Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedreven door de herder uit Lukas 15

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedreven door de herder uit Lukas 15

EO-voorzitter ds. Van der Veer: Ik maak vuile handen in Hilversum

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als christelijk gereformeerd voorganger preekte hij toen een monnik opnieuw de gelofte deed. Deze volstrekt ongebruikelijke stap typeert ds. Arie van der Veer. Hij is bereid onwaarschijnlijk ver te gaan in zijn intense zoektocht naar "oecumene van het hart." De EO-voorzitter -dinsdag wordt hij 65- herkent zich het meest in Petrus. "Net als hij heb ik de gave van het spreken, maar daarin ligt tegelijk mijn grootste zonde."

Met het mobieltje aan het oor, staande in de deuropening, heet Van der Veer zijn gast welkom. Een verontschuldigend gebaar, gefluister: "Kom binnen, ik ben nog even bezig." Even later, beetje opgewonden: "Dit was de directeur van BNN. Samen proberen we informatie aan te reiken voor een nieuwe mediaparagraaf in het regeerakkoord." De EO-topman valt even stil. Dan: "Het is voor ons een wonder. Het hele mediaplan van staatssecretaris Van der Laan gaat van tafel. We krijgen een nieuwe kans. En dat met twee partijen aan de onderhandelingstafel, CDA en ChristenUnie, die de EO goed gezind zijn."

Wat zegt dit over de EO?

"Dat er met ons te praten valt, dat we wat te zeggen hebben. We schamen ons niet voor onze boodschap."

Dat Van der Veer uitgerekend met een vrijgevochten omroep als BNN het mediabeleid probeert te beïnvloeden, roept bij buitenstaanders vragen op, maar voor hem is het dagelijkse praktijk. "Ik werk hier met allerlei soorten mensen samen en heb mijn eigen plaats. Als gemeentepredikant waarschuwde ik de mensen voor de boze wereld. Het radio- en televisiebedrijf is zo'n boze wereld, dacht ik altijd. Het is mij meegevallen, zeg ik eerlijk. Natuurlijk, ik verkeer in de kring van omroepvoorzitters, niet in die van programmamakers of journalisten. Dat kleurt mijn beeld. Toch moet ik zeggen dat ik vele goede gesprekken heb, hier in Hilversum.

Met een man als Karel van Doodewaerd, destijds TROS-voorzitter, sprak ik over de meest wezenlijke dingen. Ook met iemand als Joop van der Reijden van Veronica deed ik dat. Mijn collega-voorzitters weten hoe ik denk en respecteren dat. Als we ergens gaan eten, wordt er voor mij stilte gevraag d." Lachend: "En er was ooit iemand die na het eten riep: Arie moet ook nog danken."

Bent u wel eens heilig verontwaardigd over de vuiligheid die andere omroepen uitzenden?

"Ik heb heel veel moeite met de programma's van omroepen als BNN en Veronica. Dat zeg ik soms ook. Maar fiolen van toorn uitgieten over collega's? Nee, dat niet. Ik ben wel bewogen met hen. Ik zoek het persoonlijk gesprek, liever dan dat ik een boze, verontwaardigde brief schrijf. Ik hou zó veel van mensen, dat ik bang ben hen te kwetsen."

Terug naar de kabinetsformatie. EO en ChristenUnie passen goed bij elkaar, maar wat heeft uw omroep met het CDA?

"Altijd heeft een deel van onze achterban CDA gestemd. De laatste jaren groeit zelfs de evangelische vleugel binnen deze partij. Dat Balkenende al twee keer op de EO-Jongerendag is geweest, heeft daarmee te maken. Evangelisch is tegenwoordig veel breder dan lid zijn van een evangelische gemeente. Het is een manier van denken, van leven. Ik ben christelijk gereformeerd, maar kan mezelf ook evangelisch noemen. Zulke christenen zijn er ook bij het CDA."

Stemt u CDA?

"Nee, ChristenUnie, maar ik heb mij als EO-voorzitter nooit politiek geprofileerd. Ik ben bang dat zoiets mijn werk voor de verbreiding van het Evangelie in de weg staat."

De EO bestrijkt met zijn half miljoen leden een achterban van mensen die behoren tot de Gereformeerde Gemeenten tot verdwaalde rooms-katholieken.

Is het niet een onmogelijke opgave voor zo'n brede achterban te werken?

"Ik weet dat bepaalde EO-programma's en -activiteiten voor RD-lezers moeilijk liggen. Ik krijg ook opzegbrieven uit deze kring onder ogen. Het doet me altijd pijn als mensen om principiële redenen bedanken. Soms schrijf ik hen persoonlijk terug en wijs ik hen op de vele EO-programma's waar ze wel achter kunnen staan. Denk aan Bijbelstudies en praatprogramma's op Radio 5 of uitzendingen met koor- en samenzang. Het hoort ook een beetje bij deze tijd, denk ik soms. Je bent het met bepaalde dingen niet eens, dus ga je weg, ook al zijn er genoeg dingen waar je het wel mee eens kunt zijn. Misschien is het ook wel een beetje Nederlands. Wellicht dat wij in een andere cultuur, met minder mogelijkheden voor christenen, meer zouden accepteren van elkaar en tot grotere offers bereid zouden zijn."

De EO bestaat 40 jaar. Zijn de onderlinge verschillen gegroeid?

"Er zijn grote onderlinge verschillen, dat zeg ik eerlijk. Maar die waren er ook onder de oprichters. Sommigen lijken de omroep te zien als een kerk, waar je het eens moet zijn met de leer om er lid van te worden. Ze willen een omroep naar hún beeld. Maar de EO is geen kerk. Er worden hier dingen gezegd waar ik als christelijk gereformeerd predikant om geschorst zou worden. Op talloze punten lopen de visies van EO-leden uiteen: de sacramenten, de eschatologie, de gaven van de Geest, Israël. Toch wordt aan iedereen die hier wil komen werken, gevraagd: Belijd je dat Jezus Christus de enige Weg tot behoud is? Dáár gaat het om."

Behalve met wensen van de achterban heeft u te maken met eisen die de overheid stelt aan de programmering.

"Vooral voor televisie is dat een worsteling. Er is aan de ene kant ruimte voor identiteitsgebonden programma's, aan de andere kant zijn er allerlei beperkingen. Een tv-Bijbelstudie over Israël kan niet 's avonds om halfnegen worden uitgezonden, want dat past niet in het schema met genres. Er is op dat moment wel ruimte voor een programma met commentaar op het nieuws. Prachtig. Maar dan zegt de overheid: "Je krijgt er alleen geld voor als je zoveelduizend kijkers trekt. Haal je de kijkcijfers niet, dan raak je die plek op de avond kwijt." We moeten als EO ons uiterste best doen om die aanpak te bedenken die kijkers trekt én vasthoudt, want velen zappen na enkele minuten al weer naar een andere zender."

De EO begon in Van der Veers tijd met tv-uitzendingen op zondag. Aanvankelijk werden de programma's vooraf gemaakt, sinds kort wordt er ook incidenteel op zondag gewerkt.

Gaat de EO steeds een stapje verder?

"Al ver voor mijn tijd zonden we op zondag uit op de radio. Daar is televisie bijgekomen. Een enkele keer wordt er op zondag opgenomen. "Steeds een stapje verder" klinkt als steeds een stapje in de verkeerde richting. Toch proberen we alleen programma's op zondag uit te zenden die bijdragen aan het bijzondere karakter van deze dag. Zelf heb ik in mijn gezin de tv op zondag uit gelaten zolang er kinderen thuis woonden. Ik kijk nu wel op zondag en weet dat ook onze achterban dat massaal doet. "Nederland zingt op zondag" trekt elke week een paar honderdduizend kijkers."

De EO houdt mensen op zondagochtend uit de kerk, zeggen critici.

"Dat gebeurt, dat weet ik. Elk jaar krijg ik brieven van kerkenraden die schrijven: "Kunt u niet stoppen met dat programma, want op huisbezoek krijgen we te horen: Ik kom niet in de kerk, ik kijk wel naar Arie." Dan schrijf ik terug: "Zeg maar tegen die mensen dat ze een groot goed missen door niet naar de kerk te gaan. "Nederland zingt op zondag" is niet bedoeld om mensen uit de kerk te houden. Het programma richt zich in de eerste plaats op zieken, ouderen die niet naar de kerk kunnen en onkerkelijken."

U levert zelf elke week een bijdrage door uw meditatie. Is "Nederland zingt op zondag" uw visitekaartje?

"Beetje wel. De laatste tijd ga ik er zelfs de straat voor op. In december ben ik op de markt in Apeldoorn geweest met de vraag: Wat is advent? Geen hond die het wist. Viel me een beetje tegen van Apeldoorn. Voor een andere uitzending stelde ik voorbijgangers de vraag: Heeft u verdriet? Ik heb altijd een Bijbel bij me en vraag de mensen of ze een tekst willen lezen voor de camera."

Wat beoogt u daarmee?

"Laten zien dat het dienen van God nog steeds midden in de samenleving plaatsvindt. Zo'n Bijbeltekst lokt vaak een gesprek uit. Soms vertellen mensen hun hele hebben en houen aan mij. Op straat. Ik ben net een evangelist. Ik zeg wel eens: Andries Knevel is met zijn programma's de man van wetenschap en politiek, ik ben de dominee van de straat."

U geeft met het evangelist-zijn wel een bijzondere invulling aan uw voorzitterschap.

"Ik heb van jongs af geweten dat ik een dienstknecht van God moest worden. Dat was een moeilijke weg, want ik ben meer een bèta- dan een alfa-man. Op de middelbare school moest ik daarom een klas overdoen. Maar ik zette door, omdat ik theologie wilde gaan studeren. In Nieuwe-Pekela, mijn eerste gemeente, was ik veel op straat te vinden. Ook bij de EO kreeg ik de mogelijkheid te evangeliseren. Ik werd gevraagd een meditatie te schrijven: voor Visie, het omroepblad. Nu maak ik er elke week vier: voor Visie, radio, tv en internet. Daarnaast heb ik mijn eigen programma's. Toch vergader ik ook veel. Ik was zelfs een poosje vicevoorzitter van de NOS. Maar mijn hart ligt bij het evangeliseren. Wat dacht je?"

Van der Veer kan zijn werk bij de EO niet doen zonder compromissen te slui ten. "Ik maak vuile handen in Hilversum, maar de zaak, de verbreiding van het Evangelie, is het me waard. Ik voel me de herder uit Lukas 15, desnoods het knechtje van de herder. Hij liet de 99 schapen in de steek om het ene schaap te zoeken. Hij liep daarbij het risico op een scheur in zijn jas, op vuile kleren. Ik heb respect voor collega's die onder de 99 schapen werken, maar laat mij met de herder het veld in gaan." Met een steelse lach: "En ik kom natuurlijk regelmatig bij de schaapskooi langs"

Kunt u een voorbeeld geven van die vuile handen?

"Ik denk aan het tv-programma "Op zoek naar een wonder" van afgelopen zomer. Het ging over gebedsgenezingen. Op een gegeven moment werd er een bezoek aan een hindoetempel gebracht. Dat werd gefilmd en op tv uitgezonden, inclusief het aanbrengen van de rode stip op iemands voorhoofd. Fout, zeg ik achteraf. Wij mogen nooit mensen onder de macht van het afgodendom brengen."

Op uw werkkamer hangt een foto van een EO-Jongerendag. Maakt u daar ook vuile handen mee?

"Zo zou ik het nooit zeggen. Integendeel. Ik raak er elk jaar van onder de indruk. Het soort muziek spreekt mij niet aan, maar er staan zo veel goede en mooie dingen tegenover. Denk aan de boodschap. Denk aan het feit dat 35.000 jongeren bij elkaar komen en zó stil kunnen zijn dat je een speld in het Gelredome kunt horen vallen. Er is die dag anderhalve politieagent nodig om de orde te bewaren. Kom daar eens om bij andere groepen jongeren in Nederland."

De door u geprezen boodschap zien critici als het opzwepen van jongeren om voor Jezus te kiezen.

"Ach ja, dat verwijt van arminianisme, dat wordt vooral door het RD in stand gehouden. Hoewel ik de laatste jaren proef dat het verslag in de krant vanuit een warm hart is geschreven. Dat was vroeger soms anders."

U heeft bevindelijk gereformeerde wortels. Kriebelen die als u op de EO-Jongerendag bent?

"Nee. Ik ben dankbaar voor de bron die mijn dorst heeft gelest. Dat ik in een ander klimaat terecht ben gekomen, erken ik. Maar juist goede wortels houden een mens staande."

Uw moeder kwam uit de Gereformeerde Gemeenten en u heeft nog steeds contact met familie aan de rechterkant van de gereformeerde gezindte. Verstaat u elkaar geestelijk nog?

"Ik heb catechisatie uit 'Hellenbroek' gehad, inclusief de les over Gods mededeelbare en onmededeelbare eigenschappen. Ik zal daar nooit lelijk over doen. Maar nu een recente ervaring. Ik was onlangs op de begrafenis van mijn laatste oom. De dienst werd geleid door een bevindelijk gereformeerde oefenaar. We zongen Psalm 89: "Gedenk, o Heer', hoe zwak ik ben, hoe kort van duur." Langzaam en met lange uithalen. Natuurlijk zong ik mee, maar ik ging er bedroefd weg. Was het om de sfeer of om de boodschap? Ik sprak er met mijn neven en nichten over. Sommigen hadden gebroken met het geloof. Anderen spraken vanuit het gemis. "We bezitten het niet, we staan van verre", zeiden ze. Ik kon er niet jaloers op worden. Met sommige familieleden mail ik nu over deze zaken. Bij een van hen ben ik uitgenodigd. Misschien dat de begrafenis toch iets goeds uitwerkt."

EO-mensen zijn vaak blije christenen. Ze lijken de geloofsstrijd te boven.

"Ik weet dat ik door genade een kind van God mag zijn, maar mijn stand in het geloof, dát is mijn worsteling."

Ds. Van der Veer past in geen enkel hokje?

"Ik sta inderdaad een beetje buiten het kerkelijk leven. Ik hou van mijn kerk, maar als ik de verslagen van vergaderingen lees, voel ik tegelijk afstand. De kerk is in haar vergaderwerk te veel naar binnen gericht. We discussiëren over de kleur van het brandblusapparaat, terwijl de wereld in brand staat."

Als er geen Christelijke Gereformeerde Kerken zouden zijn, waar werd u dan lid?

"Van de PKN."

Niet van een evangelische gemeente?

"Nee, daar ga ik alleen naar toe als bijvoer."

Uw eigen gemeente in Zwolle heeft een behoorlijk evangelische inslag.

"Dat klopt. We hebben regelmatig op zondagavond ontmoetingsdiensten. Daar wordt uit allerlei bundels gezongen. En ik ga staan met opgeheven armen als we Psalm 141, "Mijn bêe met opgeheven handen", zingen. Of ik ga door de knieën als we zingen: "Ik kniel bij Uwe kribbe neer." Ik doe wat ik zing. Natuurlijk kan alles een maniertje worden. Ook het gebed bij binnenkomst van de kerkenraad. Ik wist als kind al welke ouderling het eerst klaar was en welke het laatst. Maar daar gaat het niet om. Ik vind dat er in de eredienst ruimte moet zijn voor zaken waartoe de Bijbel zelf oproept, zoals het opheffen van de handen en het stil zijn voor God."

Welke Bijbelse figuur spreekt u het meest aan?

"Petrus. Hij kon zeggen: "Heere, Gij weet dat ik U liefheb". Maar ook: "Ik ken Hem niet." Net als Petrus heb ik de gave van het spreken, maar daarin ligt tegelijk mijn grootste zonde."

Henk Binnendijk bedacht de EO-slogan "Dichtbij God en dichtbij mensen". Van u is de term "Oecumene van het hart". Hoe ruim bent u?

"Heel ruim. Ik heb een monnik leren kennen die een echt kind van God is. Hij worstelde met de vraag of hij uit het klooster moest treden. Bovendien was hij ziek. Ik heb gezegd: "Blijf jij maar zitten." Toen hij opnieuw zijn gelofte zou afleggen, vroeg hij of ik wilde preken. Ik heb het gedaan. Tijdens die dienst begon een andere monnik spontaan te bidden voor de EO. Onvergetelijk."

U bent bezig met een serie meditaties over Gods eeuwige straf. Wat drijft u zo'n moeilijk onderwerp op de televisie te behandelen?

"Bewogenheid. We weten vanuit de Bijbel dat er velen dreigen verloren te gaan. Daarom moeten we er als christenen alles aan doen en er alles voor over hebben om mensen te waarschuwen."

Ds. Van der Veer, die nog twee jaar EO-voorzitter hoopt te blijven, laat zijn gast niet gaan zonder "goed nieuws" voor RD-lezers. "Omdat de EO 40 jaar bestaat, hebben we op zaterdag 21 april opnieuw het Gelredome afgehuurd. Nu eens niet voor een Jongerendag met jankende gitaren, maar voor een familiedag met massale psalmzang."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 2007

Reformatorisch Dagblad | 49 Pagina's

Gedreven door de herder uit Lukas 15

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 2007

Reformatorisch Dagblad | 49 Pagina's