Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tanende vrijheid in Hongkong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tanende vrijheid in Hongkong

„Politieke groepen” met buitenlandse connecties straks verboden

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze week kregen de 6,5 miljoen inwoners van Hongkong er weer twee sleutelwoorden bij. Naast ”snel rijk worden” en ”tijd is geld” staan voortaan ”openbare orde” en ”staatsveiligheid” hoog in het vaandel van de Britse kroonkolonie. Amnesty International is niet van plan zich te laten intimideren, maar wijst de bestuurders er des te meer op hoe ze burger- en mensenrechten aan het uithollen zijn.

Afgelopen woensdag kwam de toekomstige regering van Hongkong-onder- Chinees-bestuur, met een reeks voorstellen om de ‘stadstaat’ te beschermen tegen „onrust en rebellie” zodra de overdracht aan China een feit is. De voorstellen zijn als „discussiestuk” gepresenteerd - tot eind april mag het Hongkongse publiek erop reageren. Maar de boodschap is duidelijk: de door Peking geïnstalleerde regering wenst na 1 juli gevrijwaard te blijven voor sociale en politieke onrust. Zelfs wat riekt naar oppositie moet kennelijk voortijdig worden opgeruimd.

Zo luidt een van de voorstellen dat een organisatie van dertig of meer leden die een betoging wil houden, een week van tevoren een ”verklaring van geen bezwaar” moet vragen bij de politie. Nu nog is daarvoor geen toestemming nodig. Het enige wat vereist is, is dat de politie ervan afweet.

Gezien de nieuwe maatregelen zou je bijna denken dat Hongkong-Chinezen tot de lichtst ontvlambare mensen ter wereld behoren, die flink in bedwang moeten worden gehouden. Het tegendeel is eerder het geval. Zelfs de politie gaf deze week toe dat negentig komma negen procent van de betogingen ooit in Hongkong gehouden, altijd vreedzaam verliep. Zelfs tijdens een van de grootste crises van de laatste jaren, het neerslaan van de studentenbetoging op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking, op 4 juni 1989, hielden 1 miljoen Hongkongers een stille rondgang door hun stad, zo.ider dat er een agent aan te pas hoefde te komen.

De straat op

Het lijkt er daarom meer op dat Peking ervoor wil zorgen dat alle buitenparlementaire oppositie de kop wordt ingedrukt. Als straks leden van de Democratische Partij van Hongkong zijn uitgesloten van politieke besluitvorming, rest hun immers weinig meer dan ‘de straat’. Partijleider Martin Lee en zijn medestanders zien nu reeds hun weg geblokkeerd door deze wetsvoorstellen.

Hetzelfde oogmerk heeft een ander kras voorstel: dat het politieke organisaties verboden wordt om contacten met het buitenland te onderhouden. Martin Lee’s partij is namelijk voor een belangrijk deel afhankelijk van fondsen uit het buitenland (waaronder de VS en Canada) en wordt door deze maatregel ernstig benadeeld.

Maar ook andere organisaties dreigen het kind van de rekening te worden. De plaatselijke afdeling van Amnesty International (met 450 leden) bijvoorbeeld.

De voorstellen munten uit in vaagheid en zijn juist daardoor zo gevaarlijk, zegt Pierre Robert. De Fransman is onderzoeker op het Londense hoofdkantoor en publiceerde in februari een rapport over de mensenrechtensituatie in Hongkong na 1 juli. Hoe bedreigend vaagheid kan zijn, blijkt bijvoorbeeld uit de gebezigde term ”politieke organisaties”. „Wat zijn dat?” vraag Robert zich hardop af. Behoort volgens Chinese uitleg Amnesty daartoe? Wijzelf vinden van niet, maar wie gaat dat straks bepalen? En dan die contacten met het buitenland. Wat valt daar wel en niet onder? Is uitwisseling van gegevens ook verboden? Het sturen van een fax? En wat gebeurt er met leden van zulke verboden organisaties? Worden ze straks als criminelen afgedaan, enkel omdat ze lid waren van een bepaalde club?”

Lucht schoon

Te midden van deze onzekerheden hebben de Hongkongse burgers altijd nog houvast aan de Basiswet (Basic Law), de grondwet voor het ‘nieuwe’ Hongkong, opgesteld door Peking. Bestaande rechten en vrijheden worden er zwart op wit in geformuleerd, dus zo op het eerste gezicht geen vuiltje aan de lucht. Toch ontwaart de Amnesty-jurist ook daarin diverse voetangels en klemmen.

„Neem nu artikel 23, waarin staat dat in Hongkong zal worden opgetreden tegen opruiende activiteiten, of tegen het aanzetten tot afscheiding, of ondermijning van het staatsgezag. Ontvreemding van staatsgeheimen is een andere ‘misdaad’ die vermeld wordt. Op het eerste gehoor klinkt zoiets heel normaal, maar wéér hangt alles af van hoe je de dingen uitlegt. Diefstal van staatsgeheimen bijvoorbeeld. Als er in Hongkong iéts belangrijk is geweest, dan is het de vrije stroom van informatie. De media hebben altijd veel gedaan aan het onderzoeken en natrekken van bijvoorbeeld overheidsprojecten. Op hun nieuws reageerden investeerders dan weer. Maar als straks zo’n overheidsplan, bijvoorbeeld de verkoop van een stuk grond, tot staatsgeheim wordt verheven, riskeert een journalist celstraf als hij daarover publiceert”.

Nog lastiger wordt het als men bedenkt dat Hongkong vol zit met ”staatsbedrijven” uit communistisch China! Concurrentievervalsing door staatsinmenging lijkt dan moelijk te voorkomen.

De praktijk zoals die nu al in China bestaat, belooft weinig goeds voor Hongkong, verwacht Robert. „Daar hebben ze al zo’n ”wet op de staatsgeheimen”, en die is ook daadwerkelijk ingezet tegen journalisten. Onlangs nog in een zaak waarin door een bericht over aandelen „economische schade” zou zijn toegebracht aan een staatsonderneming”.

Zorgen bestaan er ook omtrent het verbod op afscheiding („secession”), opruiing („sedition”) of ondermijning („subvérsion”) van de staat. Robert: „Wie zal straks uitmaken of er bij kritiek op de regering sprake is van ondermijning? En wat valt straks niét onder opruiing? Als mensen schrijven of zeggen dat ze geen moeite hebben met onafhankelijkheid van Taiwan of Tibet, is dat dan overtreding van het verbod op afscheiding?”

Zwaard van Damocles

De Basiswet mag dan allerlei vaagheden bevatten, in de Bill of Rights worden alle wezenlijke burger- en mensenrechten haarfijn opgesomd. Deze wetten, van kracht sinds juni 1991, bieden burgers een stevige bescherming tegen allerlei grilligheden van de staat (zoals die zich twee jaar eerder op het Plein van de Hemelse Vrede hadden gemanifesteerd). Maar ook dat hebben de wetgevers in Peking voorzien. Robert: „Wat China eruit wil hebben, is de clausule dat andere wetten niet gelden zodra ze in tegenspraak zijn met de Bill of Rights. Dat maakt het voor hen gemakkelijk om wetten te maken die tegen de Bill of Rights indruisen”. Als een soort zwaard van Damocles hangt dit boven de hoofden van de mensen: de bescherming die ze op papier genieten, is in de praktijk volstrekt onzeker.

Onzekerheid is er natuurlijk ook voor Chinese dissidenten die na de studentenonlusten in Peking naar Hongkong zijn gevlucht. Zij dreigen na 1 juli door hun vroegere vijand te worden ingehaald.

Robert zegt niet exact te weten hoeveel er nog in de kroonkolonie verblijven, maar schat hun aantal tussen de zestig en tachtig. „Wij hebben de Britse regering erop gewezen dat zij verantwoordelijk is voor hei opnemen van deze mensen - het gaat tenslotte maar om een klein aantal, en het was Londen die hun destijds onderdak in Hongkong bood. Ook op andere regeringen waarvan we weten dat ze tot opname bereid zijn -Nederland; Canada, VS- doen wij een beroep. Het ziet ernaar uit dat de dissidente.) de hulp krijgen die ze nodig hebben”.

Robert weet dat Peking zich terughoudend opstelt ten aanzien van dissidenten die vanuit Hongkong vertrekken. „China wil kennelijk niets met hen te maken hebben en kijkt bewust de andere kant op”.

Gewoon doorgaan

Wie niet van plan zijn te vertrekken, zijn de medewerkers van Amnesty International. „Zeker niet”, reageert Robert, „ze hebben er net een succesvolle fondswervingscampagne achter de rug, doen veel aan voorlichting en bewustwording onder jongeren. Al dat werk gaat gewoon door, ook na 1 juli”.

Ze krijgen daarbij zelfs steun van de autoriteiten. Zo hebben leden van de nieuwe wetgevende vergadering (die de oude Legco gaat vervangen) petities ondertekend die gericht waren tegen staten als Myanmar en Indonesië. Of petities tegen Peking straks ook door politici ondertekend zullen worden, überhaupt door Amnesty worden opgesteld, valt echter te betwijfelen.

Voorlopig heeft Amnesty zijn handen vol aan de deze week voorgestelde wetsvoorstellen. Als… het publieke debat daarover tenminste echt serieus bedoeld is. „We hopen van wel. We vinden namelijk dat politici de gevolgen te veel bagatelliseren, in de trant van: „Ach, het zijn maar kleine wijzigingen”. Wat wij benadrukken, is dat deze wetgeving Hongkong wel degelijk in conflict brengt met internationale afspraken en verplichtingen die Hongkong is aangegaan inzake het beschermen van mensenrechten”.


Illegale partij ruikt haar kans op macht

Heel geleidelijk krijgt de gewone burger in Hongkong een beeld van hoe zijn stad er na 1 juli uit gaat zien. Wat nog in een mist van geruchten blijft, is de rol van de Communistische Partij. De partij, oppermachtig in China, maar (nog) illegaal in Hongkong, zou de blijvende zelfstandigheid van Hongkong binnen China wel eens ingrijpend kunnen gaan ondermijnen.

Wat gaat er gebeuren met de communistische partij van Hongkong? Over die vragen doen de laatste tijd heel wat geruchten de ronde. De partij, die al tientallen jaren verboden is, maar ondergronds voortbestaat -het aantal leden werd in 1983 geschat op 6000, maar is sindsdien geleidelijk toegenomen- zal na 1 juli een echte ‘comeback’ maken. Zelfs een heus communistisch netwerk a la China zou tot de plannen behoren.

De partij mag dan nu nog verboden zijn, het is een publiek geheim dat de Chinese communisten het nieuwsagentschap Xinhua als hun ‘ambassade’ in Hongkong beschouwen. Xinhua heeft de supervisie over onder meer het groeiende aantal Chinese staatsondernemingen dat zich in Hongkong vestigt. Ondanks toezeggingen dat Xinhua zich na 1 juli niét zal mengen in zaken van de Hongkongse regering onder leiding van Tung Chee-hwa, is de vrees reëel dat de partij wel degelijk een machtsfactor naast Tung zal worden. Zeker als de partij straks uit de illegaliteit omhoogkomt.

Zoals in iedere Chinese provincie de partijleider de hoogste macht heeft, zo zal in Hongkong de nog te benoemen partij baas wel eens een geduchte rivaal van Tung kunnen worden. Temeer omdat de partij naast Xinhua nog twee andere machtige instrumenten in handen heeft. Ook het Chinese ministerie van buitenlandse zaken en het Chinese leger vestigen zich immers midden in de Hongkongse samenleving. Partijleden onder hen zijn weliswaar uitgesloten van deelname in Hongkongse (bestuurs)instellingen, daarbuiten zouden ze kunnen uitgroeien tot invloedrijke machtsfactoren.

Ook de communisten zelf beseffen kennelijk hoeveel er op het spel staat: nu reeds is er sprake van onderlinge wedijver. Zoals tussen Xinhua en ‘Buitenlandse Zaken’, waarbij de eerste zich fel heeft verzet tegen het afstaan van taken aan de laatste.


Op 1 juli zal Hongkong na 156 jaar Brits bestuur weer deel gaan uitmaken van de Volksrepubliek China. In verband daarmee publiceren we een aantal verhalen waarin aspecten van de Hongkongse samenleving worden belicht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's

Tanende vrijheid in Hongkong

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's