Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Arnold Smeets promoveert op dissertatie over Gregorius de Grote

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Arnold Smeets promoveert op dissertatie over Gregorius de Grote

"Bekering is geen vlucht uit de wereld"

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

TILBURG - Een bekering niet van maar tót de wereld. Gregorius de Grote ontdekte tijdens een ingrijpende innerlijke ervaring dat bekering niet bestaat in het zich afzonderen in een klooster, maar in missie en naastenliefde. Arnold Smeets promoveerde vandaag aan de Universiteit van Tilburg op deze 6e-eeuwse paus.

Gregorius, die paus was van 590 tot 604, kreeg na zijn dood de bijnaam "de Grote". In de geschiedschrijving wordt hij gezien als een brugwachter tussen de laatantieke periode en de middeleeuwen. Hij heet de schatbewaarder van het christelijk erfgoed uit de middeleeuwen en bouwde het pausschap uit tot een politieke en culturele factor van betekenis.

Dr. Smeets: "Gregorius is het scharnierpunt, omdat hij aan het begin van de opbouw van het West-Europese christelijke rijk staat. Rome ontwikkelde zich in zijn tijd steeds zelfstandiger ten opzichte van Constantinopel. Hij wordt niet alleen "de Grote" genoemd vanwege zijn spirituele wijsheid die van belang werd voor de monastieke traditie, maar ook omdat hij de grondslag gelegd heeft voor het pausschap, met zijn eenheid van geestelijke en wereldlijke macht. Zijn visie op de paus is echter nog ver weg van het onfeilbare Petrusambt. We moeten niet vergeten dat de Katholieke Kerk in de zesde eeuw de enige stabiele factor was in het westelijk rijk van die tijd."

Brieven

Dr. Smeets onderzocht Gregorius de Grote vooral als historische persoon in zijn tijd. In zijn proefschrift, "Conversio. Bekering en missionering bij Gregorius de Grote. Een semiotiek van het verleden" (uitg. Valkhof Pers, Nijmegen), analyseert hij drie brieven van de paus. De eerste gaat over de bekeringservaring van Gregorius. Zijn bekering wordt doorgaans gedateerd in 573, toen hij zich als monnik afzonderde van de wereld. Gregorius schrijft daarover in een brief aan zijn vriend Leander van Sevilla.

Smeets gebruikte de semiotiek van A. J. Greimas om het onderwerp in kaart te brengen. De semiotiek richt zich op het geheel van de tekst en analyseert het gebruik ervan. "Voor een historische tekst is dat het gebruik in het -voor ons- voorbije heden: Wat waren toen de intenties en wat stond er op het spel? Dat is qua methode een ander uitgangspunt dan die van de geschiedenwetenschap, die de bron als bewijsstuk uit het verleden beschouwt en vanuit het heden terug in de tijd kijkt. De semiotiek breekt de geschiedenis als het ware open, want de afloop die wij kennen uit de geschiedenisboekjes, was toen nog onbekend."

Uit de semiotische analyse van de genoemde brief van Gregorius blijkt volgens Smeets dat zijn intreden in het klooster slechts het begin van een bekeringsproces markeerde. Pas later werd dat proces voltooid, door een innerlijke bekering. Toen ontdekte hij de kracht van de (naasten)liefde en vond hij een evenwicht tussen bezinning in het klooster en actie in de wereld.

Daarmee nam Gregorius stelling in een actuele discussie. "In zijn tijd zochten velen hun heil in het klooster. Bidden in de afzondering van het veilige klooster was een antwoord op het leven in de gevaarlijke en zondige wereld. Gregorius brak met deze gedachte en hield de kloosterlingen voor dat zij niet in afzondering moesten leven. De navolging van Christus is immers naastenliefde."

Missie-instructie

Gregorius ontwikkelde hiermee een positievere kijk op de wereld: een gelovige heeft ook een verantwoordelijkheid tegenover zijn medemens. Uit de analyse blijkt dat zijn tweede bekeringservaring aan die overtuiging ten grondslag ligt. "Gregorius de Grote ontdekte dat bekering nooit kan volstaan met een zich afzonderen van de wereld. De bekering is altijd op de wereld betrokken. Zijn bekering leidt ertoe dat het goddelijke het menselijke openbreekt en in beweging zet."

De twee andere teksten -een tweetal brieven- staan te boek als "missie-instructie". Ze vormen belangrijke bronnen voor de geschiedschrijving van de kerstening van Engeland in het bijzonder en West-Europa in het algemeen. Wat de verspreiding van het christendom betreft, wordt doorgaans aangenomen dat Gregorius in eerste instantie een strategie voorstond waarin geweld een geoorloofd middel was. Later zag hij zich door de omstandigheden gedwongen voor een geleidelijke weg te kiezen. Zijn instructies voor de missie van Engeland zouden dat bewijzen.

Maar Smeets ziet geen aanleiding voor deze koerswijziging. Hij betoogt dat Gregorius de Grote zijn missiestrategie ontwikkelde vanuit zijn vertrouwen in God. "Tijdens het lezen van het boek Job komt hij tot de ontdekking dat de heidenen tot het christendom zouden komen. Het bewerkt in hem een gelovig vertrouwen op God. Het geeft hem tegelijkertijd ook ruimte voor de verantwoordelijkheid van de mens. De boodschap van beide brieven is dat bekering een zaak van het hart en het werk van God is. Missiearbeid ondersteunt Zijn onzichtbare handelen.

Heel expliciet staat die theologische boodschap te lezen in de brief aan de missiebisschop, aldus Smeets. "Dat spreekt ook voor zich: ze delen dezelfde achtergrond. In de brief aan de koning is deze overtuiging tussen de regels door sterk aanwezig. De geweldsinstructie behoort eerder tot de wapenfeiten van koningen, zeker toen, dan dat het betekenisvol is in Gregorius' missietheologie."

Journalist

Smeets (1960) trad na zijn studie aan de Theologische Faculteit Tilburg in dienst bij de KRO, waar hij werkt als programmamaker en eindredacteur bij de afdeling godsdienst en cultuur. Of zijn studie nog relevant is voor zijn werk als religieus journalist? Smeets: "Voor mij is Gregorius iemand die de tekenen van de tijd wist te verstaan, te duiden en daaraan een constructief handelen paarde. Ik heb van Gregorius geleerd hoe de wereld in elkaar steekt: enerzijds als schepping van God, anderzijds als ruimte waarin de verantwoordelijkheid van de mens gestalte krijgt. Juist deze begrippen -vrijheid en verantwoordelijkheid- zijn begrippen die er zeker in deze tijd toe doen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 2007

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Arnold Smeets promoveert op dissertatie over Gregorius de Grote

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 2007

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's