Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

”Eigen schuld dikke bult” is niet waar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

”Eigen schuld dikke bult” is niet waar

Psychische stoornis zeiden oorzaak van overgewicht bij tieners

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

AMSTERDAM (ANP) - Dikke mensen lijden aan vraatzucht. Ze zijn zwak, dus eigenlijk zelf debet aan hun overgewicht; eigen schuld dikke bult. Een hardnekkig en breed verspreid vooroordeel waar zelfs veel huisartsen mee kampen, maar ver bezijden de waarheid.

Overgewicht, in vakterm obesitas, kent vele oorzaken. „Het is geen psychologische stoornis in de zin van eten om te vergeten, maar een probleem met een breed spectrum aan mogelijke oorzaken, variërend van erfelijke belasting en hormonen tot een gebrek aan beweging en het huidige overvloedige aan bod van vet voedsel”, meent kinderpsychologe M. Stradmeijer.

Stradmeijer recht van spreken. Zij hoopt in februari aan de Vrije Universiteit te promoveren op de relatie tussen psychologische problemen en overgewicht bij jongeren. Haar voornaamste conclusie: de invloed van psychologi sche factoren op zwaarlijvigheid is beperkt.

Stradmeijer bestudeerde het eetgedrag van 143 tieners in de leeftijd van tien tot zestien jaar. De helft van deze groep uit Waterland, ten noorden van Amsterdam, kampte met overgewicht. De rest, met een meer gemiddeld postuur, fungeerde als controlegroep.

Zelfbeeld

Zij onderzocht onder meer de psychosociale karakteristieken van deze pubers en adolescenten in-de-dop. Hebben ze meer problemen op school? Een negatiever zelfbeeld? Ervaren leerkrachten en ouders hen als lastig?

Verder moest de studie antwoord geven op de vraag hoe zwaarlijvige tieners zelf praten en denken over hun eetgedrag. Klopt dit met wat ze werkelijk eten, of is er sprake van onder- dan wel overschatting? Om dat te bepalen, rapporteerden de kinderen dagelijks over hun voedselconsumptie. Stradmeijer vergeleek de uitkomsten met de waarneming van de ouders. Als extra controle verrichtte zij een laboratoriumonderzoek naar het werkelijke eetgedrag.

Tot slot wilde de kinderpsychologe bekijken in hoeverre de ontwikkelingspsychologische benadering meer inzicht biedt in het verloop van overgewicht tijdens de jeugd.

Opmerkelijk

De gehele exercitie nam vijf jaar in beslag. Momenteel legt ze de laatste hand aan de conclusies. De belangrijkste en opmerkelijkste staat voor haar inmiddels min of meer vast: tieners met overgewicht kampen nauwelijks met echte psychologische stoornissen. „Ze hebben natuurlijk wel meer problemen dan niet-dikkerds, maar dat staat niet in verhouding tot jongeren uit diezelfde leeftijdscategorie met bijvoorbeeld suikerziekte of astma”.

Wel is er sprake van een gering gevoel van eigenwaarde. Dat houdt voor namelijk verband met het afwijkende uiterlijk. Maar ook ouders spelen een belangrijke rol. „Uit het onderzoek blijkt dat als ouders het probleem negatief beoordelen, het kind meer lijdt. Ze praten er vaak over. Dat voorkomt misschien verder uitdijen. Maar psychosociaal werkt het negatief’.

Opvallende uitkomst is ook dat niet alle dikke tieners in gelijke mate lijden. Bij jongens komt overgewicht het hardst aan in de leeftijd van tien tot en met dertien, bij meisjes tussen hun dertiende en zestiende.

„Jonge jongens ontlenen een groot deel van hun eigenwaarde aan sportieve prestaties. Als ze ouder worden, vinden ze voldoende compensatie op andere vlakken, zoals computers en muziek. Voor meisjes in die leeftijdscategorie is te dik zijn absoluut onacceptabel. Dat resulteert niet zelden in een gevoel dat het leven weinig waarde heeft. Die is soms nog lager dan bij kankerpatiënten, mensen in een rolstoel of met een ern stige vorm van reuma".

Stradmeijer constateerde ook dat diezelfde dikke pubermeisjes vaak onbewust onderschatten hoeveel zij eten. In die zin dat zij in werkelijkheid aanzienlijk meer aten dan zijzelf rapporteerden. Bij het laboratoriumonderzoek waren de verschillen zelfs dramatisch.

De onderzoekster hoopt dat haar bevindingen de hulpverlening aan tieners met obesitas ten goede komen. Dat is hard nodig, want de behandeling was tot nu toe vaak ontoereikend.

Zwart

Al te veel illusies koester zij echter niet, gezien de hardnekkige vooroordelen. „Je kunt deze tieners leren hoe zij het beste met hun afwijking om kunnen gaan. Maar de maatschappelijke acceptatie blijft een probleem. Zelfs huisartsen hebben nauwelijks aandacht voor tieners met overgewicht. Je kunt tegenwoordig nog beter homoseksueel, zwart of Puertoricaan zijn dan te dik”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1997

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

”Eigen schuld dikke bult” is niet waar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1997

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's