“Iedere bladzijde is als een kind des gebeds”
Bijbelcommentaar van Matthew Henry ondervindt opnieuw waardering
Matthew Henry is een begrip, geliefd bij predikant en gemeentelid, geprezen door hoogleraar en leek, ter hand genomen door landman en kleine burger. Van de negendelige "letterlijke en practicale verklaring van het Oude en Nieuwe Testament" verschenen reeds vele Engelse en Amerikaanse edities. Een eerste Nederlandse vertaling kwam tot stand in 1741. Op weg naar het jaar 2000 is er, naast de Spaanse, zelfs sprake van een Henry in het Russisch, een Henry in het Arabisch, een Henry in het Bulgaars. Dit najaar verschijnt een herdruk van Matthew Henry's levenswerk voor het Nederlandse taalgebied. Wat is het dat dit gereformeerde bijbelcommentaar zo geliefd maakt? ,,Iedere bladzijde ervan", schreef de auteur, ,,is als een kind des gebeds."
Uit het dagboek van Matthew Henry, 12 november 1704: “Deze avond begon ik, na veel overleggingen mijns harten en vele gebeden, mijn aantekeningen van het Oude Testament. Dat ik iets zou kunnen doen en mijn tijd zo zou besteden dat er gezegende vruchten op mogen volgen. Laat de Heere ermee doen wat Hem behaagt.”
Die “gezegende vruchten” zijn geplukt. Al bijna driehonderd jaar lang. Het is op z’n minst opmerkelijk dat juist in onze hoogverlichte tijd wereldwijde herwaardering lijkt te ontstaan voor dit oude, eenvoudige bijbelcommentaar. De Gereformeerde Zendinsbond (GZB), de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) en de zending van de Christeiljke Gereformeerde Kerken steunen gezamelijk een vertaalproject van Matthew Henry in het arabisch. Begin dit jaar presenteerde Oost-Europa- organisatie Kom Over En Help (KOEH) een verkorte Matthew Henry in het Bulgaars, op bijbeldundrukpapier en 900 dubbelkoloms pagina’s dik. Deze zomer werd in Moskou het eerste deel van een Russische verklaring van Matthew Henry overhandigd aan vertegenwoordigers van de niet-geregistreerde baptistengemeenten.
Verkort of onverkort
De Russische Matthew Henry is het resultaat van een samenwerkingsverband tussen het deputaatschap bijbelsverspreiding van de Gereformeerde Gemeenten en Stichting Friedensstimme. Eind jaren tachtig maakten voorgangers in de voormalige Sovjet-Unie hun behoefte aan een verantwoord bijbelcomentaar kenbaar. “In het Russische taalgebeid was op dit vrijwel niets beschikbaar”, zegt W. Chr. Hammink uit Woerden, sinds 1996 algemeen secretaris van het deputaatschap bijbelverspreiding. Het deputaatschap had reeds Russische vertalingen geleverd van boeken van Bunyan, Jon. Edwards, Guthry, Brakel, Bostonen ds. C. Harinck.
In 1991 besloot het deputaatshap samen met Friedenstimme meet e werken aan een Russiche vertaling van Matthew Henry. Aanvankelijk werd gedacht aan een verkorte versie, maar de Broederraad van de niet-geregistreerde baptisten in Moskou had graag de onverkorte uitgave. Er was al zo weinig materiaal voorhanden en voorgangers hadden over het algemeen weinig ondergrond. Zij zouden zeer geholpen zijn met de volledige verklaring.”
Pastoraal
Een jaar later werd besloten om in St.-Petersburg een eigen vertaalteam van vijf mensen te formeren. Vanuit het deputaatschap en Friedenstimme werd later een begeleidingscommissie aangesteld, bestaande uit de secretarissen van beide organisaties (ds. C. Harinck en C. Stellaard), de bureaumanager van Friedenstimme (A. de Pater) en algemeen secretaris Hammink van het deputaatschap. Na zes jaar kon het eerste Russische deel van Henry’s Nieuwe Testament in Moskou worden overhandigd. Deze maand verschijnt het tweede deel. Maart 200 wordt het derde deel verwacht, in 2001 moet het gehele Nieuwe Testamenst -bestaande uit 6 delen- in het Russisch beschikbaar zijn. Of ook het Oude Testament wordt vertaald hangt van de ontvangsten voor dit project. Een complete Matthew Henry in het Russisch zou meer dan 10.000 pagina’s gaan beslaan. “We hebben het dan over een project van ongeveer 2 miljoen gulden”, zegt Hammink.
Op de vraag waarom juist gekozen is voor Matthew Henry, zegt Hammink: “Het was vooral het pastorale element van zijn verklaring dat in Rusland zeer aansprak. Er was een grote behoefte bij voorgangers aan en handleiding waarmee de Schrift helder en eenvoudig aan de gemeente kon worden uitgelegd. Het was vooral de bevindelijke warmte van Matthew Henry die het deed. Er zijn andere veklaringen die in wetenschappelijk opzicht meer bieden, maar de toegankelijkheid van Matthew Henry beantwoordde onomstotelijk aan het gewenste doel.”
Het was uitgever Kok te Kampen die in 1906 het plan opvatte de oud-Nederlandse vertaling (in 1741 verschenen in zestig losse deeltjes) van Matthew Henry te herzien. In 1910 was het Nieuwe Testament in drie delen gereed, zes jaar later gevolgd door het Oude Tesament in zes delen. Henry’s standaardwerk verscheen nu in negen bruine banden. “Het geriefelijke daarvan is”, schreef Heraut bij de voltooiing in 1916, “dat aan die kloeke, stevige banden nooit te zien is of de boeken zijn gelezen, maar dat ook nooit te bewijzen is dat ze niet zijn gelezen.” Het Friesch Dagblad schreef bij die gelegenheid: “Dit is een reuzenonderneming van den heer Kok, die krachtigen steun verdient.”
In de jaren zeventig zette uitgeverij De Groot Goudriaan een herdruk op de markt, in 1985 gevolgd door een tweede, tien jaar later door een derde. De vraag naar het standaardwerk van de Engelse theoloog blijft van dien aard dat De Groot Goudriaan dit najaar opnieuw een oplage van duizend exemplaren drukt. Bij speurwerk in de archieven van Kok stuitte uitgever Jilles Bijl tot zijn eigen verrassing op vergeten gegenens over degene die in 1909 de verklaring van Henry had vertaald. Het blijkt te gaan om Elisabeth Reijstadt, van oorsprong een Duitse damen uit remen. Haar familie was in de negentiende eeuw naar Amsterdam verhuisd, waar men, onder invloed van het Réveil, was overgegaan tot het protestantisme. Elisabeth Freijstadt vertaalde op verzoek van Kok ook werken van Spurgeon en Bettex. Aan de kwaliteiten van haar vertaalwerk is nooit getwijfeld, sinds dr. H. Bavinck in zijn voorrede schreef dat de vertaling “door een bekwame hand” was verricht en “zeker alle lof” verdiende.
Exegese
De Heraut had in 1916, alle lof ten spijt, wel wat bedenkingen tegen het levenswerk van Matthew Henry: “het werk is vrij geantiqueerd, althans uit oogpunt van wetenschappelijke exegese, niet meer op hoogte van de tijd.”
Jilles Bijl: “Matthew Henry heeft nooit een proeve van geleerdheid willen afleggen. Dat is waar. Maar we zouden hem echt tekortdoen als we ontkennen dat hij een theoloog van formaat was. Zijn verklaring legt daarvan getuigenis af. Het is een pastoraal getoonzet commentaar, dat gunnend en stichtelijk van aard is. Het werk getuigt echter ook van grote belezenheid en van gedegen theologische kennis. Henry wilde het Woord van God uitleggen en dat vervolgens toepassen in het dagelijks leven. Het was hem te doen om de Schrift te openen als het Woord van God, dat nuttig is tot lering en onderwijzing. Over de kwaliteiten van Henry als bijbelverklaarder is dr. Barinck in zijn voorrede bepaald niet onduidelijk: Hij scheef: deze verklaring legt op schier iedere bladzijde bewijzen af van de geest en de kennis de schrijvers.”
Cijfers over het aantal exemplaren van Henry’s bijbelverklaring in Nederland in omloop is, zijn niet beschikbaar. Bijl doet een voorzichtige schatting: “Ongeveer vijftienduizend sets, denk ik. Misschien iets meer.”
Biografie
Eind 1994 werd Matthew Henry onderwerp van de eerste Nederlandstalige biogafie, “Een getuige van het Licht”. Mevrouw J. Bout te Scherpenzeel, toen nog docente Van Lodensteincollege te Amersfoort, had daarbij nog onbekende gegevens gevonden.
Het was een artikel in “Standvastig”, het orgaan van de Gereforemerde Bijbel Stichting, dat haar op spoor had gezet. Ds Tj. De Jong stelde in een verklaring aan de tweedelige bijbelverklaring van Henry de vraag wie nu eindelijk eens “gelegenheid en genegenheid” zou vinden om onderzoek te doen naar de persoon van Henry. “Het liet me niet meer los”, zegt mevrouw J. Bout. (Inmiddels voltooide ze ook een biografie van Thomas Halyburton en werkt ze aan een boek over de neven James en William Guthry.) “Ds De Jong beschikte over een boek over Matthew Henry, geschreven door William Tong. Het idee rees om dat te vertalen, Maar Tong bleek bij nader inzien een schrijver geweest te zijn die slechts met veel omhaal van woorden zijn boodschap kwijt kon.”
Een studiereis naar Engeland, naar de plaatsen waar Henry had gewoond en gewerkt, gaf de doorslag. Mevrouw Bout zou, samen met haar collega en huisgenote mevrouw N.J. Spaan, een nieuwe biografie schrijven over Matthew Henry. Gastvrij werden ze onthaald op landgoed Broad Oak (waar Matthew Henry werd geboren) door een directe afstammeling van hem, de heer Philip John Warburton-Lee. In de hal hing een groot schilderij van de bijbelverklaarder, te midden van zijn ouders. In de safe lag het met de hand geschreven manuscript van de “practicale bijbelverklaring.”
Van het eindresultaat, “Een getuige van het Licht”, gingen zo’n vierduizend exemplaren van de hand.
Diep en helder
Mevrouw Bout kan weten wie Matthew Henry was. “Een zachtmoedig man, iemand met een kinderlijk godsvertrouwen, een bescheiden mens, een ootmoedig predikant. Hij was ook zeer ijverig. Als hij zich moest bezighouden met andere zaken dan die van Gods koninkrijk, was dat voor hem al gauw verspilde tijd. Henry was geen man van de barricades, was wel gevormd, maar niet door de polemiek.”
Wat maakt zijn verklaring zo veelgevraagd? “De kracht ervan ligt in zijn eenvoud, in zijn ernst. Het is uitermate praktisch, maar ook geestelijk van karakter. Wiliam Tong was wel een bombastische en breedsprakige auteur, maar hij heeft Henry toch wel raak gekarakteriseerd: “Deze verklaring is door serieuze christenen altijd geprezen geweest, door het heldere hoofd van de schijver, door diens warme hart, zijn gevoelvolle leven en de diepte van zijn zielservaringen.”
En wat scheef Matthew Henry zelf? “Ik ben maar een waterputter, die water ophaalt uit de diepte en anderen doet drinken uit de fonteinen des Levens.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1999
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1999
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's