Lessen in nederigheid
Bisschop Muskens: Voedselbanken vormen een permanente aanklacht tegen onze samenleving
Hij trok ooit een etmaal op met zwervers in Amsterdam en verkocht na afloop zijn slaapzak bij opbod voor een goed doel. Landelijke bekendheid kreeg hij vooral door zijn uitspraak dat hij een arme die een brood steelt, daarover niet zwaar zal vallen. Bij orthodoxe protestanten valt de bisschop van Breda niet op door principiële stellingnames die de kloof tussen Rome en Reformatie zouden kunnen verkleinen. Zijn sociale bewogenheid kan ook hun echter nauwelijks ontgaan. Dr. Tiny Muskens: "Abraham Kuyper was misschien wel de enige authentieke en zelfbewuste leider die ons land de afgelopen eeuwen heeft gekend."
Precies op de afgesproken tijd loopt dr. Muskens (70) de ontvangstkamer in zijn ambtswoning in Breda binnen. Hij neemt plaats aan tafel, voor een schilderij waarop de gekruisigde Christus staat afgebeeld. In de asbak liggen twee half opgerookte sigaren. Naast zijn koffiekopje valt het boek "De gereformeerden" van Agnes Amelink op. De bisschop kreeg het een dag eerder toegestuurd van een lezer van het Nederlands gereformeerde blad Opbouw, maar had nog geen tijd zich erin te verdiepen. Hij ontving het geschenk nadat het kerkelijke periodiek een artikel had gepubliceerd over een bezoek dat een emeritus predikant en een theologiestudent onlangs aan hem brachten. "Ik ben in beeld bij de protestanten", zegt Muskens lachend.
Uit zijn jeugd in het rooms-katholieke, Brabantse Elshout herinnert hij zich dat de kloof met protestanten sterk werd beleefd. "Aan de andere kant van de Maas lagen plaatsen als Wijk en Aalburg en Woudrichem. We hoorden dat daar bij de protestanten hel en verdoemenis werd gepreekt. Op een begrafenis werd gezegd dat de overledene voor de rechterstoel van Christus kwam te staan om gestraft te worden. Bij ons zeiden ouders daarom als de kindertjes stout waren: "Als je niet oppast, stuur ik je naar Wijk en Aalburg.""
Later, tijdens zijn studie aan het rooms-katholieke seminarie Haaren, verdiepte Muskens zich beter in de wereld van de protestanten. "Ik schreef een scriptie over Abraham Kuyper. Waarom over hem? Ik had behoefte om die man, die zo principieel en met een totale geloofsovergave in de politiek stond, te begrijpen. De wereld heeft zelfbewuste en authentieke leiders nodig. Die hebben we in Nederland nauwelijks gekend. Kuyper was in de afgelopen eeuwen misschien wel de enige. Hij heeft wat gedurfd met zijn kleine luyden. Ik heb van hem geleerd dat je niet bang moet zijn om voor je principes te staan en jezelf in de nationale arena neer te zetten."
Muskens noemt het opvallend dat de gereformeerde dr. Kuyper goed bevriend was met de leider van de Rooms-Katholieke Staatspartij in zijn tijd, mgr. Schaepman. "Toen hij stierf, stuurde Kuyper een telegram naar Rome, nota bene in het Latijn: "Quis non fleret?" Wie zou niet huilen? Schaepman had de katholieke zuil opgericht, Kuyper de reformatorische. Toch hadden die twee veel respect voor elkaar."
In "Wees niet bang", de beschrijving van uw levensverhaal, noemt u de eerste uren van de dag, als het licht begint te worden, de fijnste gebedstijd. Waar bad u voor bij het ochtendgloren deze morgen?
"Voor vrede op de wereld natuurlijk. En voor de bevordering van een goede verstandhouding tussen de verschillende religies. Dat zijn mijn vaste gebedsintenties."
U bewaart bijzondere herinneringen aan uw vrome moeder. Haar geloof, zegt u, draaide om Jezus en de liefde voor Hem. Wie is Hij voor u?
"Jezus is mijn Steun en Toeverlaat. Hij motiveert mij om te werken zoals ik doe."
U zegt niet: Hij is mijn Redder?
"Dat is Hij ook, ja. Mijn Verlosser. Hij geeft mij perspectief op de eeuwigheid."
De kerk heeft in uw ogen weinig toekomst als zij niet voldoende aandacht geeft aan de persoonlijke dimensie van het geloof. Wat bedoelt u daarmee?
"Ik ben opgegroeid in de katholieke zuil. Iedereen in ons dorp was katholiek. Er waren katholieke scholen, je was lid van de katholieke boerenbond, aangesloten bij de katholieke boerenleenbank, ging naar de katholieke sportvereniging. Het gevaar daarvan was dat mensen zo opgingen in de sociale solidariteit dat ze vergaten het geloof persoonlijk te verwerken.
In de negentiende eeuw had dat tot gevolg dat duizenden arbeiders die vanuit West-Brabant naar de industrie in Rotterdam trokken na een paar maanden hun geloof kwijt waren. Ze hadden de sociale druk niet meer. Dat laat zien dat het van groot belang is het geloof te verinnerlijken, een persoonlijke ik-jij-relatie met Christus op te bouwen."
Voor Luther uitte de persoonlijke dimensie van het geloof zich in de vraag: hoe word ik rechtvaardig voor God? Herkent u dat?
"Nee, ik leef niet zo met de leer van de rechtvaardiging. Ik heb ook niet het gevoel dat ik de hele dag in zonde leef. Dat past naar mijn idee meer bij zware protestanten. Ik bid elke dag "Heer, ontferm U over ons", maar de vraag of ik wel gerechtvaardigd word, speelt in de beleving van mijn geloof geen rol."
In zijn werk als bisschop straalt Muskens een grote maatschappelijke betrokkenheid uit. Jaren geleden al werd hij geraakt door de armoede in de wereld. "Ik heb acht jaar in Indonesië gewerkt, ben later in Brazilië en in diverse Afrikaanse landen geweest. Daar heb ik geweldig veel armoede gezien en is mijn grote belangstelling voor dit vraagstuk ontstaan.
Het contrast tussen rijken en armen binnen de derde wereld is enorm. In Jakarta bezocht ik een generaal die een zeer luxe leven leidde. De woonkamer van zijn huis had een glazen vloer, met daaronder een groot aquarium met goudvissen. Daar leefde hij boven, terwijl de armen een paar meter verderop niet wisten hoe ze overeind moesten blijven.
We moeten de derde wereld helpen, maar tegelijk niet zuinig zijn in het geven van kritiek op de tekortkomingen van deze landen, de oorzaken van hun ellende."
Tien jaar geleden voerde u in Den Haag actie om aandacht te vragen voor armoede in Nederland. Hoe verhoudt die zich tot wat u in de derde wereld tegenkwam?
"Bij ons is armoede vooral sociale uitsluiting. Veel zestigplussers redden het niet om van de AOW of hun pensioentje rond te komen. Zij zijn niet in staat om bijvoorbeeld de rol van grootvader en grootmoeder te spelen zoals ze dat graag zouden willen. Dat probleem moeten we niet onderschatten."
Een paar duizend Nederlanders waren deze winter verstoken van gas en licht omdat ze de rekeningen niet meer konden betalen. Voedselbanken schieten als paddenstoelen uit de grond. Wat is er mis?
"De totale welvaart in ons land is zo gigantisch dat we ons moeten schamen voor de noodzaak van voedselbanken. Ze vormen een permanente aanklacht over hoe slecht onze samenleving is geordend. Wat dat betreft is er de laatste tien jaar niets wezenlijks veranderd."
U besprak de problematiek indertijd met premier Kok. Wat zou u nu premier Balkenende op het hart willen binden?
"Aanleiding voor het gesprek met premier Kok waren mijn uitspraken over de Troonrede bij de eerste begroting van het paarse kabinet, dat een veel te rooskleurig beeld schetste van de situatie in ons land. Ik vroeg aandacht voor de problemen die ik signaleerde. Die zijn er nog steeds. Alleen al in een stad als Breda leven volgens de politie elke nacht 200 mensen op straat. Ik ben geen politicus die concrete maatregelen bedenkt om dat probleem op te lossen, maar ik constateer wel dat er iets mis is. Ik zou Balkenende op het hart willen binden iets te doen tegen de sociale uitsluiting van velen in onze samenleving."
U sprak de overheid meer dan eens aan op maatschappelijke problemen. In hoeverre ziet u voor de kerk een taak weggelegd bij het zoeken naar oplossingen?
"De kerk moet voortdurend initiatieven nemen aan de basis. In Breda hebben we in diverse wijken huizen geopend waar mensen kunnen komen buurten, op adem kunnen komen, wat eten en drinken krijgen. Ook zijn er vanuit de kerk loketgroepen actief. Vrijwilligers helpen vanuit de katholieke inspiratie mensen om bij de gemeente het juiste loket te vinden om aanspraak te maken op regelingen die op hen van toepassing zijn. Door de enorme bureaucratie weten velen zelf de weg erheen niet te vinden.
Ons bisdom heeft ook iemand vrijgesteld om zich bezig te houden met de boerenproblematiek. Die wordt sterk onderschat. De Europese regelgeving veroorzaakt ontzettend veel leed. Veel boeren kunnen hun schulden niet meer terugbetalen en gaan uiteindelijk failliet. De kerk heeft deskundigheid in huis om hen bij hun persoonlijke noden, die het gevolg zijn van economische maatregelen, te begeleiden.
Mijn oudste broer kon zijn kinderen ook niet meer op de boerderij krijgen omdat ze opzagen tegen de geweldige rompslomp die dat meebrengt. Hij heeft de grond, het voorvaderlijk erfgoed van vier eeuwen lang, vol laten planten met 60.000 bomen. De overheid subsidieerde dat. Dan was er weer een boer minder en werd de grond toch nog aardig gebruikt."
U vroeg in de loop der jaren vaak aandacht voor de maatschappelijke nood van mensen. Ligt het niet meer voor de hand dat een bisschop zich vooral op de geestelijke nood richt?
"Het een kan niet zonder het ander. Als je de geestelijke nood wilt lenigen maar geen aandacht hebt voor de vraag of mensen brood op tafel hebben, spreekt dat van geen kanten aan. In de praktijk hebben de media alleen aandacht voor het laatste. Elk jaar geef ik een Paasbrief uit. Daarmee wil ik de mensen hoop en perspectief bieden. Die boodschap wordt in de parochies besproken, maar dat staat niet in de krant."
Binnen de Nederlandse bisschoppenconferentie is Muskens momenteel verantwoordelijk voor de interreligieuze dialoog. In de praktijk spitst die zich voor een groot deel toe op de islam. "Vlak voor de Kerst heb ik tien imams uitgenodigd voor een lunch. We moeten vertrouwen in elkaar ontwikkelen en respect hebben voor elkaars geloof. Een dialoog kun je alleen voeren vanuit respect voor de godsdienstvrijheid.
Wat mij dwarszit, is dat islamieten die niet erkennen. Christenen in het Midden-Oosten hebben geen vrijheid van godsdienst. In Saudi-Arabië wonen 1 miljoen katholieken. Die mogen nog niet met z'n tienen bij elkaar gaan staan om het Onze Vader te bidden.
Respect voor andermans overtuiging houdt in dat je die niet verbiedt als je toevallig zelf in de meerderheid bent. Dat was voor katholieken overigens ook een leerproces. Paus Pius IX wees in de negentiende eeuw de godsdienstvrijheid nog af. Honderd jaar later werd die op het Tweede Vaticaanse Concilie wel in de leer van de kerk opgenomen. Het kan dus lang duren. Ik hoop dat de islamieten ook ooit zover komen. Dat is een noodzakelijke basis voor vreedzaam samenleven."
In Indonesië kwam u haat predikende moslims tegen. Hoe moeten we in Nederland omgaan met radicale imams?
"Islamieten moeten zich natuurlijk aan de Nederlandse wet houden en veiligheid voor iedereen waarborgen. Terroristen moeten we altijd en overal aanpakken. Radicale imams mogen niet de ruimte krijgen om mensen op te jutten.
Overigens moet deze kwestie primair binnen de moslimgemeenschap aan de orde worden gesteld. Helaas is deze zeer verdeeld."
Brengt u in de dialoog met de islam de persoon van Christus ter sprake?
"Nee, de nadruk ligt op het in een goede verstandhouding met elkaar verkeren. Je kunt islamieten uitleggen wat je gelooft, maar als je gaat getuigen en zegt dat Christus heeft bevolen iedereen te dopen in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, dan zie je ze niet meer terug. Ik kan hooguit met hen spreken over God. Toen ik in een Turkse moskee op bezoek kwam, zei iemand tegen mij: "Ik zie u vaak op televisie maar ik hoor u dan te weinig zeggen dat de mensen in God moeten geloven.""
Waarmee de indruk wordt gewekt dat christenen en moslims dezelfde God zouden dienen.
"Ja, er is maar één God. Er kunnen er geen twee zijn."
De Heere Jezus zegt: "Niemand komt tot de Vader dan door Mij." Die boodschap is ook voor moslims van belang.
"Dat zou ik graag naar voren willen brengen, maar wat heeft het voor zin om dat te doen als ik vooraf weet dat de mensen dan zullen opstaan en weglopen? Het vergt jaren om een goede verstandhouding met moslims op te bouwen. Ik hoop dat ze daardoor gaan proeven wat mijn geloof inhoudt, wat mijn motivatie is, en op die manier tot het inzicht komen dat het christendom het ware geloof is, dat Christus de Bevrijder van mensen is."
In de breedte van de samenleving hunkeren veel mensen naar spiritualiteit, stelt de bisschop vast. Hij legt een stapel boeken op tafel van auteurs als Anselm Grün en Willigis Jäger, die in korte tijd vele herdrukken beleefden. "Afgelopen maand is een 81-jarige pater benoemd op Nyenrode, om de heren en dames op deze eliteschool wat spiritualiteit bij te brengen. Anders hollen ze te veel door in het economische en politieke denken. Unilever en Philips hebben tegenwoordig stiltecentra om hun managers tot inkeer en rust te brengen, hen uitgebalanceerde persoonlijkheden te laten worden. Het uiteindelijke doel is natuurlijk dat ze beter functioneren en nog meer geld opleveren, maar het is toch een teken aan de wand.
Een van mijn grote zorgen is dat onze theologen op de faculteiten en het seminarie er niet in slagen literatuur op dit gebied te produceren. Veel mensen zoeken nu hun antwoorden op spirituele vragen bij seculiere auteurs. De kerk zou aan de honger op dit vlak tegemoet moeten komen. Zelf hoop ik dit jaar met de uitgave van mijn boek "Opmaat tot eeuwigheid" een bijdrage aan de bezinning te leveren."
Wat is voor u de kern van een Bijbelse spiritualiteit?
"Ja, wat is de kern van het geloof? Overgave aan God. Ons zodanig bezighouden met de dingen van deze wereld, de vergankelijkheid, dat het perspectief op de eeuwigheid blijft bestaan en wordt beleefd."
In 1999 werd u tweemaal getroffen door een herseninfarct. Hoe heeft dat uw leven veranderd?
"Ik ben er nederiger, bescheidener door geworden. Het heeft mijn gevoel van afhankelijkheid van God sterk vergroot. Ik heb de Psalmen nooit zo intens gebeden als toen. Veel psalmteksten zijn heel mooi voor mensen die zwaar worden beproefd."
In de periode na uw ziekte las u "De stad Gods" van Augustinus. Welke betekenis heeft zijn boek voor ons vandaag?
"Augustinus kabbelt pagina na pagina voort, 1104 bladzijden lang. Maar hij raakt ineens enthousiast, er komt ineens dynamiek in zijn boek, als hij over Plato begint. Hij gebruikt diens filosofie om het christendom te verwoorden. Augustinus ontleent in zijn geschriften honderden citaten aan Griekse filosofen en drama's. Zaden van het Woord zijn ook in andere godsdiensten en filosofieën aanwezig en we hoeven niet bang te zijn om daar gebruik van te maken. Dat geldt ook vandaag in onze volstrekt geseculariseerde cultuur."
In de laatste uren van uw leven hoopt u de gelegenheid te hebben Johannes 13 tot en met 17 te kunnen lezen, zei u ooit. Waarom die hoofdstukken?
"Op de dag van mijn priesterwijding in 1962 heb ik 's morgens eerst op mijn kamer die hoofdstukken gelezen. Een priesterwijding kent zo veel rituelen dat je er helemaal in kunt opgaan, waardoor je zelfs op zo'n dag aan verinnerlijking niet toe zou komen. Daar wilde ik 's ochtends een voorschot op nemen door de ambiance van het laatste avondmaal op me te laten inwerken. Ik wilde erbij gaan zitten om te horen wat Christus tegen Zijn leerlingen zegt en te zien hoe Hij met hen omgaat. Dat hoop ik niet alleen vlak voor mijn sterven, maar nog vaak te kunnen lezen."
U wilt niet begraven worden bij de bisschoppen van Breda, maar achter de kerk van Elshout. Welke tekst zou u op uw grafsteen willen zetten?
"Ik kreeg pas een brief van het kerkbestuur waarin staat dat ze een plek voor me hebben gereserveerd. Op katholieke grafstenen staan een naam, de geboorte- en sterfdatum. Als ik er een Bijbeltekst op zou zetten, zouden de mensen zeggen: "Hij is zeker in Wijk en Aalburg geweest." Dat moet ik dus maar niet doen", zegt de bisschop lachend. Dan, weer serieus: "Maar er zal wel een kruis op staan, als teken van hoop."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 2006
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 2006
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's