Om de oude lijn
Echt christelijk gereformeerd is Bewaar het Pand
Al langer was er in een deel van de Christelijke Gereformeerde Kerken sprake van verontrusting over de koers van het kerkverband. Dé aanleiding tot de oprichting van Bewaar het Pand, veertig jaar geleden, vormde echter een aantal besluiten van de generale synode van 1963. Secretaris ds. A. van Heteren: "Menselijk gesproken heeft Bewaar het Pand scheuringen voorkomen."
Het gesprek heeft plaats bij ds. M. Vlietstra, in Zeist. Hoewel inmiddels 81 jaar oud, is de emeritus predikant nog altijd voorzitter van de stichting. "Ik wil er iedere keer mee ophouden", gaf hij onlangs aan in familieblad Terdege, "maar dan zeggen de anderen: "Blijf nou rustig zitten, het gaat goed zo."
Helemaal vanaf het begin is hij niet bij Bewaar het Pand betrokken, althans niet actief. "Ik was nog jong", zegt ds. Vlietstra, "ik stond in die tijd in IJmuiden. Eigenlijk wilde ik het eerst een beetje aankijken: Zou Bewaar het Pand geen breekijzer gaan vormen?"
Kanselboodschap
Dat er zorgwekkende ontwikkelen waren binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), constateerde de generale synode van 1953 al. Het bracht de hoogste kerkelijke vergadering er -unaniem- toe een kanselboodschap, een "getuigeniswoord in alle liefde en vermaan te doen uitgaan."
In dit "Getuigenis", opgesteld door prof. G. Wisse, stelde de synode onder meer vast dat er "helaas ook onder ons" verschijnselen zijn "die ons met grote zorg vervullen. Onder welke we als een voorbeeld noemen een soms waar te nemen verslapping van de ernst in de behandeling der ons toebetrouwde zielen. Waarom we allen allereerst oproepen, om óp en ónder de kansel en in al de ambtelijke arbeid diep doordrongen te zijn van het tijdelijk en eeuwig wel en wee, zowel der bekeerden als der onbekeerden, opdat toch vooral het onderscheidend, ontdekkend, onderwerpelijk en bevindelijk element in prediking, catechisatie, huisbezoek etc. krachtig aanwezig zij."
Ten aanzien van "de jeugd" wekte de synode de kerken op tot "uiterste voorzichtigheid." Wie de jeugd wil behouden met "middelen aan de wereld of ook wel aan verkeerde jeugdlusten ontleend", aldus het Getuigenis, "zal daardoor de jeugd des te meer voeren in de armen van de jeugdvijand satan. Met name willen we hier noemen: het op jeugdmanier toneelspelen; te ernstiger en wanstaltiger als de z.g. toneelstukken nog met een godsdienstige tint aannemelijk moeten gemaakt worden. Tevens dienen weekend-kampen, waardoor de Dag des Heeren wordt ontheiligd, absoluut veroordeeld te worden."
Hoop
"Onvoorstelbaar eigenlijk", zegt ds. Van Heteren, "dat zo'n kanselboodschap met algemene stemmen werd aanvaard - en ook vanaf alle kansels is voorgelezen. In dat opzicht moet je vaststellen dat onze kerken alleen maar verder uit elkaar zijn gegroeid."
Even gaf het Getuigenis hoop, aldus de Urker predikant. "Je mocht toch verwachten dat deze boodschap iets uitwerkte, tot bezinning leidde."
Maar de ontwikkelingen gingen door, en toen de generale synode van 1963 de nieuwe vertaling, de NBG '51, vrijgaf voor gebruik en toestemming verleende voor evangelisatiediensten op televisie, leidde dat -opnieuw- tot grote verontrusting.
Een scheuring was in deze omstandigheden niet ondenkbaar. Toch kwam het zover niet. Ds. Van Heteren: "Verschillende predikanten en leden uit het meest behoudende deel van onze kerken sloegen de handen ineen en besloten te komen tot de uitgave van een blad. Om op die manier, positief, invloed te kunnen uitoefenen op de koers van ons kerkverband."
Voedsel
Dat blad kreeg de naam Bewaar het Pand, "tot bevordering van de handhaving der oude Gereformeerde Beginselen." Redactieleden waren ds. G. Blom, ds. R. Kok, ds. H. van Leeuwen, ds. D. Slagboom, ds. C. Smits, J. van Heteren, Joh. van der Lee en B. van der Wal. Zij richtten ook de stichting Bewaar het Pand op.
Ds. Vlietstra loopt de kamer uit, komt even later terug met twee zwarte banden vol oude nummers. "Hier, het eerste nummer." Het verscheen op 14 april 1966, vorige week veertig jaar geleden. In zijn "Ter inleiding" benadrukte ds. Blom de "noodzaak van een dergelijke uitgave." Er zíjn wel "allerlei kerkelijke bladen", maar "die geven in het algemeen geen voedsel voor de ziel, geen leiding aan het geestelijk leven."
De bedoeling van het nieuwe blad, schreef de predikant verder, is niet "te gaan strijden tegen personen, maar wel om het op te nemen voor de waarheid, die onze vaderen hebben voorgestaan en die Gods kinderen lief geworden is."
Panddag
Anno 2006 telt Bewaar het Pand 4100 abonnees, binnen de CGK, maar ook daarbuiten. Sinds het begin van de jaren zeventig organiseert de stichting ook ontmoetingsdagen. Op twee plaatsen tegelijk en altijd op de zaterdag na Pasen - komende zaterdag dus weer. Daarnaast worden er de laatste jaren ambtsdragersconferenties belegd, en ook die blijken in een behoefte te voorzien, aldus ds. Van Heteren. "We krijgen er goede reacties op."
Toch lopen ook hier de bezoekersaantallen terug. "Ik herinner me nog goed hoe ik als jochie met mijn grootouders naar de panddag in Sliedrecht ging. Dan zat de Bethelkerk vol, 1500 mensen. Dat halen we nu niet meer."
Veertig jaar Bewaar het Pand. Bleef het Pand bewaard?
"Ik denk dat we nog altijd hetzelfde nastreven. We willen de oude lijn van onze kerken, van 1834, 1892, Reformatie en Nadere Reformatie, handhaven. In dat opzicht moet je ook zeggen dat niet wij veranderd zijn, maar onze kerken. Echt christelijk gereformeerd is Bewaar het Pand."
Ds. Vlietstra: "Die vernieuwingsdrang hè. Ook in sommige vanouds behoudend e gemeenten. Je ervaart soms zo'n weerstand tegen de oude lijn. Ik las laatst in een gedenkboek een gesprek met vier vrouwen, een beetje van mijn leeftijd. Het ging over vroeger, over hoe het toen ging. Ja, dan kreeg je huisbezoek, vertelde een van hen, en dan kwam de dominee samen met de ouderling. Dan zat je daar: vader, moeder, de kinderen op een rijtje. "En dan vroegen ze of je al bekeerd was." Dat hè, de bijna snerende toon waarmee zo'n huisbezoek nu wordt afgedaan."
Ds. Van Heteren: "Tegelijk zie je dat juist in gemeenten waar allerlei vernieuwingen worden doorgevoerd de prediking verschraalt, de catechismus vaak niet meer gepreekt wordt en de tweede kerkdienst steeds slechter wordt bezocht."
Ds. Vlietstra: "Ik bedoel dit voorzichtig, maar neem ook de avondmaalsvieringen. Vroeger kon je soms zo blij zijn als er een nieuweling aankwam. Het lijkt wel of avondmaal vieren nu iets vanzelfsprekends is geworden. Het wonder gaat er zo af."
Ds. Van Heteren: "Je merkt ook hier dat het evangelische denken steeds meer invloed krijgt binnen onze kerken. Een blij geloof. Wat je vaak mist, is de doorleving van de zonde, de schuld. Die droefheid naar God, waarover prof. Wisse zo'n prachtig boekje heeft geschreven."
Ds. Vlietstra: "Ik zit er wel eens wat over na te denken. En af en toe denk ik dan: Bedoelen ook sommigen van onze jongere predikanten nog wel altijd hetzelfde als wij bedoelden? Wordt er soms bijvoorbeeld niet wat al te veel aansluiting gezocht bij de puriteinen?"
Ds. Van Heteren: "We moeten er inderdaad oog voor houden dat onze vaderlandse bodem óók zo veel moois heeft voortgebracht. Smytegelt, hoe diep gaat hij vaak. Ik bedoel: Juist onze kerken hebben altijd oog gehad voor het beginnende leven. Vandaag hoor je nogal eens dat als je Christus niet kent als Borg, je helemaal niets hebt. Maar in het boek van prof. Wisse over de drie ambten van Christus lees ik toch iets anders."
Ds. Vlietstra: "Al moeten we aan de andere kant weer oppassen dat we de christen met zijn ervaringen te veel centraal gaan stellen."
Zijn de fronten van nu nog dezelfde als die van veertig jaar geleden?
Ds. Van Heteren: "Voor een deel bestaan de oude fronten nog steeds. Maar er zijn andere bijgekomen. De invloed van het evangelische denken bijvoorbeeld. Dat mensen zich laten overdopen. Of een thema als homoseksualiteit. Elke tijd brengt zijn eigen vragen met zich mee."
Ds. Vlietstra: "Tegelijk hoeven we het verleden echt niet te idealiseren. En een deel van de jeugd is nog steeds erg betrokken. Dat geeft me ook wel eens hoop."
Ds. Van Heteren: "Ik kan dat alleen maar onderschrijven. Ik had dit jaar 24 belijdeniscatechisanten. Een heel fijne groep."
Hoe wordt er binnen uw kerkverband in den brede tegen Bewaar het Pand aangekeken?
Ds. Van Heteren: "Ik denk toch dat velen onze intentie wel onderschrijven. Men weet dat wij niet uit zijn op scheuring."
Ds. Vlietstra: "Mensen hebben soms een karikatuurbeeld van ons. Dat we alleen maar tegen liturgische vernieuwingen zijn, of dat we alleen maar hel en verdoemenis preken."
Ds. Van Heteren: "Wat dat laatste betreft: toch schrik je geweldig als uit een recente enquête van het blad CV.Koers blijkt dat ook een deel van onze predikanten eigenlijk geen raad meer weet met de hel. Hoe is het toch mogelijk, denk je dan."
Heeft Bewaar het Pand ooit overwogen de CGK te verlaten, ten tijde van de zaak-Loonstra bijvoorbeeld?
Ds. Van Heteren: "Menselijk gesproken moet je vaststellen dat Bewaar het Pand scheuringen juist heeft voorkomen. Omdat je niet alleen staat. Ds. Vlietstra heeft in een interview ooit gezegd dat door middel van onze stichting mensen bij de CGK zijn gebleven die anders hadden afgehaakt. Ik denk dat hij daarin gelijk heeft."
Geen eigen bureau
Als een soort Gereformeerde Bond binnen de CGK wil de secretaris Bewaar het Pand niet beschouwen. "We hebben geen eigen bureau, geen eigen zendingsorganisatie, geen bond voor evangelisatie; eigenlijk alleen een blad. Hoewel, misschien zou je evangelist Bor in Gent als Bewaar het Pandevangelist kunnen zien?"
"Maar", zegt ds. Vlietstra, "net als de Gereformeerde Bond willen wij staan op de bodem van Schrift en belijdenis."
Ds. Van Heteren: "En dat kán in onze kerken ook nog steeds. We hebben dat gezien in de zaak-Loonstra, die zijn boekje over homofilie uiteindelijk heeft teruggenomen. Je ziet het nu ook in de classis Utrecht, die de samenwerkingsgemeente in Nieuwegein heeft teruggefloten omdat ze vrouwelijke ambtsdragers wil toestaan."
Hoe ziet u de toekomst van Bewaar het Pand, en van de CGK als geheel?
"Ds. Van Heteren: "Ds. J. H. Velema zei nog niet zo lang geleden dat hij het niet onvoorstelbaar acht dat een deel van onze kerken zich meer en meer gaat richten op de Nederlands gereformeerden en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, en een deel, het Bewaar het Panddeel, op de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk. En dan kunnen wij niet in de toekomst kijken, maar ik denk inderdaad dat de contacten tussen Bewaar het Pand en de HNHK zullen groeien, zeker op plaatselijk niveau. Ik sluit ook niet uit dat ons blad ooit nog eens opgaat in het orgaan van de HNHK, zoals ook Het Gekrookte Riet daarin is opgegaan. Maar, een-twee-drie zie ik dit allemaal nog niet gebeuren."
Ds. Vlietstra: "De HNHK heeft voorlopig ook nog genoeg aan zichzelf. Ze moet eerst in een wat rustiger vaarwater terechtkomen."
Ds. Van Heteren: "Toch zie je wel bepaalde ontwikkelingen. De gezamenlijke ambtsdragersconferenties bijvoorbeeld, zoals die vorig jaar door de kerkenraden van Urk en Werkendam werden georganiseerd. Maar we weten het niet."
Ds. Vlietstra: "Laten we ons vooral richten op de triomferende Kerk. Die is zó vast."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2006
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2006
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's