Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huiswerk om het over te doen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huiswerk om het over te doen

Ds. Bevelander: Ik neem nu meer tijd voor de persoonlijke omgang met God

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

RIJSWIJK (NB) - Het duurde meer dan een jaar, de burn-out van ds. W. C. P. Bevelander. Hij raakte opgebrand, net als een aantal collega's, zo bleek uit het onderzoek van de Open Universiteit dat gisteren publiek werd. De hervormde predikant in Rijswijk (NB) heeft veel van zijn ziekzijn geleerd. "Ik kreeg huiswerk om de les over te doen. En hoewel ik nu minder werk in mijn gemeente verzet, denk ik toch dat ik meer doe. Ik neem nu meer tijd voor de persoonlijke omgang met God. Dat geeft diepgang aan het werk."

Ds. Bevelander vindt het een goede zaak dat burn-out onder predikanten in het nieuws komt. "Zowel voor de gemeenten als voor predikanten geeft dat duidelijkheid. Hoe moet een kerkenraad optreden als zijn predikant opgebrand raakt? Hoe kan de dominee dat zelf verwerken? Wat moeten collega-predikanten er mee aan? Juist door openheid kan er meer begrip komen dat burn-out ook predikanten treft."

Burn-out onder predikanten is nooit helemaal te voorkomen. Daarvan is de hervormde predikant overtuigd. "Maar wel kunnen we probéren het te voorkomen."

Oorzaak

Ds. Bevelander heeft zichzelf vaak de vraag gesteld hoe het kwam dat hij in de late zomer van 1998 volledig instortte. Eigenlijk liggen de oorzaken al rond de intrede in zijn eerste gemeente, het Brabantse Rijswijk, op 14 november 1993. Kandidaat Bevelander was toen 36 jaar.

"Ik ben op latere leeftijd tot bewust geloof gekomen en wist me gedrongen theologie te gaan studeren. Ik wilde eerst de zending in, maar door de studie heen werd me duidelijk dat ik predikant zou worden. In juni 1993 was ik beroepbaar. Al snel kwam het beroep van Rijswijk. Mijn vrouw was in die tijd in verwachting, maar ons eerste kind, Dieke, werd drie maanden te vroeg geboren, in september van dat jaar. Zij woog nog geen kilo. Ook rond de geboorte van de andere twee kinderen waren er veel zorgen.

Vanuit onze woonplaats Apeldoorn gaf ik in mijn nieuwe gemeente al catechisatie, terwijl onze Dieke in verschillende ziekenhuizen lag. Ook de beginjaren in Rijswijk waren niet gemakkelijk. Er waren zorgen over de gemeente, eigenlijk was er een nieuwe start nodig. In een traditioneel dorp neemt een predikant voor het gevoel van de gemeente bovendien een zeer centrale plaats in. Van mijn kant heb ik me volledig aan de gemeente gegeven. Ik was enthousiast en had nog niet goed geleerd grenzen te leggen. Bovendien had ik van huis uit meegekregen -we hadden een eigen winkel- om altijd voor mensen klaar te staan en niet op een uurtje te kijken.

We waren blij dat de gemeente weer groeide, er was zelfs een uitbreiding van de kerk nodig. Tijdens de voorbereiding ervan, in het voorjaar van 1998, kreeg ik een beroep uit Giessen-Oudekerk. Dat heeft veel van me gevraagd. Ik dacht het beroep aan te nemen, maar toch brak het besef door dat we hier moesten blijven.

De zomervakantie viel laat dat jaar. Ik zag uit naar rust. Maar juist in die vakantie huilde een van onze kinderen iedere nacht. Toen zakte ik door een bodem heen. "Neem maar een maandje rust", zei de dokter. Ik kon niet anders. Een maand werd vier maanden. Ik kon totaal geen werk in de gemeente doen. Gevoelens van onmacht en schuld kwamen boven. Eens stond ik bij een boom die door de bliksem gespleten was. Zo voelde ik me ook, innerlijk verscheurd.

Achteraf hebben we tegen elkaar gezegd: Wij hebben in vijf jaar meegemaakt wat sommige anderen in vijftien jaar te verwerken krijgen. De burn-out is niet zomaar uit de lucht komen vallen, hoewel het voor mijn gevoel wel totaal onverwacht kwam."

Motor

Ds. Bevelander herkent de resultaten van het onderzoek van de Open Universiteit volledig. Ook hij vindt het leidinggeven aan de gemeente een zware taak. "Je bent motor, stimulator van het gemeenteleven, staat in mijn profielschets. De verwachtingen van een predikant zijn hoog, hoewel ook veel gemeenteleden zich hier voor het kerkelijk leven inzetten."

Dat een kleine gemeente niet behoedt voor burn-out, kan de Rijswijkse predikant alleen maar beamen. "Een kleine gemeente is beslist niet minder bewerkelijk. De verwachtingen van de predikant zijn zelfs nog wat hoger dan in een grote gemeente."

De begeleiding van drs. G. P. van Dam, predikant voor de werkbegeleiding van de Samen-op-Wegkerken, is door ds. Bevelander zeer gewaardeerd. Mede door die hulp kon hij na een jaar weer volledig aan het werk. Ook dat begin was moeilijk. "De gemeente en de kerkenraad hebben mijn ziekzijn heel goed geaccepteerd, maar voor hun gevoel duurde het toch wel lang. Je merkte dat sommigen dachten: Wordt het nog wel wat met onze dominee? En toen ik na een jaar aangaf dat ik mijn werk anders zou gaan inrichten, kraakte en piepte er wel wat bij de kerkenraad. Dat was te begrijpen. Zij hadden al een jaar lang zelf de kar moeten trekken."

Toch staat de agenda van de hervormde predikant nu aanzienlijk minder vol dan vóór zijn burn-out. "Als ik nu een gaatje heb, ga ik niet even bij iemand op bezoek, maar fiets ik een stukje of besteed ik wat meer aandacht aan ons gezin. Nee, dat bezorgt me geen schuldgevoel."

Valkuilen

Juist de aandacht voor de werkdruk van een predikant heeft ds. Bevelander tijdens zijn studie in Utrecht, maar ook tijdens zijn tijd op seminarie Hydepark, gemist. "Er viel wel eens de opmerking dat je agenda niet te vol moest staan, dat je eigenlijk een weekplanning hoort te maken, maar daar bleef het bij. Graag had ik meer gehoord hoe je als kandidaat een goede start in je eerste gemeente kunt maken, welke valkuilen je tegenkomt."

Maar ook raadt de predikant kerkenraden aan de ogen open te houden voor het persoonlijk welzijn van hun dominee. "Over het algemeen weten ze te weinig wat er in de pastorie omgaat."

De belangrijkste steun voor ds. Bevelander waren evenwel het gebed en het Woord van God. "Door een gezamenlijk gebed tijdens mijn ziekzijn voelde ik de innerlijke verscheurdheid wijken. En hoewel er momenten waren dat ik me eenzaam en van God verlaten voelde, was Hij met Zijn Woord toch dichtbij. Ik leerde me vastklampen aan Gods beloften, ook al zag en ervoer ik er niets van. Achteraf mag ik de beproeving door mijn burn-out zien als een loutering, waardoor God me lessen heeft geleerd."

Dit is het tweede deel in een serie van drie over burn-out bij predikanten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 februari 2001

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Huiswerk om het over te doen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 februari 2001

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's