Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dienstwerk, dat een dominee nooit kan leren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dienstwerk, dat een dominee nooit kan leren

Ds. Mondria herdenkt 25-jarig ambtsjubileum in zijn eerste gemeente Waardenburg

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

WAARDENBURG - "Het werk van een dominee valt nooit aan te leren. Dat hoeft ook niet. De Heere wil dat we in afhankelijkheid van Hem ons werk doen". Gisteren was het een kwarteeuw geleden dat ds. M. Mondria tot predikant van de gereformeerde gemeente van Waardenburg werd bevestigd. In een herdenkingsdienst stond hij stil bij 1 Korinthe 15:10: "Door de genade Gods ben ik, dat ik ben".

"Het is een verwaardiging als een nietig mensenkind het Woord van de hoge God mag prediken aan Adamskinderen". Zo vat ds. Mondria zijn ambtsbediening samen. Nietig mensenkind. Dat ziet erop, vervolgt de predikant uit Waardenburg, "dat ik van nature precies zo ben als andere mensen. Maar aan de andere kant herinner ik me een uitdrukking van ds. J. van der Poel: "De Heere is de allerbeste Meester voor de allerslechtste knecht". Dit moeten niet alleen nederige woorden zijn maar beleving".

"De allerbeste Meester ziet op Gods trouw, die nooit feilt. In 1975, tijdens een verbouwing van onze kerk, kwamen we tijdelijk samen in het hervormde kerkgebouw. Om de andere week hadden we 's middags en 's avonds kerk. Het was adventstijd. Op een zondag hield ik een preek over Jesaja 59:20.

Het ging totaal niet. Zegt een diaken in de consistorie: Over die tekst heb ik vanmorgen ook een preek gehoord. Toen kwam de bestrijding. Bij die dominee was het waar, hij was een geroepen knecht en ik niet. 's Avonds was zondag 12 van de Heidelbergse Catechismus aan de beurt. We zongen Psalm 89:10: "Mijn arm zal hem in nood voorzien van moed en kracht". Toen ging het licht op en mócht ik preken over de ambtelijke bediening van de Middelaar. Als je in dat werk mag delen, vind je een volheid in Hem".

Soms wordt de uitdrukking gebruikt dat de preek "opkwam uit het welbehagen". Dit betekent, zegt ds. Mondria, dat een predikant verklaart wat de Heere van eeuwigheid heeft uitgedacht om zondaren zalig te maken met verheerlijking van Zijn deugden. "Dan komt ook aan de orde hoe God in de tijd in het hart van een verloren zondaar plaatsmaakt voor de genade in Christus. In onze tijd hoor je allerwege de oproep: "Je moet geloven".

Nu moeten we de verantwoordelijkheid van de mens handhaven. En als we het wonder overdenken dat de Heere naar ons wilde omzien, worden we ruim en gunnend. Maar de onkunde van onze tijd maakt ook voorzichtig. Het gevaar is groot dat de mensen iets aangrijpen waarvoor geen plaats is".

Als een vuur

Al jong liep ds. Mondria met de roeping om predikant te worden. "Toch had ik wat de gestalte van de rijke jongeling. Toen de Heere me dat liet zien, werd ook het predikantschap een onmogelijkheid. Maar de begeerte bleef als een vuur branden". Mondria werd toegelaten door het curatorium van de Theologische Hogeschool van de Christelijke Gereformeerde Kerken en studeerde een jaar in Apeldoorn. Met sommige ontwikkelingen in zijn kerkverband kreeg hij echter steeds meer moeite. "De studie ging van geen kant en ik kreeg het advies te stoppen".

Vier jaar later, in 1969, werd hij opnieuw toegelaten tot een predikanten opleiding, nu van de Gereformeerde Gemeenten. "De overgang naar een andere kerk hoop ik niet meer mee te hoeven maken. Over de kerkmuren heen blijft wel verbondenheid. Ik hoorde een oude ouderling uit Sliedrecht eens zeggen: "Ik mag weten ik Wie ik geloofd heb, maar ik heb nog nooit zo veel moeten vragen om bekeerd te worden als de laatste tijd". Kijk dat zijn mijn vrienden, in welke kerk ze ook zitten".

Als student kreeg ds. Mondria Waardenburg op het hart gebonden. "In de gemeente was verwarring ontstaan door evangelisch georiënteerde leden. Toen duidelijk werd dat ik erheen moest, vertelde ik het tegen een medebroeder. Maar hij werd er beroepen. Dat gaf strijd. Nadien kreeg ik alsnog een beroep uit Waardenburg. Het was het laatste beroep dat ik kreeg, maar voor mijn gevoel ook het enige. Met toestemming van docent ds. J. C. Weststrate heb ik het aangenomen, nog voordat ik de beroepsbrief had ontvangen".

De Waardenburgse predikant preekt op doordeweekse dagen tweemaal door het hele land, maar had in de 25 jaar geen vrijmoedigheid een beroep aan te nemen. "De gemeente is al die tijd zeer goed voor ons geweest. Toen ik hier tien jaar stond, werd ik bestreden over de vrucht van de prediking. Voor wie was ik eigenlijk gebruikt? De Heere wees me op Prediker 11:1: "Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen". Hij liet zien dat ik niet verantwoordelijk ben voor de vrucht, maar wel voor de preek. Met deze les mocht ik achteraankomen. De Heere weet de vrucht, die misschien pas in de eeuwigheid openbaar komt. Toch mag ik niet zeggen dat mijn preken nooit zijn gebruikt. Ik ben er wel voorzichtig in. We zijn zo snel geneigd om in de hoogte te gaan als we horen spreken over onze prediking".

Gemoedelijk

De Betuwe heeft een wat gemoedelijke inslag, typeert Ds. Mondria. "De gemeente komt voort uit het gezelschapsleven. Daardoor weet ze zich verbonden aan een schriftuurlijk-bevindelijke prediking. Er zijn echter ook uitdrukkingen meegekomen die ik zo niet in de Schrift vind en daarom niet gebruik. Laten we het bevindelijke niet in bijzondere uitdrukkingen zoeken. Wel hoop ik vanuit Gods Woord de standen in het genadeleven te blijven verklaren". Vanuit het vragenboekje van Hellenbroek probeert de predikant oude uitdrukkingen op de catechisatie ook uit te leggen. Of dat lukt? "Ach, de Heere doet met Zijn Woord wat Hem behaagt. Soms word ik wel eens moedeloos. Maar ik krijg ook wel respons op een catechisatieles".

De predikant vindt het een voorrecht dat zijn gemeente over het algemeen behoudend is. "De andere kant is echter dat er soms ook lijdelijkheid is. Laten we oppassen dat we niet rijk worden met onze armoede". Elke gemeente zal wel haar eigen zorgen hebben, vervolgt hij. "Een houding van veel geld verdienen en cafébezoek van de jeugd komen ook hier voor, net als in andere streken van het land". In catechismuspreken en met bid- en dankdag waarschuwt ds. Mondria onder andere tegen deze vormen van wereldgelijkvormigheid. "Het maakt wel veel verschil hoe je het zegt. Het heeft geen zin om er met de zweep over te gaan. Met een waarschuwing uit liefde bereik je meer".

Gewicht

Een van de moeilijkste lessen voor een predikant vindt ds. Mondria de bijbeltekst: "Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht". "Daar is inwinnende genade voor nodig, want dan moet ik afgebroken worden in eigen kracht. Dat is een hele les, dat is sterven en dat wil ik van mezelf niet. Om deze les te leren, hangt de Heere gewicht aan de klok, wat ik er zo graag af zou willen hebben. Maar soms mag ik ook zeggen: Heere, dank U voor dat gewicht. In die weg wordt waar wat Christus zei: "Zonder Mij kunt gij niets doen". Dan wil de Heere aan moeden kracht geven. Dan komen we in de onwaardigheid terecht: Heere, dat u mij een plekje in Uw wijngaard hebt gegeven".

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 28 september 1998

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Dienstwerk, dat een dominee nooit kan leren

Bekijk de hele uitgave van maandag 28 september 1998

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's