmen en heel comfortabel", zegt hij. "Ze schijnen sommige inwoners wel heel erg te behagen. Maar dan is de misdaad al begaan." Hij hoopt niet dat kerken in Maine-et-Loire een voorbeeld vormen voor die in de rest van Frankrijk.

Rykner wijst op de kerk in Gesté, die net als Le Fief-Sauvin en Villeneuve tot de parochie Notre-Dame-d'Evre behoort. Het gemeentebestuur van het 2500 inwoners tellende dorp besloot op 23 mei het beeldbepalende bedehuis te slopen. Daarvoor in de plaats beloofde burgemeester Michel Baron de bouw van een zaal met 500 plaatsen - "geschikt om in tweeën te delen, mode rn, eenvoudig te verwarmen en aantrekkelijk voor de jeugd."

De totale kosten van sloop en nieuwbouw schat Baron op 1,35 miljoen euro. Dat is enkele tonnen minder dan dat een restauratie van het huidige kerkgebouw zou kosten.

Voorlopig wordt in de Saint-Pierre-aux-Liens in Gesté nog gewoon de mis gecelebreerd. Onder een groot vangnet, dat wel. Het risico op vallend gesteente is te groot.

Actiecomité

In Valanjou, 45 kilometer verderop, hebben verontruste inwoners een actiecomité opgericht. Volgens voorzitter René Cottenceau is 80 procent van de bevolking tegen de plannen van het gemeentebestuur om de in 1877 gebouwde Saint-Martin-de-Joué te slopen. Hij vindt het "vernielzuchtig" dat de gemeente de kerk vanwege "veiligheid, financiën en gebrek aan culturele waarde" wil afbreken.

Burgemeester Bernard Briodeau van Valanjou heeft berekend dat een renovatie van de negentiende-eeuwse kerk zo'n 1,5 miljoen euro kost. Dat geld is er niet en daarom vindt het gemeentebestuur dat de kerk moet worden gesloopt. Mogelijk blijven alleen de onderste delen van de toren gespaard. Die stammen uit de dertiende tot de vijftiende eeuw.

De kerk ís er ook slecht aan toe. Het pleister van de muren laat los en de toren heeft uit voorzorg een kraag gekregen - die moet voorbijgangers tegen vallende stenen beschermen. Voor de zekerheid zijn ook de straten rondom de toren afgezet met ijzeren hekken.

Bovendien telt Valanjou -een samenvoeging van twee dorpen- nóg een kerk: de centraler gelegen Notre-Dame, aan de Place Saint-Pierre. Die is wel goed onderhouden. Aan de zijkant van de kerk zijn in het voorjaar nog roze rododendrons geplant.


Denken aan de bombardementen in WO II

De sloop van de kerk in Saint-Georges-des-Gardes heeft hij niet kunnen verhinderen. Toen Alain Guinberteau de brokstukken van de negentiende-eeuwse kerk zag, moest hij denken aan de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog.

De sloop van de kerk in Saint-Georges-des-Gardes, in het departement Maine-et-Loire, staat niet op zichzelf. Volgens Guinberteau, die in het dagelijks leven websites voor gemeenten ontwikkelt, is de afbraak van negentiende- en twintigste-eeuwse kerken een nationaal probleem dat in elke Franse regio speelt.

In zijn kantoor op een industrieterrein in Cholet schrijft hij op een groot vel papier wat voorbeelden. In La Bassée in Noordwest-Frankrijk werd met goedkeuring van 75 procent van de inwoners het schip van de kerk afgebroken. De toren mocht blijven staan. In Arc-sur-Tille, bij Dijon, wist een plaatselijk actiecomité het gemeentebestuur zover te krijgen dat het opnieuw laat onderzoeken of de afbraak van de kerk wel echt nodig is.

Op de websites 40000clochers.com en clochersenperil.fr luidt Guinberteau de noodklok over alle kerken die met sloop worden bedreigd. Moeiteloos noemt hij een paar problemen waarmee deze kerken te kampen hebben: achterstallig onderhoud, geldgebrek, een geringe historische waarde.

"Sinds 1905 zijn de burgemeesters verantwoordelijk voor het onderhoud van de plaatselijke kerkgebouwen. Ze hebben daar echter vaak maar een klein budget voor, zodat er in de loop der jaren heel wat achterstallig onderhoud is ontstaan. Velen vragen zich nu af of het nog wel waard is het gebouw te laten staan."

De verleiding is dan groot om een vervallen bedehuis te slopen en er een nieuw, functioneel en goed uitziend kerkgebouw neer te zetten. "Neem nou Gesté. Daar heeft de kerk duidelijk een opknapbeurt nodig. Maar hoe komt men aan de benodigde 1,5 miljoen euro? Dat is een hoop geld voor een gemeente. Voor veel minder kunnen ze het afbreken en een nieuw gebouw neerzetten. Bovendien is voor een groot aantal kerkgangers een gebouw van beton en aluminium met comfortabele stoelen nog aantrekkelijk ook."

Maar weinig mensen zien de architectonische waarde van negentiende-eeuwse kerkgebouwen in, aldus Guinberteau. "Dat ligt bij kerken uit de vijftiende eeuw wel anders. Daarvoor stellen gemeentebesturen eerder geld beschikbaar, ook omdat het om erfgoed gaat. Deze kerken trekken dan ook veel meer toeristen."

Oók als het plaatselijke kerkgebouw uit de negentiende eeuw stamt, moeten gemeentebesturen het als nationaal erfgoed beschouwen, vindt hij. "Zonder kerken is Frankrijk geen Frankrijk. In het dorpsleven neemt de kerk een centrale plaats in. Dáár worden kinderen gedoopt, huwelijken gesloten en mensen begraven."


Onderhoud kerken is Europees probleem

Bijna een vijfde van de 15.000 kerken op het Franse platteland wordt met afbraak bedreigd. Ook in andere Europese landen is de situatie nijpend.

In Engeland is de komende vijf jaar zo'n 1,5 miljard euro nodig om de 14.500 kerkgebouwen in het land in stand te houden. English Heritage, de Britse monumentenzorg, heeft daarom de Britse regering ertoe opgeroepen 26 miljoen pond (bijna 39 miljoen euro) bij te dragen ter bestrijding van de ergste problemen. Ook de Anglicaanse Kerk, eigenaar van 80 procent van alle kerkgebouwen in Engeland, moet maatregelen nemen, vindt de organisatie.

De Rooms-Katholieke Kerk in Duitsland bezit in totaal rond de 60.000 gebouwen, waaronder ongeveer 24.500 kerken en kapellen. Een derde van deze panden is in de negentiende of de twintigste eeuw gebouwd. Renovatie van deze gebouwen kost 6 miljard euro. Een gemiddeld Duits bisdom heeft jaarlijks ongeveer 45 miljoen euro nodig voor onderhoud. Er is echter slechts een bedrag tussen de 10 en de 15 miljoen euro beschikbaar.

Volgens de Deutsche Gesellschaft für Immobilienfonds heeft bijna de helft van de protestantse godsgebouwen met problemen te kampen. In Berlijn en Brandenburg verkeren bijvoorbeeld 600 van de 2130 kerken en kapellen in "zeer kritieke" toestand. Hoofdoorzaak is een gebrek aan financiën om de kerkgebouwen te renoveren.

In Nederland zet de Task Force Toekomst Kerkgebouwen zich in om de massale verdwijning van kerkgebouwen te stoppen. De organisatie stelt vast dat bij ongewijzigd beleid de komende decennia "duizenden kerken uit Nederlandse steden en dorpen verdwijnen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 2007

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Vallende stenen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 2007

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's