Een vuurbaak voor het kerkelijk leven
Remonstranten nemen besluit over nieuwe geloofsbelijdenis
ROTTERDAM - De algemene vergadering van bestuur van de Remonstrantse Broederschap (RB) buigt zich volgende week zaterdag in de Geertekerk in Utrecht over een nieuwe geloofsbelijdenis. Die moet de leden richting geven, een baken en wegwijzer zijn voor het kerkelijk leven. "Maar het is geen absolute belijdenis. Niemand hoeft haar te ondertekenen."
Voor de Remonstrantse Broederschap, die zo'n 8000 leden telt, is het een historische dag als een tweederdemeerderheid zich vóór de nieuwe geloofsbelijdenis uitspreekt. De Rotterdamse remonstrantse predikant dr. T. R. Barnard, die vorige week in Leiden promoveerde op een onderzoek naar de Remonstrantse Broederschap tussen 1850 en 1940, verwacht geen problemen. Volgens hem zal de nieuwe belijdenis voor sommigen te orthodox zijn, voor anderen te vrijzinnig. "Maar de gemiddelde remonstrant zal zich er in kunnen vinden."
Episcopius
De remonstranten stelden tweemaal eerder een belijdenis op. De eerste, van Simon Episcopius, dateert uit 1621. De oprichtingsvergadering van de remonstranten in Antwerpen vond een belijdenis een voorwaarde voor de aanvraag van een vergunning tot het uitoefenen van de godsdienst. De remonstranten schaften deze belijdenis in 1861 weer af, omdat ze te eenzijdig zou uitgaan van het "sola Scriptura" en het daarbij in het licht van de moderne Bijbelkritiek niet te handhaven goddelijk gezag.
De tweede belijdenis kwam tot stand aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, "ter handhaving van de geloofswaarheid in een tijd waarin die waarheid wordt bedreigd." De nieuwe belijdenis moest daarom "duidelijk en concreet" zijn, vonden de remonstranten.
Nu ligt er een herziene versie op tafel. Voor remonstranten zijn belijdenissen tijdgebonden documenten, benadrukt dr. Barnard. "Ze zijn ontstaan onder specifieke omstandigheden. De huidige, herziene belijdenis is opgesteld met het oog op de verscheidenheid binnen de Remonstrantse Broederschap. Wat bindt ons samen? Een belijdenis kan mensen richting geven."
De RB zelf omschrijft de nieuwe geloofsbelijdenis dan ook als een "baken en wegwijzer voor het kerkelijk leven" die dient tot "opbouw, versterking en verdieping van de geloofsgemeenschap." Zo'n belijdenis "doet een beroep op het persoonlijk geloof en geweten, zonder daarover te heersen." "Hier staan de remonstranten voor", zegt dr. Barnard. "Maar het is geen absolute belijdenis. Niemand hoeft haar te ondertekenen."
Persoonlijk
De korte inleiding bij de tekst spreekt nadrukkelijk uit dat geen enkele belijdenis een onweersprekelijk gezag bezit. "Naar remonstrants besef komt een officieel aanvaarde belijdenis zeker niet, zoals sommigen vrezen, in plaats van de persoonlijke belijdenis, die nieuwe leden veelal schrijven. Wel kan zij voor hen een hulp zijn bij het formuleren van de eigen belijdenis."
Dr. Barnard: "Wie lid wil worden van een remonstrantse gemeente, brengt zelf onder woorden wat hij of zij gelooft. Dat is nooit goed of fout. Natuurlijk, als de tekst heel orthodox of boeddhistisch overkomt, dan kan zo iemand zich beter ergens anders aansluiten."
Zie ook pag. 19: "Een verstoten kind, een vrijzinnige kerk".
Belijdenis 2006
De nieuwe geloofsbelijdenis van de Remonstrantse Broederschap hanteert de volgorde "Geest, Christus, God".
- "Wij beseffen en aanvaarden dat wij onze rust niet vinden in de zekerheid van wat wij belijden, maar in verwondering over wat ons toevalt en geschonken wordt; dat wij onze bestemming niet vinden in onverschilligheid en hebzucht, maar in wakkerheid en verbondenheid met al wat leeft; dat ons bestaan niet voltooid wordt door wie we zijn en wat we hebben, maar door wat oneindig groter is dan wij kunnen bevatten.
- Door dit besef geleid, geloven wij in Gods Geest die al wat mensen scheidt te boven gaat en hen bezielt tot wat heilig is en goed, opdat zij, zingend en zwijgend, biddend en handelend, God eren en dienen.
- Wij geloven in Jezus, een van Geest vervulde mens, het gelaat van God dat ons aanziet en verontrust. Hij had de mensen lief en werd gekruisigd maar leeft, zijn eigen dood en die van ons voorbij. Hij is ons heilig voorbeeld van wijsheid en van moed en brengt ons Gods eeuwige liefde nabij.
- Wij geloven in God, de Eeuwige, die ondoorgronde liefde is, de grond van het bestaan, die ons de weg van vrijheid en gerechtigheid wijst en ons wenkt naar een toekomst van vrede.
- Wij geloven dat wij zelf, zo zwak en feilbaar als wij zijn, geroepen worden om met Christus en allen die geloven verbonden, kerk te zijn in het teken van de hoop. Want wij geloven in de toekomst van God en wereld, in een goddelijk geduld dat tijd schenkt om te leven en te sterven en om op te staan, in het koninkrijk dat is en komen zal, waar God voor eeuwig zijn zal: alles in allen.
Aan God zij de lof en de eer in tijd en eeuwigheid. Amen."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2006
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2006
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's