Apeldoorn
De stichting "Vrienden van de Grote Kerk" in Apeldoorn bracht een cd uit waarop vijf organisten die regelmatig het orgel in dit bedehuis bespelen, te horen zijn. Deze stichting heeft al een flinke bijdrage aan het instandhouden van de Grote Kerk en haar orgel geleverd. Het monumentale gebouw bezit een instrument dat bij velen onbekend is. Het orgel van Witte (1896) verwierf vooral bekendheid in de periode dat Piet van Egmond organist van de Grote Kerk was. Deze cd maakt duidelijk dat we te maken hebben met een op en top romantisch instrument, met een warme, brede en vooral voorname klank. Probleem is dat de orgelklank moeite heeft om de kerkruimte tot in alle hoeken te vullen, waardoor het orgel niet altijd even overtuigend klinkt. De restauratie van het interieur in 1997 en werkzaamheden aan het orgel met het doel de klankuitstraling te verbeteren hebben een positief effect gehad, want op deze opname is er van dit probleem niets te horen. Integendeel. Wat een klank! André Knevel (Canada) opent met twee eigen werken: "Ere zij aan God de Vader" en "Rondo". Hij speelt zoals we van hem gewend zijn: veel 'Mulder-trekjes' en niet altijd even boeiend. Sander van Marion laat duidelijk merken zich achter deze klavieren thuis te voelen. In twee werken van eigen hand laat hij de vele klankmogelijkheden van het orgel muzikaal naar voren komen. Vaste bespeler Jan van Gijn verrast met "Op bergen en in dalen" van Hendrik de Vries, de leermeester van Jan Zwart. Het wordt goed geregistreerd en overtuigend gespeeld. De tweede verrassing die Van Gijn in petto heeft is Koraal en twee variaties over "Mijn ziel waartoe dit angstig zwijgen" van Bastiaans. Van Gijn maakt met zijn boeiende spel overtuigend duidelijk dat hij thuis is op zijn instrument. Everhard Zwart begint zijn bijdrage met het "Grand Choeur" van Salom. Het orgel staat in dit werk als een huis. Bekend is dat het instrument met zijn vele 8-voets grondstemmen snel ontstemd raakt wanneer alle registers worden opengetrokken. Zwart registreert zorgvuldig, met als resultaat een stralende orgelklank. Ook in de "Marche Funèbre" van Guilmant blijft het orgel optimaal klinken. Zijn aanpak van deze Witte dwingt respect af. Laatste speelman is Jan Zwanepol, bespeler van het orgel in de maandelijkse diensten met belangstellenden in de Grote Kerk. Hij speelt als eerste "Ga niet alleen door 't leven" van Jan Zwart, natuurlijk met de strijkers en fluiten van het Bovenwerk. In twee improvisaties van hemzelf wordt duidelijk dat het tijdens deze diensten goed zingen moet zijn. Heel muzikaal en optimaal gebruikmakend van de fraaie crescendo-mogelijkheden, wandelt hij verder. Mede door de fantastische opname van Jan Quintus Zwart, die dit fraaie orgel volledig uit de verf laat komen, is het een genoegen naar deze schijf te luisteren. N.a.v. "Orgel Grote Kerk Apeldoorn"; JQZ, QCD 98002-2.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 17 mei 1999
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 17 mei 1999
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's