Gestempeld door thema dood-leven
Ds. C. van Sliedregt herdenkt zijn 25-jarig ambtsjubileum
NUNSPEET - "Vaak heb ik op een kerkhof gestaan. Als ik in zo'n donker gat kijk, denk ik: Wat erg als je dan niet in de opstanding gelooft". Ds. C. van Sliedregt uit Nunspeet is deze maand 25 jaar predikant in de Hervormde Kerk. "Het thema van vergankelijkheid en onvergankelijkheid is voor mij heel erg gaan spreken".
Dat begon toen zijn vader hem op 23 april 1973, op tweede paasdag, bevestigde in Oude-Tonge. De tekst voor de bevestigingsdienst was Jesaja 40:6-8: "Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid". "De thema's van de vergankelijkheid en de onvergankelijkheid staan daar tegenover elkaar". In oktober van datzelfde jaar verongelukte zijn vader. Ook door de vele ontmoetingen met mensen in het pastoraat rond rouwverwerking en verdriet zijn de lijdenstijd en het paasevangelie het leven van de predikant uit Nunspeet gaan stempelen.
"Ik ben dus nogal aan de paasdatum gehecht", zegt hij. En dat verklaart waarom hij zijn ambtsjubileum tijdens de paasdagen herdenkt en niet precies op de 23e. "Zonde-genade is een groot thema. Maar dood-leven zeker ook. Het houdt veel mensen die je in het pastoraat tegenkomt bezig. Daar kom je de afbraak van lichamelijke en psychische krachten tegen en daar hebben mensen enorm veel van te lijden. In de waaroms van het lijden kun je goed vastlopen".
Ds. Van Sliedregt raadt aan in het Woord de stukken op te zoeken waar de strijd wordt gestreden. Er zijn psalmen, en hij denkt dan aan 118:7 en 8 en 68:10, waarin je rust kunt vinden. "Ik wil niet zeggen dat je alles gaat begrijpen, maar je moet je toch maar vastklemmen aan wat God zegt in Zijn Woord".
Vrouw in de kerk
Het thema "Vrouw in de kerk" is een ander onderwerp dat de Nunspeetse predikant bezighoudt. Hij recenseerde een flink aantal boeken hierover. In zijn boekenkast is er dan ook een aparte plank voor ingeruimd. "Het valt me op", zegt hij, "dat Christus vrouwen en mannen als het ware op de voeten zet om met Zijn Woord de wereld in te gaan. Het zijn de vrouwen die Zijn opstanding aan de apostelen moeten gaan boodschappen. Over de vrouw in het ambt ben ik niet uitgedacht, maar het staat voor mij vast dat over de plaats van vrouwen in de kerk veel te gering is gedacht. We moeten hen veel meer inschakelen. Ik geloof dat ze in pastoraal werk ingezet mogen worden. Waarom zou een vrouw niet mogen lezen en bidden? Daar kan toch niemand iets van krijgen? Ze kan meedoen in kringwerk, jeugdwerk of bezoekwerk in bejaardenhuizen. De diaconie hier in Nunspeet betaalt bijvoorbeeld de opleiding tot klaagvrouw. Als ik Spreuken 31 lees, dan zie ik een vrouw die waardevol is voor man en kinderen. Maar ook een vrouw die zakendoet, die meedenkt in het bedrijf. De situatie is nu anders dan toen, maar we moeten niet doen alsof zij er alleen voor het, overigens waardevolle, huishoudelijke werk is".
Vader
Ds. Van Sliedregt diende na Oude-Tonge achtereenvolgens Wapenveld, Katwijk aan Zee en Scherpenzeel. Sinds 1993 staat hij in Nunspeet. Voordat ds. Van Sliedregt theologie ging studeren, volgde hij wat nu de Pabo heet en stond hij een tijdje voor de klas. Het verlangen om predikant te worden liet hem echter niet los. Zodoende ging hij theologie studeren in Utrecht.
Het is hem wel duidelijk geworden dat een predikantszoon niet klakkeloos in de voetstappen van zijn vader kan gaan. "Mijn vaders spreken over verbond en verkiezing heeft wel een spoor getrokken in mijn leven. Zijn doorleefde kennis van zonde en genade hebben een diepe indruk gemaakt. Maar ik heb ervaren dat een domineeszoon zelfstandig -met het gebed: Heere leid mij in Uw waarheid- zijn weg heeft te gaan".
Ondanks de grote verbondenheid en het diepe respect voor zijn vader, heeft ds. Van Sliedregt zelf de dingen doordacht. Hij heeft het gevoel dat ook ten tijde van zijn vader, die diepgaande contacten onderhield met ds. I. Kievit, het beeld van God als Rechter en van God als Vader te veel uit elkaar zijn getrokken. "God als Rechter is buiten Christus een verterend vuur. Zelf ben ik aangelopen tegen de vraag: Wie is God? Alleen Vader of alleen Rechter? Of beide? Ik denk dat die twee bij elkaar gehouden moeten worden. Ik zie nu God sterk als Hem Die in Zijn wezen liefde is en toornt over alles wat daarmee in tegenspraak is. Het recht Gods zou ik in dat licht willen zien. Als God toornt, is dat omdat Zijn wezen wordt gekrenkt. Dit houdt overigens in dat ik mij helemaal kan vinden in de inzet van de Dordtse Leerregels. Daar valt alle nadruk op de roeping van eenieder tot bekering en geloof. Johannes 3:16 is dé centrale tekst".
Beza
Dr. Van Sliedregt heeft aan de andere kant zowel in zijn dissertatie over Beza uit 1996 als in het boekje "Is het wel voor mij?", dat hij recent samen met zijn vrouw schreef, een vraagteken gezet bij de besluitenleer zoals Dordt die verwoordt. Dat heeft twee soorten reacties opgeleverd. "Aan de ene kant respect voor de eerlijkheid dat je na jarenlang bezinning met het oog op prediking en pastoraat eerlijk zegt hoe je erover denkt, zonder dat je het verlangen hebt de verdeeldheid groter te maken".
De kritiek komt voor het gevoel van dr. Van Sliedregt vooral van de zijde van mensen die kritiekloos met Dordt omgaan. "Ik wil vaststellen dat ik ook de Dordtse Leerregels van grote waarde vind en van een diep geestelijk gehalte vind getuigen. Ik wil vasthouden aan de soevereiniteit en de eer van God. Maar ik vind het niet eerlijk dat als er zwakke plekken zijn en je die benoemt, je dan aan de kant wordt geschoven. Je moet elk belijdenisgeschrift toetsen aan het Woord van God".
"Er is bij mij een houding gegroeid van: God heeft het eerste en het laatste woord en we moeten vooral leven bij het vólle Woord. De dogmatiek kan ons helpen, maar die mag nooit over het Woord gaan heersen. Laten we teksten niet dwingen in het raam van de dogmatiek. Kom tot rust in het Woord zelf en laten we meer leven in aanbidding voor God en neerknielen. We hoeven niet alles te doorgronden". Eigen boezem
Bovendien vindt ds. Van Sliedregt dat je wel kritiek kunt hebben, maar dat je de hand ook in eigen boezem moet steken. "In eigen kring zie ik een versmalling van de boodschap. We worden door een bepaalde dogmatische orde beheerst en slaan delen over. Waar hoor je over het gemeente-zijn zoals Paulus dat bedoelt in zijn brieven? Ik geloof zeker dat de Bijbel aandacht voor de enkeling heeft. Aan de andere kant moeten we erop letten hoe de gemeenschap een rol speelt. God geeft ons ook aan elkaar. We hebben echt nog niet alles van de waarheid gezien. Ik zou een streep willen halen door zelfgenoegzaamheid. Ik pleit voor ootmoed, ook bij predikanten, zodat ze zorgzaam en behoedzaam de gemeente willen bouwen. Er is helaas heel wat geestelijke hoogmoed. De dienende gestalte van Christus blijft geweldig belangrijk. Laten we elkaar niet de oren, maar de voeten wassen".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1998
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1998
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's