Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van Kalamazoo naar Carterton

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van Kalamazoo naar Carterton

Gereformeerde gemeente Nieuw-Zeeland krijgt predikant

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CARTERTON - "De Heere doet nog wonderen." De echtgenote van Peter Bertram -hij dient de gereformeerde gemeente van Carterton in Nieuw-Zeeland als ouderling- is ervan overtuigd. De circa 120 zielen tellende gemeente krijgt voor het eerst een eigen predikant. Ds. A. T. Vergunst uit Kalamazoo in de Verenigde Staten nam het beroep naar de andere kant van de wereld aan. "Zijn vader kende onze eerste home-missionair, J. J. Groen, en stuurde hem naar Nieuw-Zeeland. Dus die baande de weg voor zijn zoon", zegt mevrouw Bertram.

In het najaar van 1972 sprak het deputaatschap buitenlandse kerken -dat toen bestond uit de predikanten K. de Gier, J. van Haaren, L. Huisman en A. Vergunst- met Job Jacob Groen. Deze had er al twintig jaar opzitten in Nieuw-Zeeland. Hij had niet het voornemen nog terug te gaan naar het land van de kiwi's. Maar hij wilde de weleerwaarde heren toch komen vertellen dat er een kleine groep Hollanders woonde die zich niet kon vinden in wat ze in de andere kerken hoorde. Samen hadden ze bij een bandrecorder naar Nederlandse predikanten geluisterd. En toen hij er nog woonde, las Groen ook zelf af en toe een preek.

"Broeder Groen werd nu verzocht terug te keren om met preeklezen deze mensen te stichten en ook om wat catechetisch onderwijs te geven", zegt het rapport van de deputaten aan de in 1974 gehouden generale synode van de Gereformeerde Gemeenten. Hij ging. Als ouderling van de gemeente te Amersfoort en met "een officiële opdracht om als home-missionair verstrooiden die de bevindelijke waarheid beminnen, bijeen te brengen." Het was geen vetpot. Hij moest "voor eigen levensonderhoud zorgen, maar hem is wel een renteloos handgeld meegegeven, dat hij alleen voor kerkelijke arbeid mag gebruiken", zo schreven de deputaten aan de synode.

Groen las niet slechts preken, hij ging zelf voor in de gemeente. In 1978 kon het nog altijd kleine groepje zelfs komen tot het stichten van de Ponatahi Christian School. Het Nederlandse deputaatschap tot hulpverlening in bijzondere noden sprong af en toe bij met geldelijke hulp. In oktober 1992 overleed Groen. En in 1993 kreeg ouderling P. Bertram de bijzondere opdracht een stichtelijk woord te spreken.

Opoffering

Ouderling H. Bosch vertelt dat de inmiddels gegroeide, maar nog altijd kleine gemeente van Carterton al ongeveer vier jaar bezig is met beroepingswerk. "Het onderhouden van een eigen predikant kost opoffering. Maar onder de leden leeft bereidheid om gezamenlijk de lasten te dragen. Wij waren ons ervan bewust wat wij deden. De uitgebrachte beroepen vormden een zaak van gebed om de gunst van de Heere. Ook het zelf instandhouden van een school vormde voorheen een zware financiële verplichting. Bij de oprichting was er sprake van een hechte band in de gemeente. Wij hopen en geloven ook wat de kerk betreft met Gods hulp samen de last te mogen dragen."

Jarenlang ging er af en toe een predikant naar Nieuw-Zeeland vanuit Nederland of van de Netherlands Reformed Congregations uit Noord-Amerika. Soms met grote tussenpozen. Ook de destijds op Irian Jaya werkende zendeling ds. G. Kuijt bediende een enkele keer Woord en sacrament in Carterton. "De laatste tijd kregen we geregeld twee keer per jaar bezoek van een predikant", zegt Bosch. "Daarover waren we heel tevreden."

Bosch heeft niets aan te merken op het voorgaan van zijn medeouderling Bertram. "Toch leefde de begeerte in de gemeente naar een ambtsdrager die Woord en sacrament mag bedienen. Die twee horen immers bij elkaar."

School

Bertram is tevens directeur van de school. Die ontvangt inmiddels overheidssubsidie en telt meer dan 100 kinderen tussen de vijf en achttien jaar. Er zijn acht fulltime en twee parttime onderwijzers aan het onderwijsinstituut verbonden. Behalve de kinderen van de gereformeerde gemeente bezoeken ook jongens en meisje uit de plaatselijke Free Presbyterian Church, van de gereformeerde kerk en zelfs uit pinkstergemeenten de school. En tevens jonge mensen die helemaal niet tot een christelijke gemeente behoren. Zij passen zich aan. Daarnaast verwacht de overheid, die subsidie verstrekt, dat het onderwijs kwalitatief goed is. De taak om aan zo'n school leiding te geven als directeur is voor iemand die tevens op zondag mag voorgaan en betrokken is bij het pastoraat erg zwaar.

"Bertram is blij", zo bevestigt Bosch de woorden van diens echtgenote. "De overkomst van een eigen predikant komt ook het pastorale werk ten goede. Het is voor de huidige lerend ouderling moeilijk om zowel de school als de kerk met alle kracht te dienen. Hij kan nu alle aandacht besteden aan het werk op onze eigen school." Ds. Vergunst heeft een goede relatie met Bertram. Ook hij weet dat deze uitziet naar zijn komst.

Van de predikant wordt trouwens verwacht dat hij ook af en toe voor de klas staat. Maar uitsluitend voor het geven van catechisatie. Bosch: "Dat is ook belangrijk voor de circa 45 procent van de schoolgaande kinderen die niet van onze gemeente zijn." Het is voorschrift dat die jongens en meisjes het godsdienstonderwijs volgen.

"Wij gevoelen de bemoeienis van de Heere", aldus Bosch. "In het bijzonder met het oog op het opgroeiend geslacht. Zij vormen immers de kerk van de toekomst. Twee jaar geleden beriep onze kerkenraad voor de eerste keer ds. Vergunst. Hij bedankte. Daarna kwam hij hier om eens rond te kijken. Toen raakte hij met onze gemeente bezig."

"Het is niet mijn eigen voorkeur om mijn huidige gemeente te verlaten en weg te trekken uit het geheel van de vele kerken in Noord-Amerika die ook vaak de prediking van het levende woord moeten ontberen", geeft ds. Vergunst eerlijk toe op de vraag of hij graag naar Nieuw-Zeeland vertrekt. "Maar ik moet gehoorzaam zijn. Ook in Carterton is de nood groot. Toen ik twee jaar geleden een beroep ontving, belde een vertegenwoordiger van de kerkenraad mij niet eerst op. Zij stuurden eenvoudig alleen de brief. Toen viel er een betrekking, hoewel ik niets van de gemeente wist." En dan vertelt hij hoe de Heere zijn hart heeft ingewonnen en overreed. "Ik weet dat dit de weg van de Heere is."

Evangelisatie

Bosch ziet ernaar uit dat de nieuwe predikant via evangelisatie ook iets zou kunnen betekenen voor buitenkerkelijke mensen. Ds. Vergunst: "Er lopen heel wat mensen rond daar, vroegere emigranten, die uit onze kring afkomstig zijn, maar zich nooit meer bij een kerk hebben aangesloten. Ik laat dat op dit ogenblik liever liggen. Wij moeten uitzien naar de leiding des Heeren."

Alle betrokkenen hopen dat de nieuwe herder en leraar in september intrede kan doen. Maar voorafgaande aan de overkomst moet eerst de overheid van Nieuw-Zeeland toestemming geven. "Ik heb nog geen antwoord van de ambassade", zegt ds. Vergunst. "Maar de Heere zal dit ook wel goed maken."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 2000

Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's

Van Kalamazoo naar Carterton

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 2000

Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's