Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rheinberger

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rheinberger

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Josef Rheinberger (1839-1901) was een zeer productief musicus. In zijn 62 jaar lange leven schreef hij behalve opera's en liederen veel werken voor orgel, piano, koor en (kamer)orkest. Hij beheerste het vak van componeren tot in de puntjes. Door zijn leerlingen aan het Münchener Konservatorium, maar ook door zijn muzikale tegenvoeters -Wagner stelt hem in 1867 aan als leraar aan de Nieuwe Koninklijke Muziekschool in München- werd hij dan ook met bewondering gadegeslagen. Dit ondanks het feit dat de ruim 25 jaar jongere componist nogal conservatief was. Rheinberger was iemand die zijn romantische gevoelens in toom hield door klassieke vormen (Mozart/Beethoven) en derhalve nog muziek schreef in de stijl van Mendelssohn, toen Wagner reeds lang massa's met zijn magistrale opera's had betoverd en Liszt hetzelfde met wervelende pianomuziek voor elkaar kreeg. Maar "een betere compositieleraar dan Rheinberger is er in geheel Duitsland en omgeving nu eenmaal niet te vinden", aldus de wagneriaanse pianist Von Bülow, "ook al is zijn muziek soms wel wat droog en geleerd". Hoe de sonates, trio's en vele karakterstukken klinken die Rheinberger voor het orgel schreef, is te horen op een serie cd's die Ursina/Motette uitbrengt. De werken worden door Duitse organisten op Duitse romantische orgels, waaronder de grote Sauer-orgels in Bremen en Berlijn, uitgevoerd. Op volume 3 bespeelt Ludger Lohmann het Link-orgel van de stadskerk te Giengen (Württemberg). Het instrument uit 1906 kan dankzij de vele 16-, 8-, en 4-voeten zowel vet en imposant, als smeltend zacht klinken en vormt derhalve een uitstekend middel om Rheinbergers muziek tot klinken te brengen. Bijvoorbeeld in de 3e Sonate (1875), waarin de componist de melodie van de achtste psalmtoon (hypomixolydisch) op praktisch dezelfde manier verwerkt als Mendelssohn "Was mein Gott will" in zijn eerste orgelsonate. Of in de 20e Sonate (1901), waar Rheinberger dankzij melodieverdubbelingen en een wat minder klassieke vorm het orgel bijna net zo woest laat klinken als zijn leerling Max Reger in diens 2e Sonate (1901). Voor wie wil weten wat de Duitse romantiek in het voetspoor van Mendelssohn allemaal te bieden heeft: aanbevolen. N.a.v. "Josef Rheinberger - Vol. 3: Sonaten nr. 3, nr. 4, nr. 20. Ludger Lohmann". Motette CD 12231.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 11 oktober 1999

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Rheinberger

Bekijk de hele uitgave van maandag 11 oktober 1999

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's