"In het Koninkrijk ben je wijs als je niets weet"

De plaatselijke hervormde predikant ds. W. van Vlastuin gaf aan dat in de tekst uit 1 Petrus 5:7 niet bedoeld worden de aardse zorgen en problemen. "Je kunt dat erbij betrekken, maar in dit verband gaat het vooral om een ander aspect." Petrus bevindt zich tijdens het schrijven van deze brief in Babylonië, waar een klein hoopje christenen leeft te midden van een heidense wereld.

"Kijk maar hoe wij aankijken tegen asielzoekers en dergelijken, en dat vaak onterecht. Zo keek men daar aan tegen de joden die onlangs christen waren geworden. Het woord bekommernissen staat vooral in dat licht, want de duivel gaat om als een briesende leeuw, zoekende wie hij zou mogen verslinden. De duivel probeert zelfs de uitverkorenen te verleiden."

Je kunt volgens de predikant "werpen" hier ook vertalen met "loslaten". "Dat is het eenvoudigste wat er is. In de wereld moet je sterk zijn, in het Koninkrijk van God ben je het meest wijs als je niets weet. Dan ga je de kracht zoeken buiten jezelf. "Zonder Mij kunt gij niets doen", zegt Jezus. Je mag in het Koninkrijk Gods heilig onbezorgd zijn. Dat betekent niet dat je geen zonden meer hebt en geen bekommernissen, "maar Zijn nabijheid in het kruis is werkelijkheid. Dan zullen de tranen van uw ogen worden afgewist."

Ontmoeting

De christelijke gereformeerde emeritus predikant ds. M. C. Tanis uit Werkendam ging in zijn overdenking over Ruth 2:3 tot 4a in op de geschiedenis van Ruth en haar ontmoeting met Boaz. Hij gaf aan dat het woord "toevallig", in deze tekst genoemd, een zeer bekend woord is, maar "als het over de Heere gaat, mag dit woord beslist niet gebruikt worden."

Ruth heeft van Naomi de wetten van Israël aangehoord. Zij heeft zich daar niet tegen verzet. "Genade maakt ons ootmoedig, klein, nederig, afhankelijk en ook gelovig", zei ds. Tanis. "Ik mag bedelen. In de kerk kunnen bedelaars terecht. Die hebben geen stuiver op zak en moeten van het gegevene leven. Zij moeten het hebben van ontferming."

Gekruisigd

De derde spreker op deze ontmoetingsdag was ds. J. Belder uit Nieuw-Lekkerland. "Ik ben met Christus gekruisigd en ik leef", was de tekst van zijn overdenking, genomen uit Galaten 2:20.

Hierbij stond hij stil bij het "heel paradoxale woord" van deze tekst, dat iemand die gekruisigd is, nog leeft.

Volgens ds. Belder bedoelde Paulus in deze tekst niet de natuurlijke kruisiging, maar "hij denkt aan de grote verandering die hij door Gods genade kennen mocht. Er moet een totale omzetting plaatsvinden. De mens moet sterven en gekruisigd worden. Het ware leven is dat die grote en hoge macht van het eigen ik verbrijzeld wordt." De predikant gaf aan dat hier sprake is van het Evangelie van de plaatsvervanging. "Toen Christus gekruisigd werd, toen werd Paulus met Hem gekruisigd." Hij vroeg zijn hoorders: "Kent u die verbreking van het eigen ik? Dat zalig verliezen van het eigen ik, waardoor Hij gaat leven? Paulus zegt "Christus leeft in mij". Wat een ongelooflijke rijkdom. Daar is een eeuwigheid voor nodig om zo veel liefde en wijsheid te bewonderen."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen