Boegeroep en stenen voor de keizer
Bezoek Hirohito in '71 bracht Indisch leed onder de aandacht van Nederlanders
APELDOORN - De Japanse keizer Akihito begint vandaag met zijn vrouw aan een driedaags bezoek aan ons land. Veel Japanners kijken gespannen toe, want het bezoek van zijn vader in 1971 werd een regelrechte ramp.
Het is overigens niet de eerste keer dat Akihito vandaag voet op Nederlandse bodem zet. Als kroonprins deed hij dat ook al in 1953, zo schrijft dr. Bart van Poelgeest in zijn proefschrift over de betrekkingen tussen Nederland en Japan van 1945 tot 1975 ("Japanse besognes", Den Haag 1999). Akihito was daarmee het eerste lid van de keizerlijke familie dat na de Tweede Wereldoorlog Nederland bezocht.
Het bezoek dat hij toen aan de Oranjes bracht, kreeg bijna tien jaar later zijn vervolg in een gepland tegenbezoek van prinses Beatrix in 1962. Uiteindelijk zou Beatrix' eerste bezoek aan Tokio -als onderdeel van een reeks bezoeken in de regio- anders verlopen dan verwacht. Op 30 november 1962 werd Beatrix verrast door het overlijden van haar grootmoeder Wilhelmina. Ze brak haar reis af en maakte een tussenstop in Tokio, waar ze diezelfde dag nog door Hirohito werd ontvangen.
Een jaar later, op 4 april 1963, deed ze het afgebroken bezoek aan Japan nog eens dunnetjes over. Het jaar daarop was ze opnieuw van de partij. Samen met haar vader Bernhard was Beatrix aanwezig op de Olympische Spelen in Tokio. Ook toen bracht ze een bezoek aan Hirohito.
Railroad-liedje
Maar de lucht in Nederland begon pas echt te zinderen, zo schrijft Van Poelgeest, tijdens het bezoek van prins Bernhard, Beatrix en Claus in het voorjaar van 1970. Bernhard lunchte bij die gelegenheid afzonderlijk met kroonprins Akihito en zijn vader - en vooral die laatste gebeurtenis is onvergetelijk geworden door de tekst die de cabaretier Wim Kan -zelf getraumatiseerd ex-dwangarbeider aan de Birma-spoorweg- daarover schreef. Zijn "railroad-liedje" zou in de jaren daarna bij alle (tegen)bezoeken als een indrukwekkende 'protestsong' opklinken:
Overigens was het de Nederlandse rechtsgeleerde prof. mr. B. V. A. Röling die Wim Kans grote tegenspeler werd (de schrijver Rudy Kousbroek zou zich daarbij voegen). Röling was namelijk rechter geweest bij het Tribunaal van Tokio (1946), waarbij Japanse oorlogsmisdadigers werden veroordeeld. Hij was ervan overtuigd dat keizer Hirohito niet schuldig was.
Maar er gebeurde later dat jaar nog iets anders: de eerste grote herdenkingsmanifestatie rond de Japanse capitulatie werd gehouden op 15 augustus, en daarvan was prins Bernhard beschermheer geworden. Terwijl die bijeenkomst meehielp het Indisch zelfbewustzijn verder te doen ontwaken. Het kon niet uitblijven dat de bezoeken over en weer van de Oranjes en de keizerlijke familie steeds meer protest gingen uitlokken.
Naar Artis
Dat protest barstte al direct los toen bekend werd dat de Japanse keizer in 1971 Nederland zou aandoen. Hirohito zou staatsbezoeken brengen aan Engeland, België en Duitsland; de bezoeken aan Denemarken, Frankrijk en Nederland zouden een stikt privé-karakter hebben.
De keizer stelde een eendaags bezoek aan Nederland voor op 8 oktober, en wilde dan graag koningin Juliana ontmoeten. Die liet weten Huis ten Bosch beschikbaar te stellen als gastverblijf. Kort daarop werd het bezoek met een dag verlengd omdat de bioloog Hirohito net als in 1921 Artis wilde bezoeken, en ook graag de inpolderingswerken wilde zien.
Het toenmalige hoofd van DOA (Directie Oosten/Bureau Oost-Azië en de Pacif ic) J. Rookmaker zei geen uitgebreide protesten te verwachten omdat die ook waren uitgebleven bij de eerdere bezoeken van de Oranjes aan Japan.
Verrast was men op Buitenlandse Zaken toen begin '71 wel degelijk heftige kritiek losbarstte bij het bekend worden van het aanstaande bezoek. Japan zag de bui hangen en legde nadrukkelijk de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van het bezoek bij Nederland, in de hoop dat Den Haag alsnog zou afzeggen. Begin juli hakte het zojuist aangetreden kabinet-Biesheuvel de knoop door: de keizer mocht komen. Maar de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, Schmelzer, stelde vervolgens alles in het werk om zich te onttrekken aan de gevolgen ervan. Zijn voorstel "om maar in Suriname te blijven" werd niet geaccepteerd. Schmelzer moest terugkomen om met zijn Japanse ambtgenoot te dineren.
Boer Koekoek
Intussen begon Wim Kan een breed opgezette protestactie, waarbij de televisie een hoofdrol speelde. Het effect van zijn voorstellingen werkte door in alle media. In de Tweede Kamer kreeg Wim Kan bijval van boer Koekoek, die het openbaar ministerie zelfs verzocht de keizer bij aankomst op te pakken wegens moord op 20.000 Nederlanders.
Op vrijdag 8 oktober 1971 arriveerde de keizer op Schiphol, met in zijn gevolg bijna 200 Japanse journalisten. Het officiële ontvangst was erg sober gehouden, maar wat betogers in petto hadden was dat allerminst. Via Huis ten Bosch vertrok de keizer per limousine naar Rotterdam voor een bezoek aan de Euromast. Op de terugweg tussen Rijswijk en Den Haag ging het mis: een man gooide een thermosfles tegen de voorruit van de auto, waarbij die werd vernield. Op diezelfde dag werden na een diner op de Japanse ambassade de ruiten van het gebouw ingegooid.
Op de tweede dag van het bezoek werd het spannend bij Artis. De politie kon nog net verhinderen dat de keizer een rake klap kreeg van een 29-jarige man. Ook in de dierentuin stonden demonstranten met spandoeken opgesteld. Bij het Rijksmuseum was het al niet anders: betogers wisten daar griezelig dicht bij de limousine te komen.
Tijdens een bezoek aan het Okurahotel, dat al eerder door prins Claus was geopend, verbrandden leden van de Rode Jeugd Japanse vlaggen. Grote verontwaardiging bij de Japanse pers, en bij het Japanse thuisfront die alles via de televisie konden gadeslaan! Op weg naar Den Haag, in de buurt van Voorburg, vergastten tientallen automobilisten de keizer op een enorm claxonconcert.
Bommelding
De Japanse pers en het publiek reageerden furieus op de 'ontvangst' van de keizer in Nederland. Medewerkers van de Nederlandse ambassade in Tokio werden bedreigd, en er kwam een bommelding binnen waardoor het gebouw door de politie moest worden bewaakt. In de stad Kobe hielden ultrarechtse Japanners een protestbetoging die volgens de Nederlandse consul tot bloedvergieten zou hebben geleid als de keizer in Nederland enig letsel zou zijn toegebracht. De Nederlandse regering bood Japan daarop enkele malen excuses aan voor de incidenten en beloofde schadevergoeding.
De stemming in Japan veranderde na terugkeer van de keizer, en vooral toen hij verklaarde dat zijn reis "geslaagd was." Hij voegde daaraan toe dat "hij spijt had van bepaalde dingen in de oorlog" - zonder daar nader over uit te wijden. Volgens de toenmalige ambassadeur Bergsma waren de anti-Nederlandse gevoelens daarna snel verdwenen, en had het Nederlandse bedrijfsleven er geen schade van ondervonden.
Toch werd kroonprins Akihito in '73 door de Japanse ambassadeur in Den Haag afgeraden ons land te bezoeken, vanwege de herinneringen aan het bezoek van zijn vader twee jaar eerder.
Nu Hirohito niet meer leeft, lijkt de lucht aanzienlijk opgeklaard en mag zijn zoon -inmiddels zelf keizer van Japan- het de komende drie dagen opnieuw proberen. Maar Japanners die zich '1971' nog herinneren zullen ook deze keer hun hart vasthouden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 23 mei 2000
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 23 mei 2000
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's