Botsende werelden
Teruggekeerd asielzoekersgezin Babayan zet zich in voor ontwikkeling Armenië
Ooit verbleven ze met hun drie kinderen als vluchtelingen in Nederland. Nu, bijna vier jaar na hun terugkeer naar Armenië, zijn Gevorg en Naïra Babayan op bezoek in het land dat hun asielverzoek indertijd afwees. "Ik houd van Armenië, maar van de mentaliteit die er heerst, ben ik voor een groot deel vervreemd."
Ze zitten in de woonkamer bij landgenoten in een Arnhemse flat, waar ze enkele dagen logeren. Voorafgaand aan een internationaal congres van de European Christian Political Movement (ECPM) in Brussel, waaraan ze mede op uitnodiging van de ChristenUnie deelnemen, zijn ze weer even in Nederland.
"Het is net alsof ik niet ben weggeweest", zegt Babayan, die de taal nog opvallend goed beheerst. "Soms heb ik heimwee naar Nederland." Zijn vrouw, die zich wat meer op de achtergrond houdt, knikt instemmend.
Ongeveer twaalf jaar waren Gevorg en Naïra Babayan (beiden 38) sinds 1991 weg uit hun vaderland. Vanwege de oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan vluchtte het echtpaar indertijd met hun anderhalf jaar oude dochter Nellie naar Duitsland. Omdat ze daar uiteindelijk geen verblijfsvergunning kregen, keerden ze eind 1997 terug naar het land van de Ararat. "We kregen er veel problemen, onder meer door de enorme corruptie. Het lukte ons niet daar opnieuw te beginnen", zegt Babayan.
Binnen een jaar reisde het gezin opnieuw naar Europa en vroeg het in Nederland asiel aan. Een periode van wachten brak aan. Babayan voelde er weinig voor zijn dagen in verveling door te brengen. Hij zette een eigen vertaalbureau op, dat hij bij de Kamer van Koophandel inschreef. Ook raakte hij als vrijwilliger betrokken bij de Nederlandse Zakbijbel Bond (ZBB). Mede via dit werk kwam hij in aanraking met talloze Armeniërs, die -hoewel in naam christen- weinig van de Bijbel bleken te weten. Onder hen ging Babayan, die kerkelijk vooral meeleefde met de Vergadering van Gelovigen in Eindhoven, evangeliseren.
Het gezin kreeg een negatief antwoord op zijn asielaanvraag. Pogingen om op grond van Babayans werk als vertaler in Nederland te kunnen blijven, li epen eveneens op niets uit. Intussen bood de ZBB hem een volledige, betaalde baan aan. De Armeense vluchteling hoopte op grond van een werkvergunning zich hier alsnog te mogen vestigen, maar kreeg opnieuw nul op het rekest. "We hadden drie aanvragen lopen en kregen drie keer een negatieve beslissing. We konden daartegen nog in beroep gaan, maar hebben dat niet gedaan. We waren moe van alle procedures."
Brugfunctie
Mede door contacten met het toenmalige CU-Kamerlid Leen van Dijke ging Babayan zich op nieuwe mogelijkheden in zijn vaderland oriënteren. "Van Dijke vroeg of ik een taak zou kunnen hebben bij de ontwikkeling van mijn land en een brugfunctie zou kunnen vervullen in de toenemende contacten tussen Armenië en Nederland. We kwamen ook in contact met de werkgroep Armeense kindertehuizen van Pax Kinderhulp, die hulpgoederen naar Armenië stuurde en een vaste contactpersoon ter plekke zocht."
Alles afwegend zag het echtpaar Babayan het als zijn roeping vrijwillig naar Armenië terug te keren. "Het belangrijkste was voor mij dat ik het evangelisatiewerk dat ik in Nederland onder mijn landgenoten was begonnen, in mijn eigen land wilde voorzetten. We wilden als christen in ons land leven en ons geloof uitdragen. Daarnaast wilden we ons inzetten voor diverse projecten die vanuit Nederland waren gestart."
Op 19 januari 2003 stapte het gezin op het vliegtuig naar Yerevan. Het was een ingrijpende verhuizing. "Wij waren zelf al vele jaren weg uit Armenië. De kinderen kenden het land niet. Nellie was te jong, toen we voor het eerst vluchtten. Veronika is in Duitsland geboren en Mary Nicole in Nederland. Voor hen was Armenië totaal onbekend", zegt Babayan.
De flatwoning die het gezin in het verleden had, bleek door derden te zijn verkocht en inmiddels door anderen te worden bewoond. Uiteindelijk kreeg Babayan een deel van de koopsom terug. Na enige tijd door familie te zijn opgevangen, kon het gezin een flat met drie slaapkamers in de hoofdstad Yerevan huren. "De eerste twee jaren was het vooral 's winters koud. Afgelopen winter hadden we voor het eerst centrale verwarming. Veel van onze landgenoten moeten die nog steeds missen."
Omwegen
Omdat Gevorg en Naïra zich door middel van vrijwilligerswerk wilden inzetten voor de opbouw van hun land, gingen ze niet op zoek naar een betaalde baan. Een achterbancomité vanuit onder meer de Vergadering van Gelovigen in Eindhoven voorziet in hun levensonderhoud. Een unieke situatie, erkent Babayan. "Als je totaal geen inkomsten hebt, krijg je in Armenië een uitkering van omgerekend 15 euro per maand. Je moet echt zelf iets ondernemen. Dat is vaak niet gemakkelijk, zeker niet voor asielzoekers die terugkomen."
Voor hemzelf verliep de terugkeer ook minder gemakkelijk dan hij had gedacht. "Ik ben bouwingenieur. Vroeger maakte ik tekeningen en die werkte ik uit. Dan wist ik hoe het resultaat zou zijn. Toen ik naar Armenië ging, had ik ook een plan voor ogen. Maar het was als het ware een bouwtekening die ik had gemaakt terwijl ik niet ter plekke was. De werkelijkheid was anders. Ik wilde graag via de kortste weg naar mijn doel, maar moest allerlei omwegen maken. Dat vroeg veel tijd en energie, en correctie van plannen."
Hoewel Babayan zich geen zorgen hoefde te maken over het levensonderhoud van zijn gezin, speelden cultuurverschillen hem parten. "Neem iets eenvoudigs als het verkeer. Ik was in Nederland orde gewend. In Armenië is het op straat een chaos. Bijna niemand houdt zich aan de regels. Ik werd er helemaal nerveus van."
Het voorbeeld staat niet op zichzelf, aldus Babayan. "Als mensen het in het verkeer niet zo nauw nemen met de regels, zie je dat op andere terreinen terug." Hij hapert even. Vervolgt dan: "Begrijp me goed. Ik houd van Armenië. Het is een prachtig land met een rijke historie en cultuur en een gastvrij volk. Ik wil me er graag voor inzetten. Maar van de mentaliteit die er heerst ben ik voor een groot deel vervreemd."
Corruptie
Het bleek niet eenvoudig zijn plannen, zoals het opzetten van een boekhandel en uitgeverij met christelijke lectuur, te verwezenlijken. "Als ik een plan wilde uitvoeren, deed ik dat op de Nederlandse manier. Daarbij liep ik aan tegen corruptie en andere vormen van onrechtvaardigheid.
Ambtenaren en zakenmensen gedragen zich soms alsof ze koningen zijn. Ik probeerde menselijk te zijn, maar die houding werd door anderen misbruikt. Ik geef niemand de schuld. Iedereen is bezig zijn brood te verdienen. Maar ik werd letterlijk ziek van de situatie. Twee werelden in mijn hoofd botsten met elkaar. Bijna een jaar na terugkomst in Armenië werd ik overspannen", aldus Babayan.
Ook zijn vrouw had met aanpassingsproblemen te maken. "Ik vond het vooral moeilijk om te zien hoe mijn kinderen, die in Nederland helemaal waren geïntegreerd, opnieuw moesten beginnen. Dat was voor hen heel lastig. Nellie zit nu in de eerste klas van de hogere opleiding na het voortgezet onderwijs. Zij wil daarna graag in Nederland studeren, maar we weten niet of dat mogelijk is.
Alle drie de kinderen -ze zijn nu 6, 13 en 17 jaar- willen in de toekomst niet in Armenië wonen. Ze zien Nederland als hun thuisland. Ook zij zien de verschillen. Als een meisje in Armenië trouwt, moet ze bijvoorbeeld met haar man bij haar schoonouders gaan wonen. Dat soort dingen is voor onze kinderen heel vreemd."
Ondanks de reïntegratieproblemen zetten Gevorg en Naïra Babayan zich voor diverse projecten in hun vaderland in. Zo organiseerden ze in de zomermaanden enkele malen evangelisatiekampen voor kinderen. En Babayan richtte, gesteund door de Nederlandse ChristenUnie, de Christian Peoples' Unity of Armenia (CPUA) op, waarvoor hij zo'n twee dagen in de week werkzaam is. Deze interkerkelijke organisatie streeft naar de doorwerking van christelijke waarden en normen in politiek en maatschappij en is aangesloten bij de ECPM.
Babayan: "We laten zien hoe je een land democratisch en rechtvaardig kunt besturen, met onder meer het Nederlandse model als voorbeeld. In de drie grootste provincies hebben we al presentaties verzorgd. De kleinere willen ook graag dat we komen. Overigens betekent dat niet dat ze onze plannen meteen overnemen. Er is soms tegenstand, vooral als het de positie van mensen raakt."
Winterschoenen
Gemiddeld anderhalf tot twee dagen per week is het echtpaar actief voor een werkgroep van Pax Kinderhulp. "We steunen twaalf kindertehuizen en internaten. Daar verblijven in totaal zo'n 1500 kinderen. De helft van hen is wees. De andere helft kan vanwege sociale of financiële problemen niet thuis wonen. We hebben gesprekken met de leiding van de scholen en met de ministers van Sociale Zaken en Onderwijs. Er is veel vraag om hulp. We kijken wat het meest nodig is."
De hulpgoederen koopt Babayan in eigen land. Het gaat om zaken als waspoeder, shampoo, babyvoeding en luiers. Ook richt hij zich op de uitvoering van speciale projecten. "Een Nederlandse school heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat 125 kinderen van een dovenschool in Yerevan winterschoenen kregen. Bij een andere school konden we dankzij steun vanuit Nederland een speeltuin met zeven speeltoestellen plaatsen, die allemaal aan de Nederlandse veiligheidseisen voldoen."
Volgende week hopen Gevorg en Naïra Babayan hun werkzaamheden in Armenië weer op te pakken. Opnieuw zullen ze Nederland met een zekere weemoed verlaten. Maar de hernieuwde contacten met vrienden, bekenden en de Nederlandse instanties waarmee ze samenwerken, hebben hun goed gedaan, zegt Naïra. "We zijn hier opgeladen voor ons werk in Armenië. We hebben weer kracht om een poosje door te gaan."
Meer informatie: www.armeense-kindertehuizen.nl.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 2006
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 2006
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's