Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alle beetjes helpen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alle beetjes helpen

Maatregelen langs de hele Rijn moeten 70 centimeter peilverlaging opleveren

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ganzen uit Siberië kleuren begin februari de uiterwaarden van de Rijn bij Xanten en Wesel grijs. Voor een passerende bus gaan ze op de loop, een enkel dier gaat zelfs op de wieken. Van de grote gele graafmachines en zandwagens kijken ze na enkele weken echter niet meer op. Bislicher Insel, een oud waterbergingsbekken in Nordrhein-Westfalen, wordt in ere hersteld. Nederland draagt bij in de kosten, want het effect van het opslaggebied ligt vooral aan deze kant van de grens.

Van de tien keer dat extreem hoge rivierwatertoppen de lage landen bedreigden, gebeurde dat vijf keer in de eerste tachtig jaar van de vorige eeuw en vijf keer in de laatste twintig jaar. Deze dagen vijf jaar geleden moesten in de Betuwe enkele honderdduizenden mensen en dieren de wijk nemen voor de waterdreiging uit het zuiden. Eind 2000, voor het stormseizoen, moet het toen ijlings opgestelde Deltaplan grote rivieren (DGR) klaar zijn: 85 procent van het dijkverbeteringswerk is dan uitgevoerd, de 15 procent die resteert is óf al veilig genoeg, óf wordt aangepakt in het kader van de meest recente "Ruimte voor de rivier"-plannen.

Het succes van wat 'wij' in ons land doen, is echter voor het grootste deel afhankelijk van wat 'zij' hogerop uitvoeren. Duitsland, Zwitserland, België en Frankrijk beheren de bovenlopen van Rijn en Maas, en als de hoogwaterproblemen niet gezamenlijk worden aangepakt, blijft het hier letterlijk dweilen met de kraan open. Alleen het bedenken van technische oplossingen is niet voldoende om het hoogwater te keren. Het hele stroomgebied volbouwen met megapompinstallaties is geen optie. Bewuster inrichten en 'beheren' van de rivier, in haar volle lengte, is dat wel.

Oude rechten terug

Het opnieuw inrichten komt er in de praktijk vaak op neer dat de rivier haar oude rechten grotendeels terugkrijgt. De in het verleden afgepakte ruimte wordt teruggegeven of gecompenseerd op een plaats waar dat beter uitkomt. Met dien verstande, dat de natuurlijke loop van het water doorgaans toch de beste oplossing is en op de tekentafel altijd blijkt dat de mens met zijn woonwijken in uiterwaarden, zijn asfaltvlakten en bebouwing met pijlsnelle waterafvoer en zijn 'afknellen' van rivierbeddingen de directe oorzaak is van de wateroverlast.

Het 1100 hectare grote Bislicher Insel tussen Xanten en Wesel ligt in een bocht van de Rijn, op de plaats waar de rivier twee eeuwen geleden werd rechtgetrokken door het Bislicher Kanaal. Een gat in het stelsel van winterdijken bedreigt op die plek 13.000 Duitsers met hun have en goed, maar ook duizenden Nederlanders in de grensstreek iets verderop.

Zou het hele gebied met hoge dijken worden afgeschermd, dan was de rivier opnieuw een gedeelte van haar capaciteit kwijt en zou het middel op termij n erger zijn dan de kwaal. Vandaar dat werd besloten om door een ingenieuze dijkverlegging en gedeeltelijke vernieuwing van een bestaande waterkering de bewoners van het gebied droge voeten te bieden én de rivier 50 miljoen kubieke meter opslag (retentie) terug te geven. Het project behelst verder het aanbrengen van een waterkerende wand in de bodem om het vele kwelwater in het gebied in de hand te kunnen houden.

Uiterwaarden afgraven

Bislicher Insel (1100 hectare/50 miljoen kuub) is een van de elf projecten die in Duitsland op de rol staan voor het Rijn-gedeelte tussen Lobith en Bonn, en tegelijk ook het grootste. Noordelijker nog liggen Lohrwardt (500 hectare/20 miljoen kuub) en Bylerward (720 hectare/30 miljoen kuub). Een Duits idee om de geplande retentie bij Bylerward te vervangen door het afgraven van uiterwaarden, werd door Nederland verijdeld omdat het voor ons land geen centimeter peilverlaging oplevert. De elf plannen zijn zeven dijkterugleggingen en vier retentiegebieden.

Ir. E. B. Zegers van Rijkswaterstaat Oost-Nederland is de internationale contactman voor ons land in de kwestie van de hoogwaterbescherming. Volgens hem is het voor Nederland vooral van belang dat de Duitsers opslagcapaciteit maken in de vorm van bewaarbekkens. "De dijkverleggingen hebben voornamelijk effect in Duitsland, de echte bergingslocaties helpen Nederland met het beteugelen van de hoogwaterpieken."

Als de vier beloofde opslagbekkens in de Duitse benedenloop klaar zijn, betekent dat bij Lobith een peilverlaging van 10 centimeter, weet Zegers. Voert ook Zuid-Duitsland alle retentieplannen uit, dan scheelt dat nog eens 30 centimeter. De cijfers uit het Actieplan Hoogwater -dateert uit 1998, roept de Rijnoeverstaten op de rivier aanzienlijk meer ruimte te bieden- zijn 30 centimeter verlaging in 2005 en 70 centimeter in 2020. "Een gigantische opgave", zegt Zegers, "maar we zijn een eind op de goede weg." Onze eigen inspanning -Ruimte voor Rijntakken, voorziet onder andere in het afgraven van uiterwaarden, verwijdering van obstakels, lokale dijkverlegging en kribverlaging- moet nog eens 30 centimeter reductie opleveren. Is alles klaar, dan kan er 16.000 kubieke meter water per seconde bij Lobith naar binnen zonder problemen te geven in plaats van de 15.000 kuub per seconde die in het "Deltaplan grote rivieren" als maat geldt.

Neckar, Main, Moezel

Tegelijkertijd waarschuwt Zegers echter voor te veel optimisme. Want de retentie in de Duitse bovenstroomse gebieden die doorwerkt tot in Nederland, werkt alleen als het hoogwater daar ook is ontstaan. De grootste opslagcapaciteit ligt in Zuid-Duitsland, maar ten noorden van die bekkens komen Neckar, Main en Moezel uit in de Rijn, en nog iets noordelijker ook de Roer, vanuit een stroomgebied met veel infrastructuur en weinig ruimte om berging voor hoogwater aan te leggen.

Zegers: "De hoge afvoeren van Neckar, Main, Moezel en Roer en de beperkte berging in de benedenstroom blijven een bedreiging voor Nederland. Mijn zorg is dat dáár nog te weinig tegen wordt gedaan. De capaciteit van de elf projecten in Nordrhein-Westfalen is onvoldoende om de streefcijfers voor verlaging van de waterstand te halen. Als het hoogwater vanaf de Moezel komt, is de retentiecapaciteit in Duitsland te klein. De bestuurders zijn van goede wil om te kijken naar méér, maar in de praktijk ligt de aanleg van opslagbekkens erg gevoelig, vooral bij de plaatselijke bevolking."

De samenwerking met Duitsland mag in het algemeen goed zijn, toch stuit Zegers met enige regelmaat op enige achterdocht, zegt hij. "De Duitsers betwijfelen regelmatig of wij in Nederland wel echt aan hoogwaterbescherming doen of dat we alleen maar onze dijken verhogen." De Nederlandse bijdrage -ruim 10 miljoen euro van het Nederlandse deel van het EU-budget- voor dijkterugleggingen en retentiebekkens in Nordrhein-Westfalen is daarom wel een vertrouwenwekkend gebaar. Al blijft het natuurlijk een sigaar die wordt gepresenteerd uit 'andermans' doos.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 februari 2000

Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's

Alle beetjes helpen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 februari 2000

Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's