RESIDU
Shuttle vlucht afgebroken
De vluchtleiding van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft eergisteren de zeven koppen tellende bemanning van het ruimteveer Columbia opdracht gegeven zich voor te bereiden op een vervroegde terugkeer. Oorzaak is een probleem met de energievoorziening.
De Columbia zou vanavond op het Kennedy Space Centre terugkeren. De vorige week vrijdag gelanceerde shuttle zou aanvankelijk zestien dagen in de ruimte blijven.
Een van de brand stof cellen, die elektriciteit opwekken door superkoude vloeibare waterstof te verbinden met vloeibare zuurstof, is sinds de lancering sterk achteruitgegaan. NASA vreest dat de cel te in stabiel zal worden voor gebruik. Deskundigen zijn bang dat de slecht werkende energie op wekker een brand of een explosie veroorzaakt. De shuttle heeft drie van deze brand stof cellen, maar kan veilig landen met twee. Er is echter niet genoeg energie voor het uitvoeren van alle geplande experimenten. De cellen, die voorzien in alle benodigde energie, liggen in de staart van het toestel.
Tijdens de zestien daagse weten schappelijke ruimtereis van de Columbia zou de bemanning 33 experimenten uitvoeren, waaronder het opwekken van tientallen brandjes om de uitwerking van gewichtsloosheid op vlammen te bestuderen. Ook zouden zij eiwit kristallen maken ten behoeve van de medische wetenschap.
Het is pas de derde keer dat de NASA een missie van een ruimteveer wegens technische problemen staakt. De vluchtleiding brak de tweede ruimtereis van een spaceshuttle in 1981 af wegens brandstof problemen. Een reis in 1991 moest voortijdig worden gestaakt door defecten aan het navigatiesysteem.
Elektriciteits beurs
Stichting Natuur en Milieu waarschuwt voor de milieu gevolgen van de liberalisatie van de elektriciteits markt. Eind vorig jaar nam het Europees Parlement een richtlijn aan die moet leiden tot een handel in elektriciteit via de zogenaamde elektriciteits beurs, waar aanbieders en afnemers van stroom de prijs van elektriciteit gaan bepalen. Zweden en Noorwegen kennen al zo’n beurs, Nederland is bezig met de wetgeving over de liberalisatie.
De stichting verwacht dat de opwekking van elektriciteit uit wind- en zonne-energie zware concurrentie krijgt door de steeds lagere prijzen van stroom uit de zuinige warmte kracht centrales. Die centrales zijn weliswaar relatief schoon, maar verbruiken nog steeds fossiele brandstof.
Verder voorziet Natuur en Milieu een daling van de elektriciteitsprijs, zeker wanneer ook centrales uit de voormalige Sovjetu nie stroom kunnen gaan leveren in West-Europa. De stichting vreest dat investeren in energiebesparing daardoor onaantrekkelijk wordt, en bepleit fiscale voordelen voor milieusparende vormen van elektriciteitsopwekking. Een tweede mogelijkheid is de elektriciteitsbedrijven verplichten om een bepaalde hoeveelheid elektriciteit milieusparend op te wekken.
Natuur en Milieu lanceerde de term ”negawatts”, de energie die te besparen is door bijvoorbeeld zuiniger apparatuur in gebruik te nemen. De stichting vindt dat er bij de aanschaf van apparatuur te veel op de aanschafprijs gelet wordt, in plaats van op de vaste kosten. De nieuwe Elektriciteitswet zou de verplichting moeten bevatten voor stroomafnemers om een bepaalde hoeveelheid negawatturen te realiseren.
Zonneonderzoek
Het Europese ruimtevaartbureau ESA heeft besloten alsnog onderzoek naar de zon te verrichten. De eerste zogeheten Clustermissie ging vorig jaar juni in rook op, toen een Ariane-5-raket met vier satellieten kort na de lancering ontplofte. De nieuwe kunst manen voor Cluster-2 gaan in het midden van het jaar 2000 mee met twee Russische Sojoez-raketten, verklaarde de ESA gisteren in Parijs.
De onderzoekers hopen meer te weten te komen over de wisselwerking tussen de zogeheten zonne winden en de magnetosfeer, het gebied waarbinnen zich de invloed van het magneetveld van de aarde doet gelden. De eerste van de vier nieuwe Cluster-satel- lieten krijgt de naam Phénix (Feniks). Hiermee wordt verwezen naar de mythische vogel die telkens verjongd uit zijn as herrees: de kunst maan wordt gebouwd uit de reserveonderdelen van de vernietigde exemplaren.
Waterpomp
De Universiteit Twente (UT) in Enschede heeft een waterpomp voor derdewereld landen ontwikkeld. De nieuwe pomp kost nog geen honderd gulden en is uit eenvoudige materialen opgebouwd. Het apparaat wordt door waterkracht aangedreven en draait 24 uur per dag. De opbrengst is honderd emmers water per dag.
De waterpomp is volgens het zogeheten Breur-principe ontworpen. De pomp staat in verbinding met een beekje. Het water stroomt in een trechter en via het overdruk principe stoot de uitlaatklep van de pomp voortdurend water uit.
Met de door de werkgroep Ontwikkelings Technieken ontwikkelde waterpomp is het mogelijk niveau verschillen tot tien meter te overbruggen. Volgens de ontwerpers is de slijtage aan de onderdelen nihil en zijn ze bovendien makkelijk te vervangen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's