Levensleiding in de jungle
Elisabeth Elliot schrijft uit ervaring over zelfverloochening, overgave en gehoorzaamheid
Elisabeth Elliot is 74 jaar. Haar eerste echtgenoot werd vermoord door de indianen aan wie zij later zelf het Evangelie bracht. Haar tweede man stierf aan kanker, na een huwelijk van ruim vier jaar. Inmiddels is ze voor de derde keer getrouwd. Met haar man Lars Gren woont ze ergens ten noorden van Boston, waarvandaan ze boek na boek de wereld instuurt: over het lijden, over het huwelijk, over eenzaamheid. "In het leven vraagt iedereen zich af waarom dingen gebeuren. Ik ook. Maar God heeft een antwoord: Vertrouw Mij."
Vertrouwen. Overgave. Zelfverloochening. Gehoorzaamheid. Elisabeth Elliot heeft die lessen zelf niet op een gemakkelijke manier geleerd. Misschien is dat de reden waarom honderdduizenden vrouwen moeite doen om haar te horen spreken, haar boeken te lezen of haar een brief te schrijven. Wat zij vertelt is geen theorie. De voorbeelden uit haar leven liggen voor het grijpen, de bijbelteksten die ze aanreikt vormen een rode draad in haar eigen bestaan.
Ondanks haar leeftijd houdt de Amerikaanse zendelinge zo'n 150 lezingen per jaar, ze heeft een eigen radioprogramma -een kwartier lang, vijf dagen per week- en tussen de bedrijven door schrijft ze nog steeds. Toch neemt ze de tijd voor een telefoongesprek met Nederland. "Er wordt van alle kant en een beroep op mijn tijd gedaan, maar ik hoop nog twee boeken te kunnen afronden, voordat ik sterf. Een over het huwelijk, een over de dood. Dat laatste, daar ben je op mijn leeftijd veel mee bezig. We zouden niet bang moeten zijn voor de dood, we moeten er juist naar uitzien. Als het goed is, betekent sterven immers het begin van een veel beter leven."
Over de verhouding tussen man en vrouw heeft ze een duidelijk standpunt. "Feminisme? Dat kan ik niet verdragen. Het is ook niet bijbels: de man is het hoofd van de vrouw, hij is dus altijd in een hogere positie. Ik heb drie echtgenoten meegemaakt, en met elk van hen heb ik dat op een andere manier ervaren. Het huwelijk is iets heel groots, ik denk dan ook niet licht over echtscheiding. Of het nu goed gaat of slecht, je hebt het recht op jezelf opgegeven."
Ouders
Al jong wist Elisabeth Elliot -of Elisabeth Howard, zoals ze toen nog heette- dat ze zendeling zou worden. "Ik ben door mijn opvoeding al met de gedachte vertrouwd geraakt. De Heere gaf me het voorrecht om op te groeien in een echt christelijk gezin, waar veel zendelingen over de vloer kwamen. Als ik in mijn moeders gastenboek blader, kom ik namen uit 42 verschillende landen tegen. Mijn ouders waren nuchtere, praktische christenen, die zelf ook een aantal jaren als zendeling in België hebben gewerkt. Elke dag gingen ze met en voor hun kinderen in gebed - dat zie ik als de voornaamste reden waarom er vijf van de zes in het zendingswerk terechtgekomen zijn."
Heel de zomer had ik gebeden om duidelijkheid of ik in de zending zou moeten gaan of niet. (...) De strijd ging niet over het al of niet de oceaan over willen steken of onder een strodak te gaan wonen, maar over de vraag of het nu mijn idee was, of Gods idee; en of ik nu chirurg moest worden (ik hield erg van het ontleden van dingen) of linguïst. Ik kwam tot de conclusie dat God me geroepen had en dat het linguïstiek moest worden. ("Hartstocht en reinheid", blz. 14)
In welk land ze terecht zou komen wist Elisabeth op dat moment nog niet. "Ik zocht de Heere dagelijks in het gebed, en Hij leidde me, maar anders dan ik kon voorzien. Echte zendelingen gaan naar Afrika, dacht ik, en ik hoopte dat God me de weg zou wijzen zo gauw ik mijn opleiding afgerond had - maar Hij liet me vier jaar wachten. In die tijd ontmoette ik een opmerkelijke vrouw, Katherine Morgan, die zelf in Colombia werkte. Onder meer door de gesprekken met haar wist ik ten slotte dat ik naar Zuid-Amerika moest. Een zomer lang heb ik linguïstiek gestudeerd in Oklahoma. Dat was lang genoeg om in Ecuador met de taal aan de slag te kunnen gaan. Uiteindelijk heb ik daar onder drie verschillende stammen gewerkt."
Vrijgezel
In diezelfde periode begint Jim Elliot een rol te spelen in het leven van Elisabeth. Ze hebben elkaar tijdens hun studie ontmoet, maar hoewel hij haar bekent dat hij verliefd op haar is, houdt hij vast aan de gedachte dat God hem geroepen heeft om vrijgezel te blijven. Misschien levenslang, misschien ook totdat hij genoeg ervaring heeft opgedaan op de plaats waar hij zal moeten werken. Elisabeth kan niet anders dan wachten, terwijl de maanden en jaren verstrijken.
Ik weet dat wachten op God de bereidheid eist om onzekerheid te dragen, die onbeantwoorde vraag mee te dragen, het hart steeds tot God te verheffen als die vraag weer in je opkomt. Het is heel gemakkelijk om jezelf een beslissing aan te praten die niet duurzaam is - gemakkelijker soms dan geduldig te wachten. (...) De hoop was er nog altijd dat Gods wil ons samen zou brengen. Maar ik wist dat het ook anders zou kunnen lopen, en ik realiseerde me dat de grootste geestelijke lessen niet worden geleerd doordat Hij ons uiteindelijk onze zin geeft, maar doordat Hij ons laat wachten, ons verdragend met liefde en geduld, totdat we in staat zijn in alle eerlijkheid te bidden wat Hij Zijn discipelen leerde te bidden: "Uw wil geschiede." ("Hartstocht en reinheid", blz. 48/70)
Ieder op hun eigen plaats in de jungle beginnen Jim en Elisabeth aan het grote werk, terwijl ze intussen een onregelmatige correspondentie voeren. Hoewel ze vol moed hun taak oppakken, lijkt het of sommige dingen hun bij de handen afbreken. De indiaanse medewerker van wie Elisabeth het meest steun heeft, wordt vermoord. Ze raakt al haar aantekeningen, het taalwerk van een jaar, kwijt. En alles wat Jim intussen heeft opgebouwd, wordt in één nacht weggespoeld door een overstroming. "Kleuterschoollessen", noemt Elisabeth Elliot die dingen achteraf, "bedoeld om me voor te bereiden op moeilijker ervaringen."
Auca-indianen
Als Jim haar uiteindelijk toch vraagt met hem te trouwen, betekent dat voor Elisabeth dat ze haar werk onder de Colorado-indianen opgeeft om zich bij hem te voegen. Jim werkt op dat moment onder de Quichua's, maar loopt met plannen rond om, samen met vier andere jonge zendelingen, de moordzuchtige Auca-stam te benaderen. Nog nooit zijn de Auca's met het Evangelie in aanraking geweest. De vijf mannen voelen zich geroepen om daar verandering in te brengen. Ze voeren verkenningsvluchten uit, laten geschenken in een emmer op de grond zakken, leggen contact per megafoon. Ten slotte besluiten ze op Palm Beach te landen en een kamp op te zetten. Na een paar dagen ontmoeten ze de eerste indianen, die vriendelijk genoeg lijken. Vol verwachting zien ze uit naar een ontmoeting met de rest van de stam.
Precies op de afgesproken tijd schakelt Marj Saint, echtgenote van een van de zendelingen, de radio-ontvanger in. Ze hoopt groot nieuws te horen: zijn de mannen uitgenodigd de Auca's naar hun huizen te volgen? Maar het blijft stil. Er komt geen enkele reactie op haar herhaalde oproepen. De volgende morgen vragen de vrouwen hulp. Na uren van onzekerheid horen ze dat het zendingsvliegtuig teruggevonden is, zwaar beschadigd. Een paar dagen later weten ze definitief dat geen van de vijf mannen de ontmoeting met de Auca's heeft overleefd.
We moeten niet denken dat God ons altijd een aantal 'goede redenen' laat zien voor wat er gebeurt en wat Hij doet. Soms wel natuurlijk. Maar we moeten ervoor waken voor alles een 'rechtvaardiging' te willen hebben, die ons tevreden stelt. God heeft ons geen rechtvaardiging van Zijn daden in dit leven beloofd. Hij heeft geen enkele verplichting Zichzelf tegenover ons te verantwoorden. Hij beantwoordde de vragen van Job niet. En Hij beantwoordt ook al onze vragen niet. Het is geloof, alleen geloof, dat werkelijk aanvaardt dat alle dingen moeten medewerken ten goede. (...) Voor de dood van mijn man kon mij geen enkele menselijke verklaring gegeven worden die in overeenstemming met de feiten was. Geen enkele verklaring bevredigde mij dan alleen de absolute overtuiging dat God alle dingen bestuurde; hoewel het daar niet op leek. ("Gods leiding in mijn leven", blz. 86/87)
Vier van de vijf weduwen zetten het werk op dichtbijgelegen zendingsposten voort. "Het lijkt misschien vreemd, dat wij gewoon door konden gaan," zegt Elisabeth Elliot, "maar ik heb de dood van de mannen ervaren als een deur die God voor ons opende. Ik voelde me bevoorrecht, was zelfs opgewonden dat we de gelegenheid kregen om deze mensen het Evangelie te brengen. Tien jaar later kwam er een geestelijke doorbraak onder de Auca's."
Vertrouwen
De lessen die ze in haar leven leerde, maken Elisabeth Elliot tot een aanspreekpunt voor iedereen die haar ontmoet. "Als ik iemand tegenkom die nog nooit van het Evangelie gehoord heeft, vertel ik hem op een gegeven moment: "God heeft je lief. Dat is moeilijk te geloven, maar luister wat er in Johannes 3:16 staat: Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe." Hoe mensen dan reageren? Ze denken: Je moet gewoon gek zijn om dat te zeggen. Maar soms is er iemand die luistert, die meer wil weten."
Ze heeft er geen moeite mee haar persoonlijke leven in boeken en lezingen bloot te leggen. "Ik gebruik mijn eigen ervaringen om op de vragen van anderen in te gaan. In het leven stelt iedereen de vraag: Waarom moet dit gebeuren? Ik ook. Maar God heeft een antwoord. Dat antwoord is: Vertrouw Mij, besef dat Ik het beste met je voorheb. Dikwijls hebben mensen jaren en jaren nodig om te leren begrijpen dat de Heere ons liefheeft, ook als we moeten lijden. Ik ben nu 74 jaar, en ik kan zeggen dat het een levenslang proces is, leren luisteren, leren vertrouwen. Aandachtig de Bijbel lezen, dagelijks in gebed gaan - dat is de enige manier om met deze dingen bezig te zijn."
Persoonlijk heb ik nooit een stem gehoord of een visioen uit de hemel gezien, maar ontelbare keren werd ik zomaar herinnerd aan woorden uit de Bijbel die precies op mijn situatie sloegen. (...) Als het Gods woord is voor ons op dat moment, brengt God het onder onze aandacht en krijgen we ook de zekerheid dat het Zijn woord is. ("Gods leiding in mijn leven", blz. 66)
De Bijbel is hét richtsnoer voor Elisabeth Elliot. "God heeft de Schrift eenvoudig genoeg gemaakt om het voor iedereen begrijpelijk te houden, en ingewikkeld genoeg om er nooit in uitgestudeerd te raken. De opdracht van een christen is heel simpel: Doe het werk dat God je gegeven heeft, op de plaats waar Hij je gezet heeft. Leven bij de dag. Gehoorzaam zijn. Dat zegt Jezus, dat wordt van je gevraagd. Hij heeft niet gezegd dat het makkelijk zou zijn. Hij heeft alleen gezegd: Als iemand Mij wil volgen, moet hij zichzelf verloochenen en zijn kruis opnemen. Dat is de enige weg."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 februari 2001
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 februari 2001
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's