Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IJskoude moordenaars

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IJskoude moordenaars

"Hoe zou ik bitter zijn over de daders? Dat was Serge zelf ook niet"

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Filosofiestudent Serge Heederik (25) stierf op zaterdag 25 mei 1996 in de armen van zijn broer Willem. Zijn moordenaar boorde hem twee keer het hele lemmet van een grote dolk in het lichaam. "Willem zag de angst in zijn ogen, maar Serge was dood voor hij het zelf goed kon bevatten." Ruim drie jaar na zijn overlijden verschenen de gedachten van de jonge denker in boekvorm. Zijn moeder: "Hoe zou ik bitter zijn over de moordenaars? Dat was hij zelf ook niet."

Tijdens het gesprek slikt Karin Hubers (60) regelmatig haar tranen weg. "Ik verwerk nog steeds", zegt ze. "Je leert er wat mee te leven, maar ik mis Serge heel erg. Elke dag denk ik aan hem. Soms denk ik nog dat hij zo zal komen binnenlopen." Ruim tien jaar geleden scheidde Karin van de vader van haar beide zoons. "Willem verloor in de vier jaar oudere Serge zijn beste vriend, maar Serge was voor hem veel meer, ook een vaderfiguur."

Het feitenlijstje van de avond van de moord is niet lang. Om half twaalf lopen Serge, Willem en diens vriendin door de voetgangerstunnel van station Heerlen. Ze zijn op weg naar de laatste bus richting Brunssum, waar mevrouw Hubers woont. Serge is een paar dagen over uit Amsterdam, hij studeert daar sinds bijna twee jaar filosofie. Eerder voltooide hij de kunstacademie in Maastricht. Muziek, schilderijen, tekeningen en diepe gedachten zijn z'n leven: Serge is een opvallend veelzijdig mens.

Aan het begin van de tunnel passeert het groepje van drie een ander drietal. Op dat moment krijgt Serge een flinke schouderduw. Er wordt gesnauwd. Serge kijkt de duwer verbaasd aan en vraagt wat er is. Willems vriendin en de kleinste jongen van de andere groep lopen snel door. Willem ziet dat de oudste van de twee overgebleven jongens, dronken, een enorme dolk trekt, en probeert nog te sussen. Hij pakt Serge bij de arm en schreeuwt: "Rennen Serge, rennen!" Maar Serge wordt tegen de grond geduwd.

Wachtlijst

Willem loopt steekwonden op aan rug en schouder, maar weet te ontkomen. Serge wordt geschopt en geslagen. Willem ziet hoe de moordenaar twee keer toesteekt en rent terug. De daders verdwijnen uit zicht. De oudste broer sterft in de armen van de jongste. "Het zal je gebeuren dat je broer in je armen sterft", zegt hun moeder zacht. "Eerst had Willem nog zelfverwijt: Waarom mijn broer en niet ik? Toen Willem nadien naar een psychiater wilde, kreeg hij te horen dat de wachtlijst een halfjaar was, vanwege een ontoereikend budget. Hij moest er zelf maar bovenop zien te komen. Hij kan er nog steeds moeilijk over praten. Als dat gebeurt tussen hem en mij, is dat een uitzondering."

De hoofddader bleek een crimineel (24) uit Hoorn, op familiebezoek in Heerlen. De andere (17) was zijn neef. "Wandelende tijdbommen" noemde de politie ze achteraf. "Dat er wat ging gebeuren hing in de lucht, zeiden de agenten. Dat was dus bekend. Maar er moest eerst een dode vallen." Toen Serge naar Amsterdam verhuisde, vond zijn moeder dat vreselijk. "Ik had angst voor die verre, gevaarlijke stad. Pas nadat ik hem daar een paar keer had bezocht, werd ik er rustig onder. En dan gebeurt het in Heerlen..."

Behalve in de regionale pers kreeg de moord op Serge weinig aandacht. Alle moorden op jongeren die eerder of later plaatshadden wekten afschuw, genereerden een overdaad aan publiciteit en publieke afkeuring, maar Heerlen was kennelijk te ver weg. Ook de onzorgvuldige journalistiek -junks en daklozen zouden Serge hebben vermoord- deed Karin pijn. "Serge gaf net voor hij stierf nog wat geld aan een dakloze, vertelde Willem. Juist de junks kwamen op de steekpartij af om de jongens te helpen."

Duurste advocaat

Sake van de W., de dader met het mes, kreeg vijftien jaar cel. TBS weigerde hij. Zijn neef, Jowie V., tijdens de moord onder invloed van drank en pillen, kreeg drie jaar en TBS. De uitspraak van de Hoge Raad dateert pas van april 1999. "Verhoudingsgewijs wel een hoge straf. Ik ben lid van de Vereniging van Ouders van Vermoorde Kinderen (VOVK): er zijn mensen die de moordenaar van hun kind al na een paar jaar weer door de straat zien lopen. Dat heb ik gelukkig niet, dat heeft advocaat Spong toch niet voor elkaar gekregen. Ja, moordenaars hebben altijd de duurste advocaten. En toen Willem om wat nazorg aanklopte, was het budget op."

Toch kent Karin geen verbittering richting de daders. "Als ze vandaag genezen zouden worden verklaard en er de garantie zou zijn dat ze het zeker niet weer zouden doen, dan mogen ze van mij vandaag los. Ze verdienen hun straf zonder meer, alleen al tegenover Willem, maar langer opsluiten als ze beter zouden zijn, is zinloos." En daarmee verwijst Serges moeder direct naar de nalatenschap van haar zoon.

Toen na de dood van Serge zijn spullen moesten worden uitgezocht en geordend, bleken er meer dan 2000 handgeschreven vellen met aforismen, bedenkingen en tekstfragmenten te zijn, gebundeld in acht boeken. Ook zijn computer bevatte reeksen bestanden waarin de jongeman verantwoording aflegde van wat hij las, dacht en meemaakte. Hij was bezig aan een soort bundeling van zijn filosofisch oeuvre toen zijn gruwelijke dood dat werk afbrak. Een inconsequentie-met-een-glimlach is de volgende aantekening: "Ik zal altijd trachten in mijn leven zo weinig mogelijk te schrijven, omdat ik er dan zeker van ben dat wat ik schrijf volgt uit mijn liefde en intuïtie voor de waarheid, en niet uit datgene waar ik volgens anderen over zou moeten schrijven. Dit is een fundamentele behoefte."

Keuze

"Het was in het academiejaar 1995-1996 dat ik als gastdocent aan de Universiteit van Amsterdam Serge heb leren kennen als een uiterst bevlogen student en een innemende persoonlijkheid. Het was tijdens de colleges van het tweede semester, die aan het werk van de Franse filosoof Baudrillard waren gewijd, dat er aan zijn leven een abrupt einde kwam", schrijft de Belgische gasthoogleraar Antoon van den Braembussche in het voorwoord van "De zon is het oog van God". Want Van den Braembussche, de favoriete docent van Serge, nam na de dood van zijn student de taak op zich alle aantekeningen door te nemen en er een keuze uit te maken voor publicatie.

Het meest 'aanwezig', opvallend, gerijpt en soms beklemmend zijn de teksten in het eerste deel: "Alles is zoals het nu is"; over voorafbepaaldheid, onvrijheid, dood, moord en doodstraf. Andere delen zijn soms moeilijker toegankelijk voor niet-filosofen of wekken bedenking en tegenspraak op. "Maar dat was ook juist de bedoeling van Serge. Als ik iets niet kon vatten van zijn redeneringen, dan zei hij: Mam, al moet ik het je tien keer uitleggen, dat doe ik voor je. Hij wilde altijd discussiëren. Met zijn broer Willem ging dat ook heel ver en hoogdravend, tot die even afhaakte. De laatste ochtend liep hij me nog na met "Fatale Strategieën" van Baudrillard. Daar was hij helemaal vol van, hij las me er stukken uit voor. Ik mis die gesprekken verschrikkelijk, al heb ik ze ook wel eens afgewimpeld."

Tumor

Tekenen, schilderen en musiceren deed Serge van jongs af om uiting te geven aan wat hem bezighield. Het formuleren van zijn gedachten op papier begon in het begin van de jaren negentig, de tijd dat bij hem een grote tumor met wijde vertakkingen in zijn hoofd werd ontdekt. "Een dikke wang markeerde de tumor, maar de vertakkingen zaten overal, tot in de oogkas", zegt Karin. Een levensbedreigende operatie bracht levensredding. "Hij was zich bewust van de onzekerheid: zal ik het halen, niet halen? Raak ik blind, word ik verlamd?" De operatie slaagde, en in september 1995 had de laatste controle plaats.

Veel van de filosofische teksten geven iets door over de eindigheid van het aardse menselijk bestaan. "Hij moet zelf ergens geweten hebben dat hij niet oud zou worden. Dat kan niet anders." Nu het boek is verschenen, kan zijn moeder ook beter leven met de gedachte dat de Heerlense moord lang werd 'verzwegen', terwijl voor andere geweldslachtoffers stille tochten werden gehouden. "Serge was geen mens voor witte marsen. Déze aandacht wilde hij wél." Op scholen in Heerlen wordt het boek gebruikt als voorlichtingsmateriaal over zinloos geweld. Van den Braembussche karakteriseert het als "een getuigenis dat haaks staat op leegte en zinloos geweld, en haaks op de schijnvertoning van de media."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1999

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's

IJskoude moordenaars

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1999

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's