Hulpverlener op kerkenpad
Psychiatrisch ziekenhuis Raalte treedt met nieuw zorgplan in voetspoor van Italiaanse instelling
Aan de rand van het Overijsselse Raalte ligt de Franciscushof. Een groot algemeen psychiatrisch ziekenhuis, met allerlei afdelingen en gebouwen. "Alles wat je hier ziet, is voorbestemd om te verdwijnen", zegt psychiater J. W. G. Meissner als hij het terrein overziet. Een nieuwe visie op hulpverlening zet de organisatie op de kop. Daarbij komen ook kerk en geloof nadrukkelijk in beeld. Dit alles onder het motto: "De zorg is er voor de mens, niet de mens voor de zorg."
Stichting Psychiatrische Zorg West-Overijssel, locatie Franciscushof, bungalow 5. Daar wonen Danny Kamphuis (38) en Robert Bouwes (28). Beiden verblijven al lange tijd op het ziekenhuisterrein. Danny -hij lijdt aan een schizo-affectieve stoornis- kwam er acht jaar geleden terecht nadat hij eerder verschillende keren op de psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (paaz) opgenomen was geweest. Robert, die met paranoïde schizofrenie te kampen heeft, woont sinds de zomer van 1995, na zijn derde psychose, in Raalte.
Geen van beiden had verwacht verscheidene jaren in het psychiatrisch ziekenhuis te zullen doorbrengen. Robert: "Ik dacht dat ik een halfjaartje zou blijven en dan weer terug zou gaan naar school. Dan zou ik eerst weer bij m'n ouders gaan wonen en uiteindelijk zelfstandig. Als je hier eenmaal zit, kom je erachter dat het niet zo gemakkelijk gaat." Zijn weken zijn op dit moment onder meer gevuld met muziektherapie, een kookcursus en sport. "Ik heb veel tijd voor mezelf. Vervelen doe ik me niet. Je bent ook in de bungalow bezig: koken, afwassen, schoonmaken."
Op de schop
Als het aan geneesheer-directeur M. R. J. Sniedt ligt, komt jarenlange opname in de toekomst nog slechts bij hoge uitzondering voor. Is de patiënt nu nog te gast in het ziekenhuis, straks zal de hulpverlener te gast zijn bij de patiënt thuis, zo luidt het credo. Samen met psychiater J. W. G. Meissner, manager van een van de drie subregio's van de Franciscushof, licht Sniedt de beleidsnota "Anders en elders" toe. Daarin staan begrippen zoals "totale cultuuromslag" en "essentiële verandering van de zorg" centraal. Kortom, de hele organisatie gaat "op de schop." De traditionele gestichtscultuur maakt plaats voor een nieuwe zorgvisie, die de cliënt als medemens centraal stelt.
Voor Sniedt ging de wissel niet op één dag om. Het inzicht dat de traditionele psychiatrie in Nederland op een verkeerd spoor zat, groeide in de loop van de tijd. In 1991, een jaar voordat hij als directeur van de Franciscushof aantrad, maakte hij kennis met de geestelijke gezondheidszorg in Italië. Daar heeft integratie van psychiatrische zorg in de maatschappij al veel langer de aandacht. Sniedt kwam er in eerste instantie vandaan met de gedachte dat Nederland het beslist niet slecht deed. Achteraf zegt hij: "Ik was ziende blind."
Kernwoord in de Italiaanse zorgvisie is volgens Sniedt "bondgenootschap". "Hulpverleners en mensen die psychisch ziek zijn, werken samen. Dan heb ik het over de plaatsen waar het goed gaat." Tijdens een bezoek van Italiaanse collega's aan Raalte in 1995 kreeg de psychiater daarvoor pas goed oog. "Toen realiseerde ik me dat het echt verkeerd is wat wij deden. We hadden goede therapeuten, met goede diploma's, maar dachten helemaal vanuit de aanbieder, niet vanuit de cliënt."
Wijkcentra
In 1997 ging Sniedt opnieuw op studiereis, ditmaal naar Rome. Hij bezocht daar een psychiatrische kliniek waarin ooit 4000 patiënten verbleven. Er waren slechts honderd bedden overgebleven. De overige zorg werd -op maat- thuis of in de regio geboden. "De wens van de zorggebruiker stond nadrukkelijk centraal. Dat trof me", zegt Sniedt. Na die tijd nam de directeur honderd medewerkers, een aantal patiënten en familieleden mee naar Rome. De breed gedeelde conclusie luidde: Deze kant moet het ook in Raalte op.
Belangrijk uitgangspunt is de cliënt als een volwaardig burger te benaderen. "Als je in het ziekenhuis ligt omdat je been gebroken is, betekent dat niet dat de zuster je moet voeren. In een psychiatrisch ziekenhuis namen we, als iemand ziek was aan het leven, somber of in de war was, over de hele linie de verantwoordelijkheid over." In de nieuwe structuur komt de instelling de cliënt letterlijk tegemoet door waar mogelijk de zorg bij hem thuis of in de directe omgeving aan te bieden.
Met behulp van een flapover schetst Sniedt de toekomstige situatie, die in 2004 volledig een feit moet zijn. In de aangepaste organisatie staan wijkcentra centraal. Van daaruit zullen verpleegkundigen, psychiaters en andere hulpverleners werken, die dezelfde bekendheid moeten krijgen als vroeger de wijkagent. "Deze centra bieden algemene psychiatrische zorg. Ze zijn minder stigmatiserend, laagdrempeliger en zijn ook 's avonds open", somt Sniedt de voordelen op. Voor crises en kortdurende intensieve behandelingen is een apart centrum met bedden gepland.
Verder komt er een centrum waar meer gespecialiseerde behandelingen worden aangeboden. Ook daar is het de bedoeling dat cliënten zo mogelijk 's avonds naar huis gaan. "Uiteraard blijven er leefgemeenschappen over, waar mensen langdurig ongestoord kunnen verblijven. Daarbij moet je niet denken aan de massale opzet van een traditioneel psychiatrisch ziekenhuis." Van de 428 bedden die de Franciscushof had, zijn er intussen al honderd door andere zorgvormen vervangen.
Leefmilieu
De nieuwe aanpak vergt een intensieve begeleiding. "Het is niet zo dat wij de mensen op straat dumpen en zeggen: "Maatschappij, doe er maar iets mee." We schuiven onze verantwoordelijkheid niet af." Teams voor intensieve thuiszorg zullen de cliënten begeleiden. Dat is echter niet genoeg. "Om de zorg meer in het natuurlijke leefmilieu van de patiënten op te kunnen zetten, moeten we samenwerken met andere organisaties, gemeenten, kerken, mensen in de wijk. Wij doen een appèl op hen zich om de medemens te bekommeren."
Psychiater Meissner, tot 1998 werkzaam op de polikliniek van het toenmalige Gereformeerd Psychiatrisch Ziekenhuis (GPZ) in Zwolle, bracht binnen de Franciscushof het kerkelijk leven nadrukkelijk in beeld. "In deze regio is ten minste een op de twee burgers kerkelijk actief. Daar moet je mee rekenen als je naar het natuurlijk leefmilieu van de cliënt kijkt. In kerken gebeurt vaak goed werk ten behoeve van de medemens. Hoe kun je dat betrekken in onze nieuwe zorgvisie?" zo vraagt de gereformeerd vrijgemaakte hulpverlener zich af.
Meissner stuitte binnen de instelling op veel onbekendheid met het leefmilieu van cliënten uit de gereformeerde gezindte. "Het is belangrijk dat te leren kennen. Het gaat niet om kleine clubjes. De hervormde gemeente van Staphorst bestaat alleen al uit zo'n 6000 zielen. Denk ook aan plaatsen zoals Genemuiden en IJsselmuiden." Voor een kennismaking met deze leefwereld woonde Meissner samen met de rooms-katholieke Sniedt onlangs een dienst in de hervormde kerk van Staphorst bij, gevolgd door een ontmoeting met enkele gemeenteleden die van de psychiatrische zorg in de Franciscushof gebruikmaken.
Om de reformatorische gezindte actief bij de nieuwe zorgplannen te betrekken, startte Meissner een reeks voorlichtingsavonden voor ambtsdragers. Vorige maand was hij te gast bij de hervormde kerkenraad van Staphorst. Voor de komende tijd staan hervormd Rouveen en christelijk gereformeerd Genemuiden op het programma. Meissner haast zich te zeggen dat zijn activiteiten geen concurrentie met Eleos (het vroegere GPZ) betekenen. "Onze instelling richt zich met name op mensen met een zwaardere psychiatrische aandoening."
De toegenomen aandacht voor kerk en religie betekent binnen de Franciscushof een "cultuuromslag." Meissner en Sniedt ontkennen dat het hierbij om de liefhebberij van een enkele christentherapeut gaat. "Dit is onderdeel van ons beleid", benadrukt de directeur. "Hulpverleners hebben te vaak gedacht dat het geloof losstaat van de psychiatrische problematiek. Wij komen er nu rond voor uit dat we dit belangrijk vinden." Meisser: "Ik ben de katalysator geweest, maar voel me beslist geen roepende in de woestijn."
Werkvloer
Staphorster Koos Raangs is blij met de toegenomen aandacht voor de christelijke achtergrond van patiënten. Vanwege de ziekte van zijn vrouw kent hij de Franciscushof van binnenuit. Als bestuurslid van diverse organisaties, waaronder de reformatorische vereniging "Een handreiking" voor familieleden van psychisch zieken, zet hij zich in voor verbeteringen in de zorg. "Het is lofwaardig dat twee pyschiaters hier geweest zijn en geproefd hebben hoe de kerkgang is. De directie en het management zijn van goede wil, maar het moet ook op de werkvloer gaan leven. Daar heb je als cliënt mee te maken."
De vernieuwingen binnen de Stichting Psychiatrische Zorg West-Overijssel beoordeelt Raangs overwegend positief. "Het heeft me altijd tegengestaan dat het ziekenhuis in Raalte zo buitenaf ligt. Het is een goed streven mensen met een psychiatrische ziekte te laten terugkeren in de maatschappij, maar het moet wel mogelijk zijn, voor de patiënt én voor de familie. Wat heb je eraan als iemand zelfstandig in een mooi huis woont, maar als hij daar de hele dag achter de geraniums zit? Ondersteuning in de thuissituatie is belangrijk."
Het echtpaar Raangs deed de afgelopen jaren positieve ervaringen op met intensieve psychiatrische thuiszorg. Eens per veertien dagen komt er een hulpverlener aan huis. "Door middel van een gesprek probeert die de situatie te sturen. Als echtgenoot word je daarin goed betrokken." Als zich tussentijds een crisissituatie aandient, kan de cliënt dankzij de voorziening "bed op recept" zonder tussenkomst van de huisarts contact met de Franciscushof opnemen.
Raangs onderstreept het belang van meeleven vanuit de kerk. "Onze predikant en enkele ouderlingen zijn erg betrokken. Ik vind het positief dat de dominee mensen die psychisch ziek zijn regelmatig opdraagt in het gebed. Zij behoren ook tot de gemeente." Hij noemt verder de mantelzorg zoals die in Staphorst door de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) is opgezet. Drie vaste vrijwilligers zorgen voor regelmatig contact met zijn vrouw. "De ene keer komen ze koffie drinken, de andere keer doen ze een boodschap. Dat werkt positief."
Over de algemene beeldvorming in de samenleving laat het bestuurslid van "Een handreiking" zich kritisch uit. "Psychiatrische patiënten krijgen nog te vaak een stempel opgeplakt, worden te veel als patiënt, te weinig als mens gezien. Het zijn toch medeburgers. De leus van de NPV, "Ieder mens mag er zijn", geldt ook voor de psychiatrische patiënt. Ieder heeft zijn eigen talenten. Of dat er nu één is of tien, we zijn allemaal schepselen Gods. Het doet pijn als mensen je vanwege een psychische ziekte van een afstand beschouwen."
Sterk genoeg
In de Franciscushof in Raalte bereiden Danny Kamphuis en Robert Bouwes zich voor op terugkeer in de maatschappij. Het is de bedoeling dat ze op korte termijn samen een huurhuis in Zwolle zullen betrekken. Beiden kijken ernaar uit, maar "met enige spanning." Robert: "Er is straks nog wel hulp, maar op afstand. De Franciscushof is een samenleving op zichzelf. Je bent met allemaal lotgenoten. In Zwolle kom je in de gewone maatschappij. Dat zal wennen zijn, maar ik voel me nu sterk genoeg. Ik denk dat ik het aankan."
Het zal hem naar verwachting niet veel moeite kosten, z'n spullen naar Zwolle te verhuizen. "Ik wilde altijd al graag naar het stadse toe. Hier is het net een soort rustoord, afgesloten van de maatschappij. Je bent volledig met je behandeling bezig. Straks word ik losgelaten om in praktijk te brengen wat ik hier geleerd heb", zegt Robert. De beide cliënten hebben niet het idee dat hun opname langer heeft geduurd dan nodig was. "Ik ben blij dat ik er goed de tijd voor genomen heb. Dat werpt z'n vruchten af. De eerste twee keer dat ik werd opgenomen, heeft de behandeling te kort geduurd", zegt Danny achteraf.
Hij zegt de Franciscushof met gemengde gevoelens te zullen verlaten. "Het is een dorp waar ik acht jaar heb gewoond. Dat zal ik best missen. Toch wil ik ook graag weg, om het leven in de maatschappij weer op te pakken." Hij merkt op dat de psychiatrische thuiszorg wekelijks op de stoep zal staan. "Als je meer hulp nodig hebt dan één keer per week, kun je erom vragen. Het is verder een prettige gedachte dat je tijdelijk in het ziekenhuis terechtkunt, als je een keer terugvalt. Of als je nieuwe medicatie krijgt bijvoorbeeld. Dat kan niet altijd thuis."
Passend werk
Via Compaan, een instantie die zich met herintreders uit de psychiatrie bezighoudt, is het tweetal op zoek naar passend werk. "Ik wil iets met computers gaan doen", zegt Robert. "Bij een reparatiebedrijf of een drukkerij. Op dit moment wordt nog onderzocht wat het beste bij me past." Hij geeft toe dat het wennen zal zijn aan het arbeidsproces te gaan deelnemen. "Je moet het rustig opbouwen. Eerst drie dagdelen bijvoorbeeld. Als dat bevalt kun je het uitbouwen naar vijf. Ik denk dat het werk veel voor me gaat betekenen."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 2000
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 2000
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's