Een leven lang werken aan Portugese Bijbel
In volle vaart komt een olifant aangestampt. Het is een wonder dat Almeida en zijn vrouw gespaard blijven op hun tocht naar Colombo. Niet het enige wonder in het leven van de man die zorgde voor de eerste protestantse Bijbelvertaling in het Portugees.
Dit voorjaar vond in Portugal een opmerkelijke gebeurtenis plaats. Opmerkelijk, want Portugal telt minder dan 1 procent protestanten. Op 6 mei wordt in het gehucht Torre Tavares een plaquette onthuld ter herinnering aan Joa~o Ferreira de Almeida, omdat 325 jaar geleden het door hem in het Portugees vertaalde Nieuwe Testament werd gedrukt. In Amsterdam, waar bijna een eeuw eerder ook al de grondig gereviseerde Spaanse Bijbelvertaling was gedrukt. Torre Tavares ressorteert onder de gemeente Mangualde en ligt in het gebied tussen de grote steden Porto en Coimbra.
Almeida, geboren in 1628 in Torre Tavares, is al jong wees. Een oom in Lissabon, een rooms-katholiek priester, belast zich met zijn opvoeding, wijdt hem in de grondbeginselen van de theologie in en leert hem Latijn. Ineens treffen we hem korte tijd in Amsterdam aan, zeggen moderne bronnen. Oudere bronnen laten hem in die tijd niet in Amsterdam, maar wel op Nederlands (en gedeeltelijk ex-Portugees) grondgebied verkeren: in de koloniën in de Oost. Dat is in ieder geval zijn tweede vaderland geworden.
Bekering
Op weg naar Malakka (Maleisië) wordt de lezing van een Spaanstalig traktaat het middel tot zijn bekering. Het geschriftje gaat over de verschillen binnen het christendom, "Diferencias de la Cristiandad". Later zou Almeida het in het Portugees vertalen, en in het Hollands: "Onderscheijdt der Christenheijdt". De 14-jarige jongeman wordt nu ook lid van de Nederlandse Gereformeerde Kerk in Oost-Indië.
Hij voelt een sterke drang om zijn leven te wijden aan het heil van Portugeessprekenden, "gebruikt te worden tot eer en lof van God alsmede voor de opbouw en uitbreiding van Zijn Kerk, en voor de bekering en zaligheid van hen die geen andere taal kennen dan de Portugese", zoals hij het zelf omschreef. Geen sprake van dat in Portugal Bijbelvertalingen in de volkstaal beschikbaar zijn. Laat staan dat ze gelezen zouden mogen worden in dit land, waar de inquisitie overal haar voelhorens heeft.
Maar wat een wonder: al "in het tweede jaar van mijn bekering" begint de jeugdige Almeida de Evangeliën en het boek Handelingen uit het Spaans in het Portugees te vertalen. Hij kent dan de Bijbelse grondtalen (nog) niet. Wel raadpleegt hij steeds de Latijnse Bijbelvertaling van Beza, Italiaanse en Franse versies, alle rechtstreeks vanuit de grondtalen vertaald. Almeida's vertaling van vijf Bijbelboeken wordt gretig overgeschreven en verspreid onder die Portugeessprekenden "die enige blijken geven van een oprechte wens om de waarheid te leren kennen." Na zeer korte tijd is zelfs het hele Nieuwe Testament in een voorlopige vertaling beschikbaar.
Ziekenbezoeker
Op zijn 20e blijkt Almeida als ziekenbezoeker in Malakka werkzaam te zijn. "Dagelijks bezoekt hij de ziekenhuizen en woningen van zieken, om hen allen te bemoedigen en te troosten met zijn gebeden en vermaningen."
Een jaar later wordt hij gekozen tot diaken en kerkenraadslid in de Nederlandse Gereformeerde Kerk. In dit ambt is hij twee jaar lang verantwoordelijk voor het beheer van een armenfonds. Tegelijk werkt hij door aan zijn vertaling van het Nieuwe Testament. Bovendien zorgt hij voor een versie in het Portugees van de Heidelberger Catechismus.
Ook in Batavia heeft hij als ziekenbezoeker gewerkt en hij heeft er tegelijkertijd zijn theologische studie afgemaakt. Bovendien leert hij de Hollandse predikanten daar Portugees, geen overbodige luxe in een gebied waar Portugal de eerste kolonisator was en waar nog zo veel mensen Portugees spreken.
Wanneer hij toelating verzoekt tot de officiële predikantsopleiding, houdt hij "met welsprekendheid" een proefpreek over Romeinen 10:4. Ruim vier jaar later doet hij eindexamen. Pas een jaar nadien echter wordt hij als predikant bevestigd en uitgezonden voor het werk onder de Portugeessprekenden op Ceylon, het huidige Sri Lanka, eveneens vanouds een Portugese kolonie, maar in 1638 door de VOC veroverd.
Op Ceylon trouwt hij met Lucrecia de Lamos, een meisje van Nederlandse afkomst dat evenals hij een rooms-katholieke achtergrond heeft. Het echtpaar krijgt een zoon en een dochter. Tijdens een van de tochten door Ceylon vindt het incident met een olifant plaats. Almeida rijdt te paard, zijn vrouw reist mee in een draagstoel. Als hij iets voor is op de dragers, komt er plotseling een olifant op de draagstoel afgestormd. De dragers slaan op de vlucht. Maar de olifant, "door wonderlijke bewaringe Godts, deed de vrouw geen quaat, maar sloegh met zijn tromp op de tente van den Pallenkijn en trompette eens helder uyt, en daarmede ging hij zijn oude tret."
"Paaps bijgeloof"
Veel weerstand ondervindt Almeida op Ceylon. Eerst al in het zuiden, later in de stad Colombo. Hij spreekt zich in scherpe bewoordingen openlijk uit tegen "paaps bijgeloof." De gouverneur van het eiland dient daarover een klacht in bij het gouvernement in Batavia. Als hij in Colombo staat, probeert men hem zelfs te beletten in het Portugees te preken.
Ook als hij later nog een jaar in Zuid-India preekt, wordt hij tegengewerkt. De inlanders wensen niet door Almeida gedoopt te worden en hun huwelijken mogen niet door hem worden ingezegend. Wat was er namelijk gebeurd? In de Portugese kolonie Goa, aan de westkust van India, was op last van de inquisitie in het openbaar de beeltenis van Almeida verbrand. Dat kwamen ze ook elders in India te weten.
Tijdens zijn ambtelijke loopbaan bekwaamt Almeida zich steeds meer in het Grieks en het Hebreeuws, en ook in het Hollands. Dan pas durft hij zijn complete en steeds bijgeschaafde vertaling van het Nieuwe Testament ter goedkeuring voor te leggen aan de kerkelijke autoriteiten en de VOC. Het traject is lang en ontmoedigend. Hij zendt zijn manuscript in arren moede naar Holland, om het dan maar voor eigen rekening te laten drukken, maar daar steken de kerkelijke autoriteiten een stokje voor. Toch wordt in 1681 het Nieuwe Testament in Amsterdam gedrukt, en een jaar later komen de eerste exemplaren in Batavia aan. Er zitten nog steeds vertaalfouten in, maar vooral een menigte grove fouten van de revisoren. Dat bericht gaat naar Holland. Alle nog niet verkochte exemplaren worden op last van de VOC vernietigd. Dat moet ook gebeuren met de exemplaren die al in Batavia liggen.
Met de hand
Maar Almeida weet er een aantal te redden. Die worden met de hand gecorrigeerd, opdat in zo veel mogelijk Portugeessprekende gemeenschappen in de Oost dit werk toch eindelijk beschikbaar komt. Eén zo'n exemplaar is nu nog te bewonderen in het British Museum in Londen. Nog tien lange jaren besteedt Almeida aan grondige revisie. Inmiddels is hij ook begonnen aan de vertaling van het Oude Testament. Omdat hij "vanwege zwakte en ouderdom" vervroegd met emeritaat moest, heeft hij al na een jaar de vijf boeken van Mozes klaar. Als hij in 1691 overlijdt, is hij gekomen tot Ezechiël 48:21.
Jacobus op de Akker, ook van Nederlandse afkomst, volgt Almeida op als predikant van de Portugeessprekende gemeente in Batavia. Hij maakt het vertaalwerk af en is daar in 1694 mee klaar. Maar pas meer dan vijftig jaar later wordt het Oude Testament, in twee delen, in Batavia gedrukt. Dat heeft alles te maken met de politiek van de VOC, die gebruik van het Portugees wil terugdringen.
Nog steeds is de Almeidavertaling de meest gebruikte Portugese Bijbel. In Portugal zelf, met zijn geringe aantal protestanten, worden niet bepaald de meeste exemplaren afgezet. Veel meer belanden er in de vroegere Portugese koloniën Angola en Mozambique. En vooral in het immense Brazilië (207 keer Nederland), waar het Braziliaans Bijbelgenootschap op grote schaal enkele gereviseerde edities verspreidt.
Het Bijbelgenootschap Trinitarian Bible Society in Londen heeft in 1994, na een "voorzichtige revisie", een editie uitgebracht die als enige volledig is gebaseerd op de massoretische Hebreeuwse tekst en op de Griekse Textus Receptus. Naast de complete Bijbels zijn er de afgelopen jaren ook miljoenen exemplaren van het NT in deze versie verspreid, vooral door de Braziliaanse Gideons.
Toen halverwege de 19e eeuw het zendingswerk in Brazilië enigszins structuur kreeg, gaven rooms-katholieken de groeiende groep protestanten een opmerkelijke bijnaam: de Bijbels ("Bíblias"). Almeida zou het ongetwijfeld een erenaam gevonden hebben.
Almeida
1628 - Joa~o Ferreira Annes d'Almeida geboren in Torre de Tavares, Portugal
1642 - Bekering en overgang tot protestantisme
1644 - Eerste vertaalwerk aan het Nieuwe Testament
1648 - Ziekentrooster in Malakka
1654 - Grondiger vertaling NT in het Portugees compleet
1656 - In Batavia bevestigd tot predikant van de Nederlandse Gereformeerde Kerk
1657 - Echtpaar Almeida vertrekt voor ambtelijk werk naar Ceylon
1663 - Terugkeer naar Batavia; verantwoordelijk voor Portugeessprekende gemeente
1668 - NT gereed voor de druk
1681 - Druk Portugese vertaling NT, in Amsterdam
1687 - Almeida op medisch advies met emeritaat; werkt aan nieuwe revisie NT en aan vertaling OT
1691 - Almeida overlijdt op 6 augustus
1694 - Vertaling Oude Testament voltooid door ds. Jacobus op den Akker
1748/1753 - Portugees OT gedrukt in Batavia, in twee delen
1819 - Complete Portugese Bijbel gedrukt in Londen, in één band
1972 - Biografie van Almeida door de Nederlandse taalgeleerde dr. J. L. Swellengrebel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 2006
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 2006
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's