Eenzaam in de kerk
"Omzien naar mensen in nood kun je niet aan een diaconie uitbesteden"
De eenzaamheid in de Nederlandse samenleving neemt de omvang van een epidemie aan. Een steeds grotere groep heeft, te midden van 16 miljoen medelanders, geen mens. Ook in kerkelijke kring klinkt die klacht. "Het omzien naar elkaar is een wezenskenmerk van de christelijke gemeente. Dat wordt te weinig beseft."
Op het tafeltje naast haar stoel ligt een stapel nieuwe boeken. De biografie van James Renwick, een geschrift van Isaäc da Costa, preken van Thomas Boston en Bernardus Smytegelt. Het meest content is weduwe Jellie van der Plaat met de aanwinst die ze recent tweedehands kon aanschaffen: "Het zien op Jezus", van Ambrosius. "Alleen de titel al. Dat de Heere Jezus naar deze aarde kwam om verloren zondaren te redden, daar kom je nooit over uitgedacht."
Op oudere leeftijd huwde ze een weduwnaar, ondernemer met elf kinderen. "Mijn moeder kon er niet van slapen, maar het is allemaal goed gegaan." Een heupoperatie bracht haar twee jaar geleden tot het besluit de ruime woning in Nieuw-Lekkerland te verwisselen voor een kamer in het Goudse Huize Winterdijk. "In het begin miste ik het dorp wel. Ik heb het daar altijd goed gehad, ook kerkelijk. Toch heb ik de draad vrij gemakkelijk opgepakt. Ik ben heel goed opgevangen door de gereformeerde gemeente hier."
De kinderen komen regelmatig op bezoek. "Terwijl het niet eens mijn eigen kinderen zijn. Daar kunnen anderen een voorbeeld aan nemen. Veel kinderen zouden wel wat meer aandacht mogen besteden aan hun ouders. Dat zie ik ook hier, terwijl dit toch een kerkelijk huis is. Meer dan eens hoor ik bewoners zeggen: "Wat heeft het leven nog voor zin? Het is zo alleen.""
Schaduwkant
De oud-wijkverpleegkundige ziet het niet als haar taak eenzame lotgenoten actief te bezoeken. "Ik heb een druk leven gehad, op een gegeven moment is het genoeg. Wel ga ik regelmatig naar een van de zitjes. Als mensen er behoefte aan hebben, kunnen ze bij me komen zitten en praat ik met ze."
De 80-jarige weduwe is ervan overtuigd dat er meer eenzaamheid is dan pakweg dertig jaar geleden. "De saamhorigheid in de maatschappij is afgenomen, de mensen worden steeds materialistischer. In de Achterhoek, waar ik jarenlang heb gewerkt, stond men altijd voor elkaar klaar. Dat is bijna helemaal weg."
Tegelijk waarschuwt ze voor verheerlijking van het verleden. "De ouders trokken in de Achterhoek vaak bij de kinderen in. Daar kunnen we nu mooi over praten, maar ik heb de schaduwkant gezien. Een van de jongens heeft voorgesteld dat ik bij hem zou komen inwonen, dat heb ik niet gedaan. Geef mij maar dit. Dan ben je allebei vrij."
Zondags wordt ze twee keer opgehaald, door jonge echtparen die haar naar de kerk rijden en terugbrengen. De wijkouderling komt ook tussen de reguliere huisbezoeken nog wel eens langs. En dan is er de bejaardenbezoekster uit de gemeente die regelmatig op de koffie komt.
Bejaardenbezoek
Voor Wim Drooger, algemeen secretaris van het deputaatschap Diaconale en Maatschappelijke Zorg van de Gereformeerde Gemeenten, is het een herkenbare situatie. Steeds meer gemeenten besteden bewust aandacht aan eenzaamheid onder ouderen. Niet zonder reden.
"Van zowel ambtsdragers als directies van zorginstellingen krijg ik signalen dat het eenzaamheidsprobleem ook in onze kring toeneemt. De kinderen wonen vaak verspreid over het land, het aantal tweeverdieners neemt snel toe. Daardoor wordt het minder eenvoudig om vader of moeder te bezoeken. Het gevolg is groeiende eenzaamheid, ook onder bejaarden die met honderd anderen in een huis zitten. Blijkbaar is de drempel naar de kamer van de buurman of buurvrouw hoog. Daarin speelt de karakterstructuur van mensen een rol, maar dat is niet de enige factor. Het contact met buren en kennissen is geen volwaardig alternatief voor het contact met kinderen."
Die wetenschap is voor Drooger geen reden om de betekenis van kerkelijke groepen voor bejaardenbezoek te relativeren. Waar mogelijk probeert hij die in het leven te roepen. "Veel gemeenten hebben al een werkgroep voor praktische thuishulp. Door de professionalisering van de thuiszorg in de laatste jaren kregen die moeite met het invullen van de doelstelling. Zelfs dusdanig dat soms de vraag naar boven komt of de groep niet moet worden opgeheven. Dat raad ik met klem af. Door de wijziging in de wet- en regelgeving zal de behoefte aan mantelzorg weer toenemen. En de opdracht kan anders worden ingevuld. Nu wacht men vaak af tot er een hulpvraag komt. We moeten toe naar de situatie dat elke gemeente een vrijwilligersgroep kent die actief eenzame gemeenteleden opzoekt."
Toerusting
In het programma voor Gerichte Toerusting van Ambtsdragers plande Drooger voor het komende seizoen een bijeenkomst waarin wordt nagedacht over de praktische invulling van diaconale zorg. "In veel zaken moet de diaconie niet in de eerste plaats uitvoerend zijn, maar aanvoerend. Diakenen kunnen de vraag inventariseren en de infrastructuur voor hulpverlening scheppen. Vrijwilligers kunnen daaraan vervolgens concreet gestalte geven. Rondom mensen die echt eenzaam zijn, zou een sociaal netwerk opgezet moeten worden."
Opvallend is voor Drooger de bereidheid om daaraan mee te werken. "Ook onder mensen die een drukke baan hebben. Wat dat betreft moeten we de situatie niet te zwart voorstellen. Wel zie je de trend dat mensen liever geen verplichtingen met een open eind aangaan."
Ook Meta Floor, gemeenteadviseur missionair diaconaal werk voor de kerkprovincie Gelderland van de PKN, houdt zich de laatste tijd intensief bezig met de vraag hoe eenzaamheid onder ouderen kan worden bestreden. "In gesprekken met diakenen adviseer ik hun niet alleen in te steken op de zorgkant: een bezoekregeling voor bejaarden, een bloemetje met hun verjaardag, een bakje met Kerst. Een aantal ouderen vindt dat geweldig, maar er is ook een forse groep die daar niet op zit te wachten en er ook niet bij gebaat is.
Het is belangrijk bij ouderen niet alleen in te zetten op de zorgkant, maar juist ook op hun kracht. Iemand die zich alleen voelt, is er soms meer bij gebaat zich in te zetten voor anderen dan dat hij of zij regelmatig bezoek ontvangt uit de kerkelijke gemeente. Ik ken een dame van negentig die aangeeft dat ze oude mensen helpt. Dat doet ze ook werkelijk. Dat voorkomt, zonder dat ze dat bewust beoogt, eenzaamheid bij haarzelf. De meeste mensen tussen de 60 en 65 jaar zijn nog aardig vitaal. Deze groep zou veel actiever ingezet kunnen worden, bij het ondersteunen van kwetsbare ouderen en tal van andere activiteiten in de gemeente. Ze hebben vaak een schat aan kennis en ervaring."
Verlieservaringen
De eenzaamheidsproblematiek laat zich volgens de gemeenteadviseur lastig in kaart brengen. "Mensen geven niet zo snel aan dat ze eenzaam zijn. Eenzaamheid heeft ook niet altijd te maken met het gemis aan contacten. Er zijn mensen die twee contacten hebben en zich daar prima bij voelen, anderen hebben een uitgebreid sociaal netwerk en voelen zich desondanks eenzaam."
Dé risicogroep wordt volgens Meta Floor gevormd door alleenstaande ouderen die hun partner hebben verloren. "Mensen die altijd alleen hebben gewoond, hebben geleerd een sociaal netwerk te onderhouden. Als echtparen heel sterk op elkaar gericht zijn, zie je vaak ernstige eenzaamheidsproblemen wanneer een van de twee wegvalt. Er is een nauwe samenhang tussen eenzaamheid en verlieservaringen. Het verlies van man of vrouw, het verlies van werk, het verlies van gezondheid, het verlies van vrienden."
Richting diaconieën benadrukt de Gelderse gemeenteadviseur het belang van het beïnvloeden van lokale overheden. "De toenemende eenzaamheid heeft niet alleen te maken met vergrijzing en individualisering. Er zijn ook allerlei concrete factoren. Je ziet mensen geïsoleerd raken omdat ze de contributie van de sjoelclub niet meer kunnen betalen en geen geld hebben voor cadeautjes voor de kleinkinderen. Met als gevolg dat ze maar thuisblijven. Soms noodgedwongen. De bus die langs het verzorgingshuis reed, is wegbezuinigd. Je kunt dan een groep vrijwilligers vormen om ouderen op te halen, je kunt ook proberen de verantwoordelijke wethouder te overtuigen van het belang van die buslijn."
Nooit alleen
Op het praktische, uitvoerende vlak kan heel veel door gemeenteleden gebeuren. "Het omzien naar elkaar is een wezenskenmerk van de christelijke gemeente. Dat wordt te weinig beseft. Omzien naar mensen in nood is niet een hobby van een aantal mensen of iets wat je kunt uitbesteden aan een diaconie. Zowel binnen als buiten de gemeente zijn er heel veel mensen die hulp behoeven."
Weduwe Van der Plaat in Huize Winterdijk neemt zo nodig zelf het initiatief. "Wil ik naar een bejaardenmiddag, dan bel ik even op of ze me willen halen. Je hebt mensen die klagen dat ze nooit iemand zien, maar ze doen er ook hun best niet voor. Zo zit ik niet in elkaar. Dat heeft ook met mijn achtergrond te maken. In mijn werk moest je makkelijk contacten kunnen leggen."
Toch kent ook de oud-wijkverpleegkundige haar eenzame tijden. "Wie voelt zich niet eenzaam? Al heb je nog zo veel mensen om je heen, ten diepste moet je alleen door het leven. Je moet persoonlijk God ontmoeten. Dat punt weegt mij zwaarder dan het feit dat ik een groot deel van de dag alleen ben. Het gaat erom dat je Hem kent. Mensen vallen ten slotte allemaal weg. Toen ik hier werd aangenomen door het bestuur, zei een van de ouderlingen: "Mevrouw, nou hoop ik dat de laatste jaren van uw leven de beste mogen zijn." Dat vond ik prachtig gezegd. Ik mag soms ervaren dat de Heere bij me is. Dat is het belangrijkst. Dan ben je nooit echt alleen."
KADER 1
Een eenzame beller
In 1960 nam het Amsterdamse maatschappelijk werk het initiatief voor een telefonische hulpdienst. Die bleek dermate in een behoefte te voorzien dat het voorbeeld elders in het land werd nagevolgd. Stonden aanvankelijk maatschappelijk werkers de bellers te woord, sinds 1972 is de hoorn in handen van professioneel opgeleide vrijwilligers, inmiddels 1500 in getal. Vorig jaar lag het aantal gesprekken dat ze te verwerken kregen op ruim 207.000.
De redenen om de hulplijn te bellen, zijn zeer divers. In de loop der jaren traden ook verschuivingen op. Het meest frappant is de toename van eenzaamheidsklachten. Waren die in 2001 goed voor 9 procent van de telefoontjes, in 2002 lag dat percentage al op 20 procent, vorig jaar steeg het naar 26 procent. Daarmee staat eenzaamheid met kop en schouder boven aan de lijst. Onder de zestigplussers is eenzaamheid zelfs een op de drie keer de reden van het contact met vrijwilligers van de telefonische hulpdienst.
De rapportage van de Luisterlijn van de Gereformeerde Gemeenten over het achterliggende jaar laat eenzelfde beeld zien. Ook daarin staat eenzaamheid bovenaan.
Desondanks werd op 1 juli een punt gezet achter de telefonische hulpdienst, vanwege de sterk afgenomen belangstelling. Naar de reden kan Wim Drooger, algemeen secretaris van het deputaatschap Diaconale en Maatschappelijke Zorg van de Gereformeerde Gemeenten, slechts gissen. "Het zou kunnen zijn dat men via andere kanalen contacten legt. En we hebben de indruk dat de drempel naar de professionele hulpverlening lager is geworden. Daar neemt de vraag nog steeds toe."
KADER 2
Een luisterend oor
Al meer dan vijftien jaar bezoekt Sija Eijkelboom bejaarden binnen de gereformeerde gemeente van Gouda. Met een dertigtal andere vrouwen die zich daarvoor hebben opgegeven. Het werk wordt sinds '93 gecoördineerd door de inwoonster van Reeuwijk.
De bezoekersgroep is opgericht ter ontlasting van de diaconie. Zelf bezoekt Sija Eijkelboom zo'n vijf bejaarden met een vaste regelmaat. Bij andere oudere gemeenteleden die aandacht behoeven, loopt ze incidenteel binnen. "De kinderen wonen vaak elders. Ook als die in het weekend trouw op bezoek komen, houd je de overige dagen van de week over. Die duren zo lang, hoor ik vaak."
Toch is de inwoonster van Reeuwijk ervan overtuigd dat de situatie in kerkelijke kring beduidend gunstiger is dan daarbuiten. "Als ik mensen in het ziekenhuis opzoek, hoor ik het verplegend personeel meer dan eens tegen de patiënt zeggen: "Je kunt wel zien dat u naar de kerk gaat, u krijgt het meeste bezoek en de meeste kaarten." Daar ben ik blij om."
Haar ervaringen in de achterliggende vijftien jaar leerden de oud-verpleegkundige dat eenzaamheid niet alleen voortkomt uit externe factoren. Ook karakterstructuur speelt een rol. "De grootste eenzaamheid ontmoet je bij mensen die zichzelf niet kunnen geven of die wat klagerig van aard zijn. Die gaan er zelf niet snel opuit. Omgekeerd moet je jezelf ertoe zetten hen op te zoeken. Dat vereist discipline in je bezoekwerk, met behulp van je agenda. Om te voorkomen dat je het meest op bezoek gaat bij mensen die dat waarschijnlijk het minst nodig hebben."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 2004
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 2004
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's