Mazelenepidemie in Nederland

Een woordvoerder van het centrum kan nog niet zeggen of de epidemie aan het afnemen is.

De ziektegevallen concentreren zich vooral in gebieden waar het percentage ingeënte kinderen lager ligt dan elders: Zuidoost-Utrecht, de Betuwe, de Achterhoek, de Veluwe en in Zeeland.

Een groot aantal meldingen kwam uit de regio Rhenen. Dokter F. van Leth van de GGD Zuidoost-Utrecht heeft in totaal 43 officiële gevallen doorgekregen van artsen uit die regio, "maar op basis van de antwoorden op vragenlijsten die wij vlak voor de vakantie nog naar de ouders hebben kunnen sturen, schatten we het aantal gevallen vele malen hoger." Van Leth denkt aan zo'n 160-200 gevallen voor Rhenen en omgeving.

Volgens het LCI en de GGD is er geen reden tot ongerustheid. Bij de GGD Zuidoost-Utrecht lijkt het aantal nieuwe gevallen af te nemen. Een verklaring daarvoor kan de vakantie zijn, waardoor de ziekte zich minder gemakkelijk verspreidt.

Het ministerie van Volksgezondheid adviseert ouders altijd aan de GGD door te geven als een kind mazelen heeft. De GGD kan dan eventueel maatregelen nemen om verspreiding te voorkomen. De ziekte verspreidt zich gemakkelijk, onder meer door niezen en hoesten. Sinds 1976 worden de meeste kinderen ingeënt tegen mazelen. De laatste grote epidemie was in 1988.

De voormalige Goese homeopathisch arts drs. P. Kleinepier adviseerde toen kinderen met mazelen het middel Belladonna D3 te geven, om de drie uur vijf druppels. Bij oorklachten is volgens hem Pulsatilla D30 aangewezen, een keer per dag 5 druppels. Dit ter voorkoming van complicaties.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen