Het bloed der martelaren het zaad der kerk?
Religieuze groeperingen staan soms onder zware politieke druk
"Het bloed der martelaren is het zaad der kerk". Die uitdrukking is afkomstig uit de vroegchristelijke kerk. Zij staat op naam van de kerkvader Cyprianus. Ook later is die passage vaak met instemming aangehaald. Maar heeft zij ook betrekking op de door de RK-Kerk vereerde martelaren van Gorcum? En wat moeten we in dit verband denken van de joodse en islamitische martelaren? Welke uitwerking heeft het als een religieuze groepering door de overheid onderdrukt wordt? Wat valt daarvan te zeggen?
In de eerste plaats wel dit dat een beperkte vorm van achterstelling en discriminatie nogal eens positief uitwerkt op de moraal van de desbetreffende groepering. Men voelt zich door de maatschappij misdeeld en dat leidt ertoe dat de rijen gesloten worden. Die achterstelling heeft een solidariserend effect op de eigen kring. Men gaat zich strijdbaar opstellen tegen de boze buitenwereld.
Uiteraard wordt dan wel bij de betrokken groepering een bepaalde innerlijke kracht verondersteld. Als men zeker is van zijn eigen zaak en vaststaat in zijn geloof, deren de spot en de vijandschap van de wereld niet. Die werken juist versterkend en bevestigend. Scheldnamen (denk aan de geschiedenis van het woord geuzen) worden omgesmeed tot erenamen.
Druk en tegendruk
Het is simpel gezegd een kwestie van druk en tegendruk. Of een godsdienstige groepering (en hetzelfde geldt van een etnische groepering) de druk van de buitenwereld kan weerstaan en succesvol is in het vasthouden van haar identiteit, hangt er met name van af of zij genoeg innerlijke kracht heeft om effectief tegendruk te bieden. Heeft de achterban daarvoor voldoende verbondenheid met de eigen kerk en haar geloof?
Die pressie van de buitenwereld behoeft niet alleen te bestaan in sancties (geldboetes, gevangenisstraffen, inbeslagnemingen etc.). Een misschien nog wel effectiever drukmiddel is het belonen van geloofsafval of van laksheid ten aanzien van kerkelijke voorschriften en gewoonten.
Veel van de druk die in communistische landen op de kerken werd uitgeoefend lag op dit vlak. Jongeren die wilden gaan studeren moesten lid worden van de communistische jeugdorganisatie en deelnemen aan iets als de Jugendweihe. Wie actief kerklid was, kon een maatschappelijke carrière wel vergeten. Evenzo waren in de 17e en 18e eeuw de rooms-katholieken in Nederland uitgesloten van het bekleden van overheidsambten.
Uiteraard reageren niet allen binnen de religieuze gemeenschap op dezelfde manier op deze druk van buiten. De 'halven', zij die toch al wat aan de rand stonden, zullen eerder capituleren dan zij die tot de kerngroep behoren. Er vindt een zuivering van de gelederen plaats. Maar wat daarbij aan kwantiteit verloren gaat, wordt wellicht aan kwaliteit gewonnen.
Natuurlijke aanwas
In sommige gevallen zie je zelfs dat een grote natuurlijke aanwas (althans ten dele) goedmaakt wat door geloofsafval verloren gaat. De Nederlandse rooms-katholieken kenmerkten zich tot in de jaren zestig van deze eeuw door een hoog geboortecijfer. Duidelijk hoger dan hun geloofsgenoten in het aangrenzende Duitsland of België.
Evenzo kende de rooms-katholieke bevolking van Quebec eeuwenlang veel grote gezinnen. Op die manier poogde men als Franstalige katholieke minderheid zijn positie tegenover de door emigratie snel groeiende Engelssprekende en veelal protestantse meerderheid in Canada te handhaven. Men sprak wel van "the battle of the cradle": de strijd om de wieg.
Quebec is er ook een voorbeeld van hoe religie en nationalisme elkaar kunnen versterken. Het katholicisme was een wezenlijk onderdeel van de identiteit van het Franstalige Quebec. Iets dergelijks hebben we kunnen zien in Ierland (zowel Noord als Zuid) en in het voormalige Joegoslavië.
De sterke positie die de Rooms-Katholieke Kerk in het communistische Polen innam (de misbezoekers stonden vanwege de grote toeloop niet zelden op straat) hing duidelijk samen met het gegeven dat zij gezien werd als de hoedster van de door de eeuwen heen zo bedreigde Poolse identiteit. In de communistische tijd gold kerkgang als een van de weinige getolereerde middelen om zijn afkeer van het regime te laten blijken. Iets dergelijks deed zich eveneens voor in de nadagen van de DDR.
Ook in Sudan vallen de scheidslijnen voor een groot deel samen. Het islamitische en arabische noorden staat tegenover het zwarte en deels christelijke zuiden. In dat land is duidelijk sprake van een bloedige christenvervolging, die veel weg heeft van een regelrechte uitroeiingspolitiek.
Complete liquidatie
Streven de machthebbers inderdaad naar een complete liquidatie van een religieuze gemeenschap, dan komen de zaken natuurlijk wel anders te liggen. Dan is de innerlijke kracht van de betrokken groepering niet voldoende om te overleven. In zo'n dramatische situatie bestaat er slechts de keuze tussen vechten of vluchten.
De joodse gemeenschappen in Europa hebben zich eeuwenlang weten te handhaven ondanks veelvuldige discriminatie en omvangrijke pogroms. Zij voelden zich het uitverkoren volk. Dat gaf hun een sterk identiteitsbesef. Tegen de regelrechte uitroeiingspolitiek van de nazi's bood dat echter geen bescherming.
Wel versterkte de holocaust het (zionistische) identiteitsbesef van de overgeblevenen. En ook in de door de nazi's bezette gebieden wisten joden zich aan deportatie en vernietiging te onttrekken door jarenlang onder te duiken. Het lukte Hitler niet om de door hem beheerste gebieden volledig "judenrein" te maken.
Ook in Frankrijk bleven kleine groepen hugenoten achter toen in de tweede helft van de 17e eeuw velen van hen het land moesten ontvluchten en over de halve wereld (tot in Zuid-Afrika toe) verspreid raakten.
Hiërarchie
Een hiërarchische kerk als de RK-Kerk is relatief goed in staat het verzet tegen de buitenwereld te coördineren. Onder leiding van het episcopaat kan een bepaalde strategie worden uitgestippeld. Vanwege haar internationale karakter is die kerk ook beter in staat tegenwicht te bieden tegen de druk van de machthebbers in een bepaald land. Bijvoorbeeld als het gaat om het kerkelijk beleid en belangrijke benoemingen. Rome moet daarbij immers het laatste woord hebben.
Dat is een van de redenen waarom nationale kerken onder het communisme veel kneedbaarder waren voor het regime dan de RK-Kerk. Haar machtscentrum, het Vaticaan, bevond zich immers in de vrije wereld. Geen wonder dan ook dat in China de rooms-katholieken de band met Rome moesten verbreken en een patriottische Chinees-Katholieke Kerk moesten vormen. In Oost-Europa zijn de machthebbers niet verder gegaan dan de met Rome geünieerde kerken te dwingen de band met het Vaticaan te verbreken en zich te herenigen met de Orthodoxe moederkerk.
Behalve een systeem van sancties en beloningen waarmee men het kerkvolk en zijn leiders bedreigt en lokt, is infiltratie van de kerkelijke leiding een effectief instrument om de kerk krachteloos te maken. Zeker ten aanzien van de Orthodoxe kerken hebben de communistische regeringen die methode met veel succes toegepast. Op die manier ontstaat een ingrijpende vertrouwenscrisis tussen de gelovigen die niet voor het regime willen buigen en de geïnfiltreerde kerkleiding, die tot grote toegeeflijkheid, ja tot allerlei vormen van onderkruiperij bereid is.
Geloofsgemeenschappen met een veel lossere structuur zijn voor totalitaire regimes minder goed grijpbaar. Hun voorgangers zijn vaak lekenpredikers. Zij kunnen ook makkelijker ondergronds gaan. Te denken valt aan de Initiatief-baptisten in de voormalige Sowjet-Unie.
Een sterk sacramentele kerk als de RK-Kerk heeft als nadeel dat zij voor haar voortbestaan in grote mate afhankelijk is van geestelijken. Zonder de sacramentsbediening voelen de gevlovigen zich ontworteld. Het protestantiseringsproces in het Nederland van de 16e en 17e eeuw was het meest effectief in die streken die onbereikbaar waren geworden voor de rooms-katholieke zielszorg.
Onkruidzaad
Alles bij elkaar genomen onstaat er dus een zeer gevarieerd beeld als het gaat om kerken en geloofsgemeenschappen onder politieke druk. Zeventig jaar atheïsme in de voormalige Sowjet-Unie heeft grote groepen van de bevolking radicaal geseculariseerd. Maar de kerken zijn niet uitgeroeid. Dat geldt zowel voor de Russisch-Orthodoxe Kerk als voor de kleinere groeperingen. Evenzo moeten we constateren dat zowel in de Kaukasus als in de Centraal-Aziatische republieken de islam zich manifesteert met een kracht die wij volstrekt niet verwacht hadden.
Gods Woord houdt stand in eeuwigheid, zo luidt een bekende passage uit het Lutherlied. Dat is zeker waar. Laten we echter niet vergeten dat het bijgeloof ook taai is. Lang niet alles wat standhoudt in verdrukking en vervolging is het ware werk van God. Het bloed der martelaren is inderdaad een zaad. Maar vaak is het helaas onkruidzaad.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 oktober 1998
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 oktober 1998
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's