We hebben de Irakezen niet willen geloven
Westerse journalist betuigt spijt over zijn berichtgeving
Wat moet een Irakees die in een Amerikaanse gevangenis is mishandeld doen om geloofd te worden? Het antwoord zou moeten zijn: het aan een westers journalist vertellen. Het antwoord is meer iets in de zin van: naakt aan een leiband worden voortgetrokken door een Amerikaans soldaat, zorgen dat er een foto van wordt gemaakt en dan maar hopen dat die door een goede ziel naar de media wordt gelekt. Een van de lessen die uit het Abu Ghraib-schandaal getrokken moeten worden is dat de media tekort zijn gesch oten in de berichtgeving vanuit Irak.
Ik heb het de voorbije weken keer op keer moeten horen van de families van Iraakse gevangenen. Waar waren jullie voordat de foto's van Abu Ghraib op televisie kwamen? Waarom hebben jullie ons niet geloofd toen we zeiden dat we mishandeld werden in de gevangenis? De waarheid is dat we het wel wisten. Dat wil zeggen: bijna instinctief wist elke journalist in Irak dat de Irakezen in de Amerikaanse gevangenissen wel mishandeld moesten worden.
Mishandeling in de gevangenis was het logische gevolg van de Amerikaanse houding tegenover de Iraakse burgers zoals we die elke dag op straat zagen, van het gedrag dat we met eigen ogen konden waarnemen. Vanuit mijn eigen ervaring: als de soldaten je meenemen wanneer ze wat huizen gaan vernielen, enkel en alleen omdat er Saddam-gezinde graffiti op de gevel staat. Als ze een klopjacht houden op zoek naar een verdachte en in zijn plaats een broer, een neef, een oom arresteren omdat de verdachte toevallig niet thuis is. Als een oude Saddam-poster onder in een kast voldoende reden is om iemand voor onbepaalde tijd achter de tralies te laten verdwijnen... Dan weet je gewoon dat het nog veel erger moet zijn wanneer er geen journalisten bij staan te kijken.
Helden
En toch hebben we de Irakezen niet willen geloven toen ze het ons vertelden. Drie weken geleden herinnerde ik mij een pamflet dat mij begin maart was toegestopt in de Abu Hanifa-moskee, de belangrijkste soennitische moskee van Bagdad. Het was afkomstig van de verzetsbeweging Ansar al-Sunna en stelde dat in Abu Ghraib mannelijke en vrouwelijke gevangenen waren mishandeld en verkracht door Amerikaanse soldaten. Ik heb het toen niet eens laten vertalen. Zelfs mijn Iraakse tolk was het ermee eens dat het pure verzetspropaganda was.
Twee weken geleden heb ik de tekst alsnog laten vertalen. Er staat onder meer in dat er "binnen de gevangenis van Abu Ghraib eenmanscellen bestaan waarin de mannen naakt worden vastgehouden." Dat is cellenblok 1A, waar de beruchte Abu Ghraib-foto's zijn gemaakt. In diezelfde periode circuleerde in de moskeeƫn de boodschap van Noor, de vrouw die zei dat de vrouwelijke gevangenen in Abu Ghraib verkracht werden, wat ook blijkt te kloppen. Maar we hebben het pas geloofd toen het verhaal uit onverdachte Amerikaanse bron tot ons kwam.
Toegegeven, de Irakezen hebben het ons niet altijd gemakkelijk gemaakt. Een beetje Iraaks verzetsstrijder begint niet aan een aanslag tegen de soldaten van de coalitie als hij er niet ten minste tachtig tegelijk kan doodschieten, ook al was je er zelf bij. Die overdrijvingen hebben de verklaringen van het verzet in de ogen van de media ongeloofwaardig gemaakt. En het is ook niet alsof we gewoon even aan de poort van Abu Ghraib konden gaan vragen of het waar was dat ze daar de gevangenen verkrachtten. Maar toch: ik schaamde mij tegenover de gevangenen van wie ikde voorbije weken de verhalenheb opgetekend, omdat ik weet datik ze twee maanden geleden wel-licht niet had geloofd. Wellicht wilden we niet geloven dat Amerikanen, "mensen zoals wij", zoiets zouden doen.
Nancy Gibbs bracht het onlangs in het tijdschrift Time goed onder woorden. "Er is deze week iets heel kostbaars verloren gegaan", schreef ze naar aanleiding van de Abu Ghraib-foto's, "de hoop dat de wereld op een dag de Amerikanen zal zien zoals wij onszelf zien." (Ze bedoelt: als de "good guys".) "In de plaats daarvan hebben wij onszelf gezien zoals de rest van de wereld ons ziet", als de "bad guys".
Het is misschien daarom dat de ex-gevangenen van Abu Ghraib dezer dagen zo geduldig hun verhaal blijven vertellen aan de journalisten. Behalve dat de Irakezen gewoon heel vriendelijke mensen zijn, weten zij dat het Abu Ghraib-schandaal Amerika meer schade heeft toegebracht dan alle aanslagen van het verzet bij elkaar. Daarom ook zijn alle gevangenen in Abu Ghraib, of ze nu mishandeld zijn of niet, of ze nu bij het verzet zaten of niet (de meesten waren dat niet) collectief uitgeroepen tot helden van het Iraakse verzet tegen de bezetter.
Erfenis
De hamvraag is dan of Bush liegt als hij zegt: "Dit is niet het Amerika dat ik ken." Wat mijzelf betreft: het is niet het Amerika dat ik kende, maar het is jammer genoeg wel het Amerika dat ik het afgelopen jaar in Irak heb leren kennen. Als in Amerika wonende Europeaan ben ik sinds 11 september 2001 vaak een onbezoldigd verdediger van "de Amerikanen" geweest tegenover het antiamerikanisme van de Europeanen. Maar wanneer ik nu in New York ben, tussen reizen naar Irak door, merk ik dat ik "de Amerikanen" anders bekijk dan voorheen.
Wanneer ik nu een patser zie die met zijn dikke SUV van Wall Street naar zijn huis in New Jersey rijdt, zie ik hem in gedachten in Irak boven op een tank zitten met "Born to Kill" op de loop geschreven. Dat is natuurlijk heel erg oneerlijk tegenover de patser in zijn SUV die misschien juist een heel aardige kerel is. Maar zowel de SUV als de tank zegt hardop tegen de wereld: Ik doe waar ik zin in heb en het kan mij niets schelen wat iemand anders daarvan vindt. Los van de politieke verantwoordelijkheid voor de wantoestanden in Irak, de leugens over de massavernietigingswapens, de opeenstapeling van foute beslissingen in Irak is het de erfenis van Bush dat hij het slechtste in de Amerikanen naar boven heeft gebracht. Want als u het mij vraagt is die foto van Lynddie England, die waarop ze het "thumbs up"-gebaar maakt bij een naakte Iraakse gevangene, ten voeten uit het "Amerika dat Bush kent."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 juni 2004
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 juni 2004
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's