Vereerd en verguisd
Drs. P. L. Rouwendal: Dr. Steenblok was een gereformeerd theoloog; niet meer en niet minder
De naam van dr. C. Steenblok roept in kerkelijk Nederland zeer uitgesproken reacties op. Plaatsen sommigen hem op hetzelfde niveau als de oudvaders, anderen hebben geen goed woord voor hem over. Vereerd en verguisd. Een tussenweg lijkt er niet te zijn. Drs. P. L. Rouwendal schreef recent een studie waarin Steenbloks standpunt over het aanbod van genade centraal staat. "Ik heb geprobeerd hem gewoon te laten uitspreken. Dat was nog nauwelijks gebeurd."
Als student theologie in Utrecht hoorde Pieter Rouwendal nogal wat negatieve reacties wanneer hij vertelde lid te zijn van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Steevast kwam dan de naam van dr. Steenblok op tafel. Vroeg Rouwendal medestudenten of ze wel eens iets van deze theoloog hadden gelezen, dan was het antwoord altijd ontkennend.
"Ik ben toen bij mezelf te rade gegaan", vertelt Rouwendal in zijn bovenwoning aan de Apeldoornse Stationsstraat. "Ook ik had me nauwelijks in zijn geschriften en preken verdiept. Er zou eens een goede analyse van zijn theologie moeten komen, realiseerde ik me. Aansluitend dacht ik: Waarom doe ik het zelf niet?" Een doorwrochte doctoraalscriptie, die onder begeleiding van de Utrechtse docent dr. W. J. van Asselt totstandkwam, is het resultaat.
Rouwendal (30), docent godsdienst aan de Fruytier-scholengemeenschap in Uddel, gaf zijn studie ("Het aanbod van genade", uitg. De Rots, Apeldoorn) uit in eigen beheer. Benaderde uitgevers hadden geen interesse het boek op de markt te brengen.
Te gevoelige materie?
"Misschien", reageert Rouwendal. Inmiddels heeft hij al een tweede oplage laten verschijnen en zijn 800 exemplaren over het hele land verspreid.
De telefoon gaat. Er dient zich weer een koper aan. Uit Reeuwijk ditmaal. "Ik denk dat veel mensen de artikelen in De Saambinder hebben afgewacht", glimlacht Rouwendal als hij de hoorn op de haak legt. "De verkoop loopt nu beter dan ooit."
Uiteraard is Rouwendal niet de eerste die over Steenblok publiceert. Maar bijna alle publicaties hebben naar zijn mening een manco: óf ze zijn negatief óf positief vooringenomen. De gereformeerd vrijgemaakte dr. C. Veenhof noemde in 1953 in het blad De Reformatie Steenbloks theologie "misdadig", "geestelijke doodslag" en "de satan der vroomheid." L. M. P. Scholten daarentegen stelde, volgens Rouwendal, in 1967 Steenbloks leer impliciet gelijk aan de leer der Schriften. Positieve uitzondering blijkt de hervormde prof. dr. C. Graafland te zijn. In Rouwendals boek krijgt hij veel lof toegezwaaid. "Hij was niet alleen de eerste die Steenblok aan wetenschappelijk onderzoek onderwierp, maar ook een van de zeer weinigen die een eerlijk beeld van de predikant probeerden te geven. Bovendien wist hij zijn kritiek op waardige toon te leveren."
Ellendekennis
Buiten zijn kerkverband, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, kan Steenblok niet op veel waardering rekenen, weet Rouwendal. "Met name zijn opvattingen over het aanbod van genade worden door slechts weinigen gedeeld."
"Merkwaardig", vindt hij het dat wetenschappelijk onderzoek naar dr. Steenbloks mening over het aanbod zo lang is blijven liggen, terwijl het onderwerp zo frequent in de publieke discussie is geweest. Met zijn boek probeert hij dit hiaat op te vullen.
Hoe dacht Steenblok nu over het aanbod van genade? "Allereerst vond hij het woord "aanbod" ongeschikt om daarmee de uitwendige roeping aan te duiden. "Aanbieden" legde hij uit als voorstellen. Een predikant kan volgens Steenblok de genade, de vergeving van zonden, nooit algemeen aanbieden, omdat deze alleen voor de uitverkorenen verworven is. De belofte van genade is er in de praktijk van zijn prediking alleen voor hen die hun schuld kennen en erkennen. Vandaar ook dat hij in zijn preken zo veel nadruk legde op de noodzaak van ellendekennis."
Nog groter was Steenbloks verzet tegen het algemeen welmenend aanbod, wanneer daaruit werd geconcludeerd dat God alle hoorders wil zaligmaken. "Maar het sterkst was zijn weerstand tegen een onvoorwaardelijk aanbod. Juist de onvoorwaardelijkheid van roeping en aanbieding heeft hij uitgebreid bestreden. Hij stelde dat het algemeen, welmenend, onvoorwaardelijk aanbod van genade van zijn tegenstanders erop neerkwam dat God alle hoorders van het Evangelie wil zaligmaken, maar dat de mens deze wil van God kan weerstaan en ook echt weerstaat."
"Een ernstige dwaling", concludeerde Steenblok.
Uitwendige roeping
"Nu bestaat er het misverstand", zegt Rouwendal, "dat Steenblok in zijn theologie de algemene uitwendige roeping ontkende. Maar dat laatste is niet waar. Wanneer hij het algemeen aanbod bestreed, stelde hij aanbod en roeping juist niét met elkaar gelijk. In zijn theologie is wel degelijk sprake van een algemene uitwendige roeping, inclusief een algemeen bevel van geloof en bekering. Dat laatste vind ik opvallend."
Klinkt dat algemeen bevel van geloof en bekering ook door in zijn preken?
"Het bevel van geloof richt hij nooit tot de onbekeerden. En dat was de tweede verrassing tijdens mijn onderzoek. In zijn polemische geschriften legde Steenblok grote nadruk op het bevel van geloof en bekering. Hij stelde dan dat een predikant Christus moet voorstellen en dat daarmee de eis van geloof en bekering richting onbekeerden gepaard gaat. Maar in zijn preken ontbreekt die eis zo goed als helemaal. Hij preekte dus niet volgens zijn eigen normen."
Hoe verklaart u dat verschil tussen zijn theologie en de inhoud van zijn preken?
"Ik denk daarover nog steeds na. Maar ik weet het niet. Ik vraag me soms af of hij het bevel van geloof, dat hij in zijn bronnen vond, wel echt tot zijn eigen standpunt heeft verwerkt. Anders had die eis van geloof en bekering toch ook in zijn preken doorgeklonken?"
Met Graafland concludeert Rouwendal in zijn boek dat Steenbloks theologie overeenkomsten vertoont met de hoofdstroom van de gereformeerde traditie, maar er ook op een aantal punten duidelijk van afwijkt. "Het grootste gedeelte van zijn theologie putte hij uit allerlei gereformeerde bronnen. Steenblok was zeer breed belezen en had een fotografisch geheugen. Daardoor was het voor hem niet moeilijk om materiaal van anderen te verwerken in zijn eigen publicaties. Hij deed dit overigens op zo'n wijze dat nauwelijks meer te achterhalen valt bij wie hij wat vandaan haalde. We kunnen hem dus ook met recht een eclectisch theoloog noemen."
Op welke punten week hij af van de hoofdstroom van de gereformeerde traditie?
"Dat in zijn preken een oproep tot geloof en bekering aan onbekeerden ontbreekt, is daarvan een voorbeeld. Ander punt: meerdere gereformeerde theologen hebben de beloften van het genadeverbond beperkt tot de uitverkorenen. Toch preekten ze doorgaans Christus en de beloften zo, dat ook een onbekeerde er in zekere zin werkzaam mee kon en moest worden. Bij Steenblok zie je dat niet. Ten slotte suggereert hij soms dat je eerst moet weten dat je ware ellendekennis hebt voordat je tot Christus mag gaan. In de gereformeerde traditie is doorgaans niet die indruk gewekt."
In brede lagen van de gereformeerde gezindte leeft de gedachte dat de strijd om het aanbod van genade, die met name tussen 1948 en 1953 fel woedde, de belangrijkste oorzaak van de scheuring in de Gereformeerde Gemeenten is geweest. Rouwendal denkt daar anders over. "Ik zie de scheuring als een opeenhoping van botsingen tussen diverse stromingen binnen de Gereformeerde Gemeenten. De strijd om het aanbod was er daar één van. Verder waren er voor- en tegenstanders van de theologische school en was er daarnaast een groot niveauverschil tussen Steenblok en de meesten van zijn ambtsbroeders.
In dit klimaat groeide het onderlinge wantrouwen. Er kwam wederzijds onbegrip. Sommigen gebruikten verschillende woorden voor dezelfde geestelijke zaken en dezelfde woorden voor verschillende zaken. In zo'n sfeer zien mensen andere woorden al snel als ketterijen. Eerlijk gezegd heeft niemand mij nog duidelijk kunnen maken wat het werkelijke verschil is tussen de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Wie het probeerde, deed of de ene of de andere partij onrecht. De theologische opvattingen van Steenblok rechtvaardigen mijns inziens geen kerkscheuring. En wat zijn prediking betreft: persoonlijk heb ik er moeite mee als de oproep tot bekering en geloof ontbreekt. Maar ik betwijfel of alle predikanten binnen de Gereformeerde Gemeenten die oproep duidelijk laten horen. Ook durf ik niet te beweren dat alle in 1953 uitgetreden ambtsdragers evenals Steenblok suggereerden dat je eerst moet weten de zaligmakende overtuiging van zonden te hebben voordat je mag geloven."
Momenteel zijn er samensprekingen tussen de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Welke lessen kunnen afgevaardigden van beide kerkverbanden uit uw studie trekken?
"In ieder geval kunnen ze kennisnemen van Steenbloks theologie, want daarover bestaat veel misverstand. Verder hoop ik dat de ambtsdragers zullen inzien hoe nodig het is dat je met dezelfde woorden ook dezelfde begrippen bedoelt. En wellicht het belangrijkste: wil je overeenstemming over het aanbod van genade, dan moet je allereerst overeenstemmen over verbond, wedergeboorte en bevinding, en over de functie van de prediking in deze zaken."
Sommigen beschouwen uw boek als een rehabilitatie van Steenblok.
"Dat was niet het vooropgezette doel. Ik heb alleen eerlijk en zo compleet mogelijk willen weergeven wat hij heeft gezegd. Steenblok werd zo negatief beoordeeld dat een objectieve weergave van wat hij leerde blijkbaar voldoende is om het beeld in positieve zin bij te stellen. Hij was een gereformeerd godgeleerde, zoals er in zijn tijd meer waren in de Gereformeerde Kerken, waar hij vandaan kwam; niet meer en niet minder. Want ondanks alle bijzondere verwikkelingen rond zijn persoon, zijn docentschap en zijn leer, is zijn theologie op zich niet bijzonder."
Het leven van dr. C. Steenblok
4 mei 1894: Cornelis Steenblok wordt in Nieuwdorp geboren uit het huwelijk van timmerman Nicolaas Steenblok (1843-1906) en Elizabeth de Ruiter (1854-1943)
1927: bevestiging tot predikant van de gereformeerde kerk te Lopik
1935: na spanningen in de gemeente van Lopik wordt hem eervol emeritaat verleend
1937: hulpprediker in Poederooijen
1941: hulpprediker in Poortvliet
1941: promotie aan de Vrije Universiteit op een onderzoek naar "Voetius en de sabbat"
1942: treedt samen met de gemeente Poortvliet uit de Gereformeerde Kerken
1943: treedt met deze gemeente toe tot de Gereformeerde Gemeenten
1944: docent aan de Theologische School te Rotterdam
1945: hoofdredacteur van kerkelijk orgaan De Saambinder
1945: predikant te Rotterdam-Centrum
1946: huwelijk met A. C. van de Slikke
1946: predikant te Gouda
1947: samen met ds. G. H. Kersten hoofdredacteur van prekenserie "Uit den schat des Woords"
1950: synode beëindigt zijn hoofdredacteurschap van De Saambinder
3 juni 1953: synode ontslaat Steenblok als docent aan de Theologische School
24 juni 1953: maakt zich met zijn Goudse kerkenraad los van het kerkverband
na 1953: hoofdredacteur van De Wachter Sions en docent aan de theologische opleiding van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland
1964: wordt als docent afgezet omdat hij zonder toestemming A. Breman heeft bevestigd tot predikant in Paterson (VS)
29 december 1966: overlijdt ten gevolge van een hartaanval
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2003
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2003
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's