Oude paden
"Vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij"
Jeremia 6:16
Wanneer wij naar de oude paden en de goede weg vragen, bij verstandige leraren of vrome lieden, is dat niet genoeg voor een gezegende uitslag. Het moet gebeuren in oprechtheid en waarheid, anders zwijgt God of Hij antwoordt naar de drekgoden die in het hart zijn.
Elk dan die vraagt, moet in zichzelf overtuigd zijn dat hij oprecht begeert om inzake die weg onderwezen te worden. Dit vragen moet niet flauw, maar ernstig zijn. Het is niet genoeg te zeggen: "Leer mij Uw weg en leid mij op Uw paden." En al wordt men niet aanstonds verhoord, houd evenwel ernstig aan. Val Hem met eerbied en nederigheid maar moeilijk, totdat Hij de ziel antwoordt. Uw vragen moeten ook op de rechte tijd gesteld worden. Gods Geest noemt het "in vindenstijd." Die tijd kan tot het einde van uw leven zijn, wij kunnen dit niet bepalen. De vindenstijd kan ook wel afgebroken worden voordat men sterft. Men roept dan en God hoort niet, en Hij lacht en spot als hun vrees komt.
De Heere wil gezocht worden terwijl Hij te vinden, en nabij is. U zou mij kunnen vragen: Wat zijn de merktekenen dat de genadetijd voorbij is? Dit is moeilijk te onderscheiden en te bepalen. Er zijn echter twee gestalten die naar alle waarschijnlijkheid merktekenen zijn dat de vindenstijd voor zo een voorbij is.
Hendricus van Houten,
predikant te Middelburg
(Een zielverkwikkende raad, 1719)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 december 2000
Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 december 2000
Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's