Advies van de hofmeester van Kana
Ds. A. Moerkerken: Je vraagt je soms af of we elkaar nog verstaan
ROTTERDAM - Men stelle het zich levendig voor: een autoweg met drie rijbanen naast elkaar. Op de middelste rijbaan een eenzame automobilist met panne. Links en rechts schampt het voortrazende verkeer langs hem heen. "Zo voel ik me vaak", zegt ds. A. Moerkerken, emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten. "Je wordt allicht wel ergens door beschadigd, hetzij door verkeer van links, hetzij door verkeer van rechts."
De rector van de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten herdenkt vandaag dat hij 25 jaar geleden in Nieuw-Beijerland bevestigd werd tot predikant. Hij diende zijn eerste gemeente dertien jaar. In 1987 vertrok ds. Moerkerken naar Gouda, waar hij om gezondheidsredenen in 1996 met emeritaat ging. Sedertdien wijdt hij zich fulltime aan het docentschap in Rotterdam. Terugziende op dat besluit zegt de predikant: "Ik heb die tijd ervaren als een kromming in het levenslot. Mijn gezondheid liet de combinatie van het volledige predikantschap en het docentschap niet langer toe. Het is een hele strijd geweest om antwoord te krijgen op de vraag of emeritaat nu Gods weg was. Ik heb daar echt mee gelopen, totdat een eenvoudig tafelgebed van een ambtsbroeder mij helderheid verschafte: "Ik zal", zegt de Heere in Jesaja 42, "de duisternis voor hun aangezicht ten licht maken, en het kromme tot recht." Dat was het: het kromme recht gemaakt! Ik krijg niet zo veel teksten, niet elke maand, ook niet ieder jaar, maar deze tekst was een van de duidelijkste momenten in mijn leven dat de Heere sprak. En dat was dus niet te vroeg en niet te laat."
Zondags gaat ds. Moerkerken voor in Capelle aan den IJssel-West. "Met de kerkenraad was afgesproken dat ze me zouden afschermen van de problematiek in het gemeenteleven. En dat hebben ze altijd buitengewoon consciëntieus gedaan. Dat betekent ook dat je wel dingen mist, de omgang met jonge mensen bijvoorbeeld. Ik sta wel eens te preken terwijl ik denk: Jongens, sta ik niet te ver van jullie af? Maar thuis hebben we gelukkig nog vijf kinderen rondlopen, die zorgen er echt wel voor dat ik met beide benen op de grond blijf staan."
Zijlijn
Je staat als emeritus wat aan de zijlijn, zegt ds. Moerkerken. "Je kunt niet meer afgevaardigd worden naar bredere kerkelijke vergaderingen, je kunt dus ook geen moderamenlid meer zijn. Maar, denk ik wel eens, zou het gezond zijn als de functies van rector van de school, hoofdredacteur van De Saambinder en moderamenlid van een generale synode binnen één persoon verenigd zouden worden? Vergeet niet dat een mens een buitengewoon hoogmoedig schepsel is, met een zeer arglistig hart."
Gevraagd naar zijn gezondheid: "Om eerlijk te zijn, het gaat niet zo goed. Ik slaap 's nachts met een masker op dat precies zo veel lucht in mijn longen blaast dat er geen ademstilstanden optreden. Dat apparaat doet de gehele nacht zijn werk. Als dat goed functioneert, voel ik me de volgende dag redelijk fit. Maar het gaat ook wel eens minder goed. Dan ben ik 's ochtends om acht uur al uitgeput. Er gaan dagen voorbij dat ik nauwelijks mijn werk kan doen."
Prediking
Niet verheeld kan worden dat de prediking binnen de Gereformeerde Gemeenten de laatste jaren tamelijk onder vuur heeft gelegen. Slechts na enig aandringen wil de rector daarop reageren. "De prediking heeft altijd onder vuur gelegen. Dat was in de vorige eeuw ook al zo. Het is óf de wetenschap die je beschiet, óf de godsdienst. Daar lig ik niet zo wakker van. Waar ik wel zorg over heb, is dat de kritiek nu ook van binnenuit gaat komen. De laatste tijd merk je zo veel polarisatie en vervreemding binnen eigen kring. Je vraagt je soms af of we elkaar nog wel verstaan als het gaat over het zondaar zijn voor God, over het toevallen van Zijn recht, over de kennis van de Middelaar. Bedoelen we nog hetzelfde? Ik ben daar tamelijk somber over."
De Gereformeerde Gemeenten hebben in de historie een eigen ontwikkelingsgang gehad, zegt de predikant. "Daarom leggen we eigen accenten, kennen we eigen merktekenen, maar dat wil nog niet zeggen dat er zoiets zou bestaan als een gereformeerdegemeentetheologie. Dat is echt niet waar. Wij hebben altijd onmiskenbare invloeden vertoond van de Reformatie en van de Nadere Reformatie, van Brakel en van Comrie. Wat men nu soms wil, is een ander type prediking, een prediking die je in andere kringen reeds aantreft. Vroeger ging men in zo'n geval over naar het kerkverband waar gepreekt werd zoals men wenste, nu blijft men veelal en eist vervolgens dat de prediking verandert. Daar hebben we het hele verhaal."
De visie van ds. Moerkerken op de standen in het genadeleven bracht vele pennen in beweging. "Wat ik gepubliceerd heb, was niets anders dan een verwoording van de oude standpunten van onze gemeenten. Laten we niet doen alsof er nieuwe dingen worden gezegd. Wat ik bedoeld heb, is dat het heilsordelijke, bevindelijke leven gestempeld wordt door de heilsfeiten. Dat is iets wat in de jaren veertig ook al werd geleerd door een man als professor Wisse in zijn boek "De heilsfeiten". Het is onbillijk nu te doen alsof dat typisch iets is van de Gereformeerde Gemeenten. Ik heb nog weinig recensies gelezen waarin ik me recht voelde gedaan en dat doet wel een beetje pijn, temeer daar het over de meest tere zaken gaat."
Ik denk, zegt ds. Moerkerken, dat ik zelfs een gematigd standpunt inneem omtrent de standen in het genadeleven. "Ik preek heus niet iedere zondag over de vierschaar der consciëntie, en als ik preek over de vrouw van Potifar dan spreek ik niet over de rechtvaardigmaking. Je moet die dingen zuiver houden. Iedere tekst heeft zijn eigen exegese en bevinding. Maar als van zondag tot zondag de gehele Schrift aan de orde komt, dan komen de standen in het genadeleven ook aan de orde. We willen graag bijbels op koers blijven."
Moderne theologie
"Er dreigt een ernstige breuklijn te ontstaan. Er schijnen twee soorten geloofsbeleving te kunnen zijn. Het moet vooral voor jonge mensen zeer verwarrend zijn. Dat doet me pijn, meer dan ik zeggen kan. Wat we nodig hebben om in het spoor van onze vaderen te blijven, is de vreze des Heeren, een nauwe omgang met de God van de Heilige Schrift en met de God van onze vaderen, en veel werk in de binnenkamer. Wat zou ons aller leven er anders uitzien als dat meer beoefend mocht worden."
In de jaren zestig, zeventig las ds. Moerkerken vele moderne theologen. Onlangs schreef hij echter in De Saambinder de lust niet te kunnen opbrengen om Kuiterts laatste boek te lezen. De samenvatting was hem genoeg. "Ik ken ze wel een beetje: Sölle, Küng, Kuitert en vooral een man als Rudolf Bultmann. Maar ik ben er zo moe van geworden. Het zijn vaak eendagsvliegen geweest. Kuitert en Ter Linden verkondigen echt niets nieuws. En als dat zo is, hoef ik ook niet alles nog weer eens te lezen. Het is vaak zonde van mijn tijd, vind ik. Ik houd me nu maar aan de stelling van de hofmeester van Kana: "Alle man zet eerst de goede wijn op, en wanneer men wel gedronken heeft, alsdan de mindere" (Joh. 2:10). Ik heb nog niet genoeg van het goede gedronken om nu al met het mindere te beginnen."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 september 1999
Reformatorisch Dagblad | 47 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 september 1999
Reformatorisch Dagblad | 47 Pagina's