Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gezelschap op ontmoetingsdagen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gezelschap op ontmoetingsdagen

Eerwaarde heer Nijhof: Wij willen geen wig drijven tussen mens en kerk

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gezelschap is weg. Hoe men ook over het gezelschap of conventikel mag denken, het verdwijnen ervan wijst niet op een verrijking van het kerkelijk leven. Het wordt er al kouder van. Er lijken zich echter alternatieven aan te bieden: de gezelschaps- of ontmoetingsdagen. Men kan jaarlijks één keer terecht in Ede, Haastrecht, Almkerk, Harderwijk of Zwaagwesteinde. Jacobus Koelman vond dat geestelijk leven niet zonder gezelschappen kon, maar hield "de groepjes vromen" wel onophoudelijk voor: "Verlaat de kerk niet, onder welke schijn ook, maar help haar reformeren."

De Open Hofkerk te Ede is, sinds 1981, op iedere tweede dinsdag van september de locatie voor een jaarlijkse ontmoetingsdag. Als vaste elementen biedt de dag drie sprekers, een flinke pauze en ruime gelegenheid tot het stellen van vragen. In de beginjaren werden op de Edese bijeenkomst ook persoonlijke getuigenissen afgelegd van het werk des Heeren. "Indien gij een woord van vertroosting voor het volk hebt, spreek het dan", zo wekte men in de beginjaren de bezoekers op, "om in het openbaar getuigenis af te leggen van wat de Geest in het hart mocht werken."

Dat doen we al jaren niet meer, zegt een van de huidige organisatoren, de eerwaarde heer G. Middag te Bennekom. "Dat oproepen tot een openbaar getuigenis doet te veel denken aan het Leger des Heils en aan pinksterkringen. We willen geen sekte zijn. Als je mensen oproept te vertellen wat in hun ziel omgaat, dan weet je nooit wat je te horen krijgt. Zoiets kan goed uit de hand lopen. We geven liever gelegenheid tot het stellen van schriftelijke vragen, liefst over de lezingen die gehouden zijn."

Middelpunt

Het gaat in Ede om de Woordbediening, zegt Middag (zelf sinds 1979 hulpprediker in de Nederlandse Hervormde Kerk). "De Schrift moet in het middelpunt staan, het moet ons te doen zijn om wat de Koning der Kerk te zeggen heeft, ook nog in deze tijd waarin alles terugloopt. Bevindingen en belevenissen van mensen zijn daaraan ondergeschikt".

Maar voor de pauze ruimt Ede wel heel bewust twee uur tijd in. "We noemen het ook ontmoetingsdag, bewust geen gezelschapsdag meer. Een gezelschapsdag doet te veel denken aan het gezelschapsleven, waar uitsluitend kinderen van God met elkaar spraken over de gangen van de Kerk, maar die gedachte willen wij niet oproepen. Onze bezoekers komen overal vandaan, uit het hele land. Het zijn steeds dezelfde gezichten die je ziet, en die mensen willen elkaar in de pauze wel eens echt ontmoeten, van hart tot hart met elkaar spreken. We kennen een vaste kern van zo'n vierhonderd, grotendeels oudere bezoekers die jaarlijks naar Ede komen."

Thuislezers

Waar op andere bijeenkomsten het aantal thuislezers nog wel eens wil domineren, is er in Ede, volgens de heer Middag, nauwelijks sprake van onkerkelijkheid onder de bezoekers. Het merendeel komt uit oud gereformeerde kring of uit de kring rond het hervormde blad "Het gekrookte riet". De sprekers in Ede zijn zonder uitzondering hervormd, jaar op jaar dezelfde predikanten: ds. W. J. op 't Hof, ds. W. Roos en ds. K. Veldman.

"Je raakt aan elkaar gewend en op elkaar ingesteld", zegt Middag. "Elke verandering is nog geen verbetering. Daarbij komt ook dat er wel predikanten zijn die er wat huiverig tegenover staan om op een ontmoetingsdag te spreken. Het heeft nu eenmaal geen kerkelijke bedding. Ik kan die aarzeling bij sommigen wel begrijpen, maar wij willen ons helemaal niet afzetten tegen de kerk."

De Edese ontmoetingsdagen trokken in de beginjaren moeiteloos zevenhonderd mensen, een enkele maal telde men er zelfs meer dan duizend. Dat is voorbij. Het aantal bezoekers schommelt nu rond de drie-, vierhonderd. Middag: "Er zijn de laatste jaren zo veel van zulke dagen gekomen, denk maar aan de jaarlijkse zendingsdagen in Harskamp, Garderen, Elspeet en Driesum. Nee, eerlijk gezegd is er ook eigenlijk geen verschil."

Harderwijk

Ongeveer gelijktijdig met de eerste ontmoetingsdag in Ede werd in Harderwijk, in juli 1981, in het kerkgebouw van de Vrijzinnige Gemeenschap ook een ontmoetingsdag belegd. De heer De Boer, destijds voorganger van de hervormde evangelisatie te Vaassen, had in een gesprek met enkele mensen opgemerkt dat ze de gezelschapsdagen van godsdienstonderwijzer A. de Redelijkheid misten. Met het wegvallen van De Redelijkheid was ook de jaarlijkse gezelschapsdag in het buurtschap Lageweg (bij Ouderkerk aan den IJssel) verdwenen. Nijhof: "Er waren mensen die dat als een groot gemis ervoeren. Er was behoefte aan de onderlinge band, aan de gemeenschap met elkaar."

De eerste gezelschapsdag in Harderwijk trok ongeveer honderd mensen. Ze kwamen van heinde en verre, van Zeeland tot Friesland. Op de vraag of het gezelschapsleven zich landelijk laat organiseren, zegt de eerwaarde heer G. W. Nijhof: "We zijn later meer gaan spreken over een ontmoetingsdag dan over een gezelschapsdag. Het echte gezelschapsleven van vroeger ontstond spontaan. Het levendgemaakte volk kwam samen om uit de volheid van het gemoed Gods lof te vertellen, om verslag uit te brengen over Gods bemoeienis met een mens. Maar dát zijn we kwijt. Daar moeten we eerlijk in zijn."

Olievlek

De bijeenkomsten te Harderwijk breidden zich als een olievlek uit over het land. In 1984 maakte de Kollumer Courant melding van een "gezelschapsdag" in gebouw Pro Rége in Kollum (later verplaatst naar gebouw Rotonde in Zwaagwesteinde). In 1997 werd een eerste bijeenkomst belegd in Almkerk (veertig bezoekers), een jaar later in Haastrecht (dertig bezoekers).

Voorgangers in Zwaagwesteinde waren aanvankelijk de heren De Boer uit Vaassen en Padmos uit Krimpen aan den IJssel. Als vaste sprekers gaan de laatste jaren ds. J. van Prooijen uit Rijssen, ds. C. L. Onderlinden en de heer Nijhof voor. Ook spraken onder anderen de predikanten A. Kort, J. D. Heijkamp, J. van der Sleen, W. Roos en de eerwaarde heer B. Klootwijk.

Comitélid in Zwaagwesteinde is de heer H. Boon, die sedert kort kerkelijk meeleeft met de hervormde evangelisatie te Hardergarijp. Boon: "Het is ons erom te doen elkaar rondom het Woord te ontmoeten. Van groot belang daarbij is dat de leiding in goede handen is, dan loopt het niet uit de hand. Er dient stuur te worden gegeven vanuit de Schrift. Vroeger leidden oefenaars of ouderlingen het gezelschapsleven, wij geven de leiding graag in handen van ambtsdragers."

Zowel in Harderwijk als in Zwaagwesteinde worden de ontmoetingsdagen sinds 1990 tweemaal per jaar gehouden. Een vaste kern van zo'n veertig mensen onderneemt steevast de reis. Boon: "Dat is soms een wonder in onze ogen, want je moet niet vergeten dat de waarheid hier in het koude noorden nog maar spaarzamelijk gehoord kan worden."

Getuigenis

In tegenstelling tot de Edese bijeenkomst is er in Harderwijk en Zwaagwesteinde nog steeds gelegenheid voor iedere bezoeker om een persoonlijk getuigenis te spreken, om "in eenvoudigheid verslag uit te brengen over wat God gedaan had aan hun geest."

Boon onderstreept dat het juist op die momenten van belang is dat er goede leiding is. "Je kent de mensen onderhand. En je hebt gauw door waar het iemand om te doen is. Wanneer het al eens gebeurt dat de menselijke bevinding in het middelpunt komt te staan, of dat het gesprokene niet gefundeerd is op het Woord, dan moet je dat met tact en voorzichtigheid bijsturen. Daar is wijsheid van de Heere voor nodig."

Boon grijpt terug op een uitlating van wijlen ds. Joh. van der Poel: "De mens leeft van nature in het lijkenhuis, moet gebracht worden in het tuchthuis, moet geleid worden in het rechthuis, moet zicht krijgen op het Vaderhuis, om uiteindelijk in dit leven te ervaren dat het aan deze zijde altijd een armenhuis blijft." "Het is ons een behoefte om daarover met elkaar te spreken, van hart tot hart."

Kandelaar

Bezoekers van Harderwijk en Zwaagwesteinde komen uit verschillende kerkelijke kringen. Genoemd worden de Oud Gereformeerde Gemeenten en "Het gekrookte riet" in de Hervormde Kerk. Ook komen er wel mensen die zondags thuiszitten, die vrezen dat de kandelaar uit Nederland weggenomen is.

Nijhof: "Maar dat moedigen wij niet aan. Er mag niet de gedachte ontstaan dat er ontmoetingsdagen zijn omdat nergens meer de rechte bediening van het Woord gevonden zou worden. De levende bediening van het Woord op Zijn dag in Zijn huis is ver boven de ontmoetingsdagen verheven. Daar willen we heel duidelijk over zijn. Het kan niet bestaan dat een bijeenkomst van mensen die graag van hart tot hart met elkaar spreken een wig drijft tussen de mens en de kerk. Die kant moet het niet op. Wat ik wel bijzonder waardeer is dat op de dagen zoals ik ze heb meegemaakt, geen kerkmuren meer bestaan. Dat doet je wel eens goed."

Harderwijk en Zwaagwesteinde hebben geen van beide een kerkelijk bedding. Nijhof: "Maar waar twee of drie in Zijn Naam vergaderd zijn, daar is de kerk."

Zouden we niet beter kunnen zeggen: Waar het Woord is, daar is de kerk?

Boon: "Dat is ook waar. Maar waar Gods kinderen niet meer zijn, daar is ook geen kerk meer."

Sprekers

Boon nodigt in Zwaagwesteinde de sprekers uit. Hij weet bij wie hij moet zijn, en bij wie niet. "Als je ergens een predikant beluistert, dan hoor je gauw genoeg of zo iemand met vrucht op een gezelschapsdag zou kunnen spreken."

Hij heeft het nog niet meegemaakt dat een predikant die gevraagd werd, weigerde. "Ze zullen er best zijn, predikanten die met argwaan onze bijeenkomsten gadeslaan, maar die denken dan ook alleen hoogkerkelijk."

Ds. Smytegelt was een uitgesproken voorstander van het gezelschapsleven: "Zulke samenkomsten zijn gegrond in de Heilige Schrift." Maar Smytegelt had ook een open oog voor uitglijders. Hij ontmoette wel mensen die op het gezelschap "de klem, die anders de bediening van het Woord zou hebben, stillekens wegnamen."

De heer Nijhof onderschrijft Smytegelt van harte. "We zien ook wel het kaf onder het koren. Maar iemand die oprecht missend is gemaakt, oprecht zoekend is gemaakt, zo iemand wil wel eens met een ander praten, met iemand die daar ook wat van kent. "Hoort wat mij Gód deed ondervinden." Daar gaat het om."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1999

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

Gezelschap op ontmoetingsdagen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1999

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's