Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vereerd, verguisd en toch niet vergeten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vereerd, verguisd en toch niet vergeten

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gebeurt nog wel eens dat men bij een orgel na verloop van tijd de dispositie wijzigt. Er komen dan registers bij of er worden registers vervangen. Ook vindt wel eens uitbreiding plaats van de kas met een rugwerk of pedaaltorens. Maar dat een herinneringsplaat van de orgelkas wordt weggehaald uit rancune, daar weet ik geen voorbeeld van - of het moet het orgel zijn van de hervormde kerk aan de Zuid-Hollandse dijk te Loon op Zand.

Zeven kilometer bij de Zuid-Hollandse dijk vandaan staat de grote rooms-katholieke kerk van Loon op Zand. Deze is gewijd aan St.-Jans Onthoofding. Sedert de vrede van Munster in 1648 zijn daar de gereformeerden bijeengekomen rondom Gods woord. Dat werd niet van harte toegestaan, want de sleutel was zogenaamd zoek toen het bedehuis zou worden overgedragen aan de hervormden. Op last van de schout werd een gat in de deur geramd, zodat een jongen door het gat van binnenuit de deur kon openen. Deze kerk was echter veel te groot voor de gereformeerden en het onderhoud kostte veel te veel.

Een gedeelte van het bedehuis werd gebruikt als rommelhok voor de brandweer. Een ander deel werd paardenstal. Er groeiden vanwege achterstallig onderhoud takken van een vlierboom door het bedehuis. De meeste protestanten woonden ver bij de kerk vandaan, aan de Zuid-Hollandse dijk, vanouds de grens tussen Brabant en Holland. Er werd op den duur uitgezien naar een kleinere locatie te midden van de protestanten. Niet dus onder de druk van de constitutie van 1798, waardoor in de dagen van Napoleon de kerk van een dorp of stad overgedragen werd aan die geloofsgemeenschap die de meeste aanhang had, zodat de meeste kerken in Brabant weer in handen van de roomsen kwamen.

Op 3 juli 1804 werd de eerste steen gelegd van de nieuwe kerk aan de Zuid-Hollandse dijk. Na de ingebruikname van die kerk werd met zekere regelmaat ook nog een dienst gehouden in de grote kerk.

In 1821 besliste koning Willem I alsnog dat de rooms-katholieken eigenaar van de grote kerk moesten worden. Dit alles geschiedde door de geweldige aandrang van de roomsen bij de koning, al was in de wet van 1801 ook bepaald dat degene die aan het begin van die eeuw bezitter was het ook mochten blijven.

Mogelijk was het feit dat de Loonse protestanten een nieuwe kerk in bezit hadden voor de koning een extra reden om de grote kerk toch aan de rooms-katholieken te gunnen. De hervormde gemeente ontving 5000 gulden vergoeding, precies genoeg om de schuld op de nieuwe kerk af te lossen. Tevens werd bepaald dat de protestanten die bij de oude kerk begraven lagen niet opgegraven mochten worden.

De nieuwe kerk heeft verschillende dienaren van het woord gehad die naam hebben gekregen in de geschiedenis der kerk, zoals Yme Doornveld en Arend Vroegindewey, die de historie van de kerk beschreef, en niet te vergeten Pieter Zandt, die daar een korte maar toch zegenrijke periode gestaan heeft.

Aanvankelijk had de kerk geen orgel, zoals de meeste hervormde dorpskerken. Toen vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw overal orgels werden aangeschaft, bleef ook Loon op Zand niet achter. Het was de rooms-katholieke orgelbouwer Adema uit Amsterdam die opdracht kreeg een orgel te bouwen voor de inmiddels tachtigjarige kerk. Adema bouwde vele orgels voor roomse kerken, die als paddenstoelen uit de grond schoten.

Dit alles gebeurde in de dagen dat W. Ringnalda daar predikant was. Zegenrijk heeft hij mogen arbeiden. Ook was hij een zeer begeerd predikant, want hij kreeg in korte tijd 42 beroepen. Hij was blijkbaar ook een groot voorstander van een orgel in de kerk, want uit blijk van waardering voor zijn arbeid verzamelde de gemeente geld voor het orgel. Ook werd in vergulde letters een langwerpige herinneringsplaat aangebracht met daarop de volgende woorden: "Gesticht uit achting voor den Weleerwaarde Heer W. Ringnalda." Dat moet voor Ringnalda wel een verrassing zijn geweest toen hij op 5 juli 1885 bij de inwijding sprak over 1 Korinthe 10:31: "Doet het al ter ere Gods."

Toen kwam in 1886 de Doleantie. Hoewel Ringnalda -net als zijn vader die in Utrecht met de doleantie meeging- daar sterk mee sympathiseerde, vond men het in Loon op Zand niet de tijd om de oude kerk te verlaten. In een brief aan de eerste dolerende gemeente, Voorthuizen, schrijft men in februari vanuit Loon op Zand dat men het voorbeeld niet kan volgen, "meenende dat hij zich heeft te buigen onder de oordeelen Gods en die niet heeft te ontloopen, dat hij in zijn eigen gemeente wenscht te handelen overeenkomstig Gods Woord, dit gehoorzamende boven de reglementen."

Toen Ringnalda echter het 42e beroep dat op hem werd uitgebracht, door de hervormde gemeente Harmelen, in september 1886 aannam, was hij binnen nog geen jaar met de kerkenraad en een deel van de gemeente in doleantie. Gevolg was dat de oud-predikant van Loon op Zand vanaf dat moment dolerend predikant heette en geen recht meer had op een hervormde kansel. Ook moest hij de pastorie verlaten.

Dat betekende dat zowel in Harmelen als in Loon op Zand de oud-predikant niet meer welkom was en dat zijn naam in laatstgenoemde plaats verdween van het orgel. Men kon niet dulden dat de naam van een dolerende predikant voorkwam op het orgel in een hervormd kerkgebouw. Slechts twee jaar was zijn naam te lezen. De herinneringsplaat werd verwijderd en elders bewaard.

De tijd heelt echter alle wonden. Bij de laatste restauratie van het orgel is zowel orgel als kas weer in oude luister hersteld. Sedert 3 oktober 1997 staat na 110 jaar toch weer onder het orgel te lezen dat het instrument is gesticht "uit achting voor den weleerwaarde heer W. Ringnalda." Loon op Zand, 1885

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2005

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Vereerd, verguisd en toch niet vergeten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2005

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's