"Verzoening en bekering gaan gelijk op"
Prof. De Kruijf spreekt op 25-jarig jubileum Themelios
UTRECHT - Verzoening en bekering zijn kernen van christelijk belijden. Bij het eerste leg je het accent op wat God doet, bij het tweede het accent op het appel dat op ons gedaan wordt, aldus prof. dr. G. G. de Kruijf. "In de kerkelijke traditie zijn we altijd druk bezig geweest die twee niet tegen elkaar uit te spelen."
Hij zei dat gisteren in Utrecht tijdens het symposium "Verzoening als keuze", ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de Theologische Studentengemeenschap Themelios, een van de vier disputen verbonden aan de subfaculteit godgeleerdheid van de Universiteit Utrecht.
Bekering en verzoening hangen samen als Wet en Evangelie, aldus prof. De Kruijf. "Je zou kunnen zeggen: de verzoening is de ultieme redding van onze onwil om ons te keren naar het licht van God. Het valt tegen met onze goede wil en God gaat Zelf in die tegenvaller staan."
Zo is volgens de Leidse hoogleraar christelijke ethiek direct duidelijk hoe "kostbaar en dramatisch" Gods genade is. "Er komt offer en plaatsbekleding aan te pas. De verzoening in Christus is de ultieme realiteit die we mogen verkondigen en die meteen weer goedkoop wordt als we haar losmaken van de oproep tot ommekeer. Om het geheim van de verzoening te verstaan moet je ook het nodige ontdekken van jezelf."
Verzoening tussen mensen is iets zeldzaams, zei prof. De Kruijf. "Als je onze kerkdiensten mag geloven, zou je al gauw gaan denken dat christenen specialisten zijn in verzoening en vergeving, het gaat er voortdurend over in de kerk, het lijkt er de corebusiness. Maar je verkijkt je daar gemakkelijk op. Dat kun je goed zien aan dat zinnetje uit het Onze Vader: "Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars vergeven." Het lijkt er daar op dat wij God het goede voorbeeld geven, maar in de praktijk wekt het schaamte. Wij vergeven elkaar niet zo gemakkelijk. Het is heel bijzonder als iemand een paar keer in zijn leven zegt: Ik heb het je vergeven!"
Plaatsbekledend
Nog weer anders ligt het tussen bevolkingsgroepen of volken. Dan zijn er vaak representanten, die min of meer plaatsbekledend voor hun achterban optreden. "Wie het woord verzoening gebruikt, spreekt niet de taal van het sociale contract met zijn formele doel de coƫxistentie te bevorderen. Verzoening heeft als context het verbond dat op gemeenschap uit is."
Heel algemeen is volgens de spreker te stellen dat de keuze voor verzoening tussen bevolkingsgroepen voortkomt uit de behoefte aan reiniging met het oog op de toekomst. "Slachtoffers en daders willen samen verder leven in vrede. We begrijpen wel dat daar ook belangen een belangrijke rol bij spelen. Daders zijn bang voor straf en voor het verspelen van hun economische en sociale positie en slachtoffers kunnen de daders vaak goed gebruiken. Maar hoezeer motieven ook gemengd zijn: ze willen vrede. En ze willen die bereiken door verzoening."
In dit politieke verband omschreef prof. De Kruijf verzoening als een toenadering die op vrede hoopt en boete vergt. Verzoening zoekt het genezen van verhoudingen en daarvoor is ook boetedoening nodig. "Niet zozeer omdat slachtoffers die boete eisen, maar omdat verzoening en genezing boete veronderstellen. En boete heeft altijd twee kanten: biechten en het je iets laten kosten. Denk aan de ontmoeting van Jakob en Ezau in Genesis 33: Er is een gebogen hoofd, er is de hoop dat de ander het hoofd opheft en er zijn geschenken."
Intenties
Spreken over verzoening wijst volgens hem op bepaalde intenties, zoals liefde en offerbereidheid. Het zegt niet: Wij gaan de vrede regelen. Zo blijkt uit de instelling en het werk van de Commissie voor Waarheid en Verzoening in Zuid-Afrika een bepaalde intentie. "Maar toen de commissie klaar was, was de verzoening nog niet geschied. Als we spreken over verzoening als keuze, dan letten we vooral op de intentie, niet op het resultaat. In de intentie ligt niet de garantie. Verzoening is een geheimenis, ook in de politieke setting."
De 'kunst' van de verzoening heeft volgens de Leidse ethicus ten minste drie aspecten: de waarheid moet klinken, er moet een gebaar zijn dat de toenadering uitdrukt en er moet gewerkt worden aan herstel, wederopbouw. Moeiteloos herkennen we hier volgens hem de drieslag van de Heidelberger Catechismus: ellende, verlossing en dankbaarheid. Nauwkeuriger nog is het te denken aan de rooms-katholieke biechtpraktijk: belijdenis, berouw, vergeving en genoegdoening, boete.
Maar er zijn ook de nodige dilemma's rond die drie aspecten, zoals blijkt uit de genoemde commissie in Zuid-Afrika. Wanneer heeft iemand "de waarheid" verteld? De gebaren van vergeving komen vaak onder morele druk tot stand. En hoe om te gaan met verraders in eigen kring? Herstelbetalingen worden vaak beschouwd als liefdadigheid in plaats van als morele plicht om recht te doen. Maar is er echt inzet voor vernieuwing? Worden de rechten van mensen erkend en is er inzet voor participatie van armen aan de samenleving?
Als mensen het christelijk geloof belijden en als zij kiezen voor verzoening, impliceert dat niet dat zij nu voortaan niet meer tegenvallen, aldus prof. De Kruijf. "Je zou er wanhopig van worden en aan heel zo'n verzoeningsproject niet beginnen. Maar denk het nu eens weg en de doolhof zou nog veel gecompliceerder zijn. Hoe ambivalent het verloop van zo'n proces ook is, er gaat kracht van uit, niet alleen van de intentie maar ook van allerlei uitingen. Er wordt gekozen voor een richting en die keuze zal samenbindend werken. De ervaringen van zo'n proces gaan behoren tot de verhalen die de ronde doen en nieuwe generaties vormen tot een nieuw volk. Althans, dat is de hoop die leven doet."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 2007
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 2007
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's