Curatorium
Naar aanleiding van het artikel over de criteria voor het ambt van dienaar des Woords, heb ik reacties ontvangen die ontstaan doordat er slechts enkele zinnen uit mijn artikel zijn overgenomen. Het is mij dan ook een behoefte om het belangrijkste gedeelte integraal weer te geven. Hopelijk worden daardoor misverstanden opgelost als zou ik de noodzaak van onderzoek, bekering en roeping loochenen. Het ging mij om de zorg vanwege de vergrijzing van de predikanten in de Gereformeerde Gemeenten. Het tweede deel van het artikel luidt als volgt: "Er is een oorzaak waarom God ons dienaren onthoudt. Die reden moeten wij gewis zoeken in onze zonden, onze kerkelijke en persoonlijke zonden. Het is nodig en eerlijk om daar niet langer omheen te draaien als een verboden onderwerp. Dit moet onder ons gezegd kunnen worden. Maar voordat u naar een kerkelijk orgaan of naar personen wijst, moet u uzelf onder de tucht van de Schrift stellen. Is ons volk niet in slaap gevallen en tevreden met leesdiensten? Leeft de behoefte aan het levende Woord van God wel? Hebben wij een uitlegger nodig, zoals de moorman die nodig had? En waar blijven onze jonge mannen? Gaat het dan enkel om carrière maken en geld verdienen? Met alle voorzichtigheid zouden we ook kanttekeningen kunnen plaatsen bij de wijze van toelating in onze gemeenten. Het is alles wel erg toegesneden op het onmiddellijke. In een onderzoek van ongeveer een halfuur moet de beslissing vallen. Dit kunnen we allemaal goedpraten door te zeggen: Als God wil dat iemand dominee wordt, gebeurt het ook. Maar wij hebben onze verantwoordelijkheid ten opzichte van Gods gemeente ernstig te nemen. In de Schrift worden de criteria voor de opziener aangegeven (1 Tim. 3:2; 2 Tim. 2; Titus 1 en 2). Op de voorgrond staat daarbij niet een extraordinaire roeping, maar vooral genade en gaven van de Geest om het ambt te bedienen en de vruchten van een geheiligd en aan God toegewijd leven. W. à Brakel zegt dat God slechts in bijzondere gevallen een buitengewone roeping geeft. De roeping moet vooral blijken uit bekwaamheid tot het werk, liefde tot Christus en de zielen, bereidheid om zichzelf te verloochenen en vooral een grote, aanhoudende en diepe begeerte om het werk der bediening te verrichten. Zulke zaken zijn waarschijnlijk heel wat meer waard dan een imponerende tekst. Verder moet de leidsman geen blinde zijn. Wanneer naar Jezus' woord de blinde, de blinde leidt, vallen zij samen in de gracht. Het bezit van persoonlijke genade, kennis van Christus en oefening in het geloof is voor dit werk onmisbaar. Daarom is onderzoek van degenen die dit ambt begeren bijbels en noodzakelijk. God zendt geen engelen uit, maar mensen. Echter wel mensen die barmhartigheid is geschied. De bekende W. Gurnall zegt er zo treffend van: "De personen die Hij uitzendt om te prediken, zijn geen engelen, die vreemd zijn aan onze natuur, en die, ofschoon zij het goede voor ons wensen, toch geen zo innig en groot een belang hebben bij de val des mensen, dat het hun in hun prediking het voordeel geeft van de ingewanden der barmhartigheid, die God vereist in hen die op deze boodschap uitgaan. Neen, Hij zendt mensen met wie Hij gemeenzaam kan spreken, mensen van gelijke bewegingen als wij, wier natuur hen onder hetzelfde bederf stelt, onder dezelfde verzoekingen en veroordelingen als wij. Hij zendt mensen, die door de bekendheid die zij hebben met hun eigen hart, ons kunnen spreken van de verdorvenheid van het onze, van het vuur van Gods toorn, dat hen geschroeid heeft vanwege hun zonden, en die ons kunnen spreken van hetgeen onzen zonden hebben verdiend, en van het gevaar waarin zij ons gebracht hebben. Gelijk zij ook door de lieflijke bewustheid van Gods liefde in Christus, die zij hebben gesmaakt, ons uit hun eigen ervaring het kostelijke kunnen aanprijzen, waartoe zij ons uitnodigen." ("De volle wapenrusting", deel 2, blz. 400.) Inderdaad zulke mannen hebben wij nodig. Laat ons de Heere des oogstes daarom bidden."
Ds. C. Harinck
Klaprooslaan 5
4537 CW Terneuzen
Man/vrouw (II)
Helaas wordt, mede door toedoen van deze krant, weer een discussie in onze gezindte op het scherp van de snede gevoerd: werkende moeders.
Ik zou graag, zonder een waardeoordeel uit te spreken, een relativerende vraag willen stellen, die ons allemaal aangaat: Wat zou er in de achterliggende jaren van onze reformatorische scholen geworden zijn als er geen getrouwde vrouwen met kinderen ingegaan waren op de vraag van de besturen om parttime te komen werken?
Ik weet het antwoord, u ook?
W. P. Poppe
Jan Vaderstraat 63
4365 BH Meliskerke
Klipper
Over het overigens lezenswaardig artikel "Zeeuwse tweemastklipper begint nieuw avontuur" graag een opmerking. Het betreft de alinea, "Het houten zeilschip zelf is ouder, want het liep al in 1914 bij de Gebr. Geleynse in de Rode Vaart van de helling."
Het komt mij enigszins onwaarschijnlijk voor dat deze klipper van hout gemaakt is. De foto in de krant toont overduidelijk een stalen schip. Daarbij komt dat de klipper waarop ik zelf gevaren heb, gebouwd in 1895 bij scheepsbouwer Duivendijk aan de Lek, reeds gemaakt was van 'ijzer'. Bij mijn weten werden deze zeilvrachtvaarders in 1914 uitsluitend van staal vervaardigd.
Mogelijk vraagt het verschil tussen ijzer en staal enige uitleg. Tot ongeveer 1900 werden ijzeren schepen gemaakt van een bepaald soort legering, ijzer genoemd. Daarna werden ze gemaakt van staal, een legering van een betere kwaliteit.
Het plaatselijke nieuwsblad van Sint Annaland meldde in 1895 dat toen de klipper "Neeltje" op haar eerste reis de thuishaven Sint Annaland binnenvoer, de mensen niet konden geloven dat een schip van ijzer gemaakt, kon drijven!
Ten slotte, de klipper "Neeltje", nu geheten "Anna", vaart nog steeds. Net als de "Avontuur".
J. J. Rietveld
Eddingtonweg 14
3314 BG Dordrecht
SGP-jongeren
Hoewel niet verrast, was ik toch teleurgesteld door de uitlatingen van de nieuwe SGP-jongerenvoorzitter, Christian van Bemmel, in zijn maidenspeech (RD 10-5). Daarin stelde hij dat het debat over de betrokkenheid van vrouwen in de politiek gaande moet worden gehouden.
Deze discussie hebben we wel degelijk gehad. Er zijn zaken geregeld. Er is gefundeerd en zorgvuldig afgebakend. Dit geheel is niet zomaar totstandgekomen, maar op grond van Gods Woord en ordeningen.
Ik word onpasselijk als opnieuw van binnenuit gepoogd wordt dit vuurtje op te rakelen. 'k Hoop dat ik het mis heb, maar ik kan me niet helemaal aan de indruk onttrekken dat de angst van de nieuwe voorzitter dat mensen zich zullen gaan distantiëren, min of meer te maken heeft met koste wat kost de kwantiteit van de SGP te willen bewaken.
Ik zou Christian willen zeggen: Wees er beducht voor om in de macht van het getal te geraken.
A. Burghout
Dorpsstraat 14
4268 GJ Meeuwen
SGP-jongeren (II)
Menige pen vloeide de afgelopen dagen weer over in de christelijke pers en het was vooral veel schrijverij over de doelgroep vrouwen en niet zozeer mét.
Een groeiende minderheid van ouderen en een reeds aanwezige meerderheid van jongeren bepleit meer ruimte voor vrouwelijke inbreng, alsmede openstelling van het vrouwenlidmaatschap met betrekking tot de inmiddels 85-jarige SGP. Wijsheid komt met de jaren moet men gedacht hebben.
Het zijn vooral mannen die hun gedachtegoed menen te moeten ventileren, vrouwen houden wijselijk hun mond.
Hoho, wacht eens even, eh, mevrouw de SGP'er, mag ik u iets vragen? Laat u voor een moment de koffietafel maar even zitten, dat doet uw wijze man wel... Waarom stemt u eigenlijk SGP? En nogal in groten getale ook?!
Mag ik daar eens een onderzoek over inzien, laten we zeggen over 100 gemiddelde SGP vrouwen genomen? Schrijven we toch nog mét in plaats van alleen óver.
Twee slotopmerkingen: de heren Kolijn en Van der Vlies menen in de nabije toekomst het vrouwenstandpunt van hun partij nog eens helder voor het voetlicht te moeten brengen. Laten ze dat doen in alle openheid en op de integere wijze waarop ze dat in de afgelopen jaren hebben gedaan.
En ten tweede: ik ben geen bijbelexegeet, houdt u mij ten goede, maar als ik zo de verschillende commentaren lees over wat de Bijbel zegt over de positie van de vrouw in het politieke landschap, en de verschillende interpretaties die daaraan worden verbonden, nota bene over dezelfde schriftgedeelten, dan vraag ik werkelijk af hoeveel verschillende Bijbels er wel niet moeten rouleren. Of lezen we toch allemaal dezelfde?
Op mij werkt dat in ieder geval zeer verwarrend, en de 'buitenwacht' lacht zich krom.
Bert Brouwer
Reigersweide 173
1383 KE Weesp
SGP-jongeren (III)
De afgelopen dagen heb ik een aantal items uit het RD nog eens mijn geestesoog laten passeren.
Het kon niet uitblijven. De bijna-betrokkenheid van de SGP bij de kabinetsformatie moest onvermijdelijk leiden tot een reflectie op de vrouw in de SGP.
Dat alleen de jongeren afwijken van de partijlijn (wat is trouwens een partijlijn?) is een versimpeling van het probleem. Vele ouderen wijken in dat opzicht eveneens af, getuige een aantal uitspraken in uw krant. Kijkend naar mijn eigen betrokkenheid van zo'n jaar of tien geleden bij de werkgroep "Bouwen" mag en wens ik ook tot die afwijkers gerekend te worden.
Wat mij opvalt, zijn de opvattingen van een aantal leiders in de partij. Ze ademen een geest van 'We hebben de uitspraken van Putten 1 en Putten 2, en als we dat aan onze jeugd eens goed uitleggen, ventileren ze vast niet meer zulke ondoordachte opvattingen'.
Het wil er bij mij niet in dat deze paternalistische houding 'Wat vader doet is altijd goed' er bij de hedendaagse jeugd nog in wil, hetgeen onverlet laat dat heel veel vaders over heel veel onderwerpen verstandige opvattingen hebben. Ik vind de uitspraken van de partijleiding dan ook een miskenning van de intelligentie en het maatschappelijk bewustzijn van onze jeugd.
Dat de nieuwe voorzitter van de SGP-jongeren zich over de opvattingen van de partijleiding dan kritisch uitlaat, vind ik terecht en bemoedigend.
Christian van Bemmel, chapeau!
Mr. B. J. van Putten
Beitelweg 2
3882 MT Putten
SGP-jongeren (Slot)
Tijdens de jaarvergadering van de SGP-jongerenorganisatie van vrijdag 9 mei heeft ondergetekende, als nieuwe voorzitter van de SGP-jongeren, kort het woord gevoerd. Gelet op het feit dat rond de formatiebesprekingen het SGP-standpunt over de betrokkenheid van de vrouw veelvuldig in het nieuws is geweest, heb ik daarbij enkele zinnen aan deze kwestie gewijd.
In dat verband is het woord "sussen", zoals in de kop van het krantenbericht (RD 10-5) staat vermeld, door mij niet gebruikt.
Ter voorkoming van onduidelijkheden wil ik nadrukkelijk stellen dat ondergetekende en ook de jongerenorganisatie geen enkele behoefte hebben om een nieuwe discussie omtrent het vrouwenstandpunt aan te zwengelen. Degenen die daarover persoonlijk met mij hebben gesproken, weten dat. Vanuit de betrokkenheid met een nieuwe generatie jonge kiezers sinds 1993, meen ik dat het (voortdurende) gesprek over bovengenoemd standpunt niet mag en kan worden afgedaan met het formele argument dat de discussie is gevoerd en afgesloten.
Het gesprek moet op inhoudelijke gronden worden gevoerd. Als de jongerenorganisatie wordt gevraagd daaraan op enige wijze haar medewerking te verlenen, zal dat zeker worden overwogen.
Mr. A. J. C. van Bemmel
Jan van Beaumontstr. 15
2805 RN Gouda
Gedoogcultuur
Voorjaar 2002: een nieuwe wind waait door Nederland. Pim Fortuyn weet het ingeslapen politieke establishment door zijn stormachtige opkomst en no-nonsense-ideeën wakker te schudden voor de dringende noodzaak van veranderingen in ons land.
Een van die broodnodige veranderingen behelsde het keihard aanpakken van de criminaliteit en de verloedering van de samenleving. En dat was nodig ook. Alom heerste een gevoel van onveiligheid, het gevoel dat de overheid via politie en justitie een totaal andere taal sprak dan de burger, namelijk de taal van pappen, nathouden en vooral gedogen.
Hoe men ook over Fortuyn denkt of dacht, één ding moet men hem toegeven: hij wist de gevoelens van onbehagen bij de bevolking krachtig te vertolken. Fortuyn is niet meer. En wat zien we gebeuren? Justitie, politie en bestuurders laten de toestand opnieuw voor wat die is.
Celstraffen die qua mildheid in geen verhouding staan tot het (zware) misdrijf, politie in Amsterdam die de ernstige ordeverstoringen door allochtone jongeren tijdens de dodenherdenking gewoon in de doofpot wil stoppen, en burgemeester Cohen die zijn stadgenoten dan ook nog eens (nota bene op de Nationale Dodenherdenking) durft voor te houden dat wij moeten leren leven met mensen van een ander geloof!
Cohen, die niet optrad tegen schandelijke antisemitische uitlatingen van moslims tijdens recente demonstraties in Amsterdam, die de belichaming is van de gedoogcultuur, welke ons allen zo onderhand de neus uit komt. Laten we hopen dat de soort Cohen (als bestuurder, bedoel ik) tot een uitstervend ras behoort en dat de kiezer partijen zal beoordelen op hun daden. Dan zal de kans op zulke wanbestuurders aanzienlijk gereduceerd worden.
M. Gouman
Populierenstraat 16
8266 BK Kampen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 2003
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 2003
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's