Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"De prediking moet heel direct zijn"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"De prediking moet heel direct zijn"

Jubilerende dr. Op 't Hof bepleit levensheiliging en eerlijke evangeliebediening

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

NEDERHEMERT - "De prediking moet heel direct zijn en niet te veel beschrijvend. Ik ben me ervan bewust dat ik zó direct ben dat veel mensen zich ongemakkelijk voelen". Dr. W. J. op 't Hof, die gisteren 25 jaar geleden tot predikant werd bevestigd, wil dit jubileum niet vieren. "Is er in het algelopen jaar één ziel tot de kennis van Jezus Christus gebracht? Dat is voor mij de belangrijkste vraag".

Ds. Op 't Hof is moeilijk in een hokje te plaatsen. Hij treedt als spreker op tijdens een Edese gezelschapsdag, maar is ook lid van de redactie van het mystieke blad "Herademing". Hij is fel tegenstander van Samen op Weg, maar koestert een open houding tegenover gelovigen in de RK-Kerk ("niet te verwarren met het instituut: voor mij is de paus de antichrist"). Hij legt de nadruk op levensheiliging, zoals vasten, en is een verklaard tegenstander van vaccinatie, verzekeren en dure auto's. "Dat laatste kan absoluut niet. We willen zo graag meedoen met de wereld, en dat onder het mom van hard werken".

De roeping tot het ambt was er bij ds. Op 't Hof, de oudste van vijf kinderen in een hervormd, van oorsprong confessioneel gezin, vanaf de jonge jaren. "Hoewel ik tegelijkertijd de totale onmogelijkheid ervan zag", aldus de jubilerende predikant. Het gezin schoof steeds verder naar 'rechts' op. De jonge Op 't Hof ging theologie studeren in Utrecht met het gevoel: als het niet waar bij mij is, dan kap ik ermee. "Ik maakte een atheïstische periode door, maar mocht daar dankzij Gods genade doorheen komen. De roeping is in die jaren bevestigd".

Promotie

Ds. Op 't Hof diende de hervormde gemeenten van Hedel, Ouddorp en, sinds 1989, Nederhemert. In 1987 promoveerde hij op Engelse piëtistische geschriften die in het Nederlands zijn vertaald. De Nederhemertse predikant zag de theologische wetenschap niet, zoals vele collega-studenten, "als een woestijn waar je zo snel mogelijk doorheen moest". Die wetenschappelijke belangstelling had hij vooral voor de oude schrijvers, waarbij hij zijn eigen positie ontwikkelde tegenover bepaalde hoogleraren aan de Utrechtse theologische faculteit. "Die gaven erg af op de oudvaders. Ik vond het onwetenschappelijk om zo over deze godgeleerden te spreken". Momenteel is ds. Op 't Hof voorzitter van de Stichting Studie der Nadere Reformatie (SSNR).

Van de oudvaders leest de predikant het liefst de zeventiende-eeuwers. "Zonder de achttiende-eeuwers tekort te willen doen, waren het vooral de schrijvers uit de zeventiende eeuw die het gedachtegoed van de Nadere Reformatie hebben uitgedragen. Het geloof wordt bij hen niet in het innerlijk opgesloten, maar heeft ook een buitenkant, gericht op reformatie van de gehele samenleving. Kenmerkend voor deze oudvaders was ook dat zij duidelijk separeerden. De toepassing staat bij hen centraal; en dat niet alleen aan het eind, met een vaste indeling in soorten van onbekeerden en bekeerden, want dan preek je een gemeente dood. Het is veel beter om vanuit de tekst de toepassing te maken en die door heel de preek te verweven. En je mag ook best wijzen in de richting van het maatschappelijke leven van alledag. Ik heb een grote hekel aan uitgebalanceerde preken of het eenzijdig kiezen van remonstrantse en hypercalvinistische teksten. Door in elke tekst de hele dogmatiek te behandelen, sta je bijna het werk van de Geest tegen".

Oproep tot geloof

Doel van de prediking is de oproep tot bekering en geloof, vergezeld met een duidelijke toepassing, zo vat ds. Op 't Hof samen. "Ik probeer 100 procent wet te preken en 100 procent Evangelie. Dat is dus samen 200 procent. Prof. Graafland heeft aangetoond dat bij de Puriteinen en de Heidelbergse Catechismus een chronologische volgorde van wet en Evangelie te vinden is en dat de ontkenning hiervan pas uit deze eeuw stamt. Ik ben benauwd voor een oppervlakkig geloof, waarin je Christus kent zonder besef van zondekennis. Dan heb ik liever iemand die onbekeerd is en daarmee authentieker is dan iemand die zich bekeerd noemt".

Die spanning wil ds. Op 't Hof ook handhaven ten opzichte van verkiezing en verantwoordelijkheid. "Het is pure genade dat God naar de mens omziet, maar je mag de gemeenteleden niet alleen maar oproepen om slechts met hun verstand de middelen te gebruiken. Het is overigens de goddelijke liefde die de mens op het juiste plek voor God brengt".

Realistisch

Ds. Op 't Hof is somber over deze tijd; vooral waar het gaat om de toestand van de Hervormde Kerk. Met alle macht keert hij zich tegen de tendens om de grondslag van de Hervormde Kerk prijs te geven door lutherse en moderne belijdenisgeschriften erin te introduceren. "God rekent duidelijk af met ons land en volk en de -onverhoopte- teloorgang van de Hervormde Kerk heeft ook gevolgen voor de afgescheiden kerken", zo is zijn stellige overtuiging.

De kohlbruggiaanse notie "daar waar het Woord is, is de kerk", vindt bij Op 't Hof geen goedkeuring. "Kohlbrugge was niet voluit gereformeerd en het teruggaan achter Calvijn en zijn Institutie tot Luther kan niet meer. De Hervormde Kerk is in haar grondslag een exclusief gereformeerde kerk, en dat moet zo blijven. Zolang de Drie Formulieren nog rechtens bestaan in de Hervormde Kerk hebben we geen reden om buiten de kerk te staan, maar als de synode over enige tijd tot plurale belijdenisgrondslag zal besluiten, wordt alles anders. Ik hoop ervoor bewaard te blijven zelf de Hervormde Kerk te verlaten. Meegaan met de VPKN is evenwel strijdig met de eed die ik bij mijn belijdenis en ambtsaanvaarding voor Gods aangezicht heb afgelegd. Hoe het dan in de toekomst moet, laat ik met een gerust hart aan de Heere over".

Avondmaal

Ds. Op 't Hof is beducht voor een tendens waarbij predikanten als het ware willen 'scoren' met zogenaamde zegen op hun bediening en toename van het aantal avondmaalsgangers. "Ik zie meer de omgekeerde tendens: het geestelijke leven wordt minder en de avondmaalstafels voller. Anderzijds moet je niet waarschuwen tegen een ingebeeld geloof als er in een gemeente bijna niemand aan het avondmaal gaat. Het spreken over oordeel en donkere tijd kan stereotiep zijn en niet meer dan een teken van degelijkheid. De schuld en de geesteloosheid liggen bij ons. Als je zegt dat de Geest is geweken, weet je het kennelijk beter dan God. Je kunt ook niet zeggen dat er alleen maar ritselingen zijn, zoals je wel eens hoort. Ik mag mensen kennen die werkelijk tot kennis van Christus zijn gekomen en zelfs zo vrijmoedig daarvan getuigen dat de godsdienst het niet overneemt".

Eerlijke prediking

Ds. Op 't Hof bepleit een eerlijke evangelieprediking die tegelijk afsnijdend is. "De Schotse en Engelse predikers kenden een soort fuikwerking: ruim in de nodiging, maar tegelijk separerend, wat overigens wat anders is dan wanneer je direct met de fuik begint en daarmee het Evangelie niet aan de orde laat komen". Levensheiliging is voor de predikant cruciaal. "Als het maart is, vraag ik altijd of de gemeenteleden eerlijk hun handtekening op het belastingformulier kunnen zetten. Ik wijs ook op de huisgodsdienst. We kunnen niet zeggen: Ik ben onbekeerd, dus ik hoef dat niet te doen. Iedereen heeft de roeping daartoe. De persoonlijke aandacht voor de kinderen is zo belangrijk".

Ds. Op 't Hof zegt jongeren te kennen die meer en meer onder het beslag van het Woord komen. "Daar ben ik dankbaar voor. De prediking moet zoveel bevindelijke lading hebben dat mensen niet worden weggezogen naar de evangelische beweging. Gebrek aan authentieke bevindelijke prediking én een afgemeten zoetsappige verkondiging hebben beide al heel wat gemeenten verwoest".

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1998

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

"De prediking moet heel direct zijn"

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1998

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's