Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van kwaad tot erger in Bulgarije na 1989

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van kwaad tot erger in Bulgarije na 1989

Groot deel bevolking hielp socialisten eerste hervormingsopzet te blokkeren

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

APELDOORN - Op 19 april gaan de Bulgaren naar de stembus. Vervroegd kiezen ze dan een nieuw parlement De achtergrond? De dramatische politieke en sociaal-economische neergang van het Balkanland. Het decor van een voorbeschouwing onder de titel: Fiasco en nieuw begin in Bulgarije.

Na de omwenteling van 1989 leek Bulgarije eerst gelijke tred te kunnen houden met het hervormingselan van de Midden-Europese staten. Sinds 1993 raakte Sofia echter almeer achterop én vanaf 1996 was er zelfs sprake van een ontmoedigende terugval.

Aan deze ontwikkeling lagen externe en interne factoren ten grondslag. Geopolitiek bekeken is Bulgarijes ligging ongunstig. Op het schaakbord van de grote mogendheden was het land in de vorige eeuw nog een interessante, lastige pion. Maar na 1989 lag Bulgarije voor de meeste Britten, Fransen en mogelijk ook voor de Duitsers buiten het gezichtsveld. Bulgarije wekt niet dezelfde belangstelling in het Westen zoals bijvoorbeeld het geval is met de Baltische staten of misschien zelfs met buurland Roemenië. Bovendien leed Sofia veel schade door het internationale embargo tegen Belgrado in de achterliggende jaren.

Bulgarijes achterstand op Polen, Tsjechië of Hongarije laat zich evenwel vooral van binnenuit verklaren. En die situatie vloeit weer voort uit ’s lands lastige historische erfenis. De eeuwen van de Osmaanse (Turkse) heerschappij vormden en vormen tot op vandaag een zware hypotheek voor het land. Vijfhonderd jaar was Bulgarije afgesneden van de culturele ontwikkeling in Europa!

Pas in 1878 won het noorden van Bulgarije zijn vrijheid terug. Het zuiden volgde in 1885. De Balkanoorlogen en de beide wereldoorlogen van onze eeuw doorkruisten een gestadige nationale ontplooiing. Toen Bulgarije binnen de invloedssfeer van de Sowjet-Unie kwam te liggen, konden zijn burgers niet op een solide democratische traditie bogen.

„Joviale bruutheid”

In de volgende veertig jaar gold Moskou voor Sofia als hét toonbeeld van beschaving, ontwikkeling. Met het Westen onderhielden de Bulgaren in deze communistische periode slechts zeer selectieve betrekkingen. Geheel anders dan de zusterpartijen in Polen of Hongarije stond de Bulgaarse Communistische Pattij (BCP) totaal niet open voor vernieuwingen, experimenten. „Zij regeerde met joviale bruutheid”, vat een insider treffend samen. Haar voorman, Todor Zjivkov, wenste zijn land zo nauw mogelijk aan de Sowjet-Unie te binden.

Afgeschermd van het Westen, zijn de Bulgaren geïndoctrineerd in de geest van Stalin en diens inheemse instrument Georgi Dimitrov, in de geest van Brezjnev en zijn kameraad/zetbaas Todor Zjivkov. Met name op het platteland hebben zij nauwelijks van iets anders gehoord dan het marxismeleninisme. Dissidenten in de engere zin van het woord meldden zich niet, wel nonconformisten die zich tekenend genoeg binnen de grenzen van het socialisme bewogen.

Vóór 1989 lag de Bulgaarse economie duidelijk onder het niveau van Polen, Tsjechoslowakije en Hongarije. Zij was bovenmatig op de Sowjet-Unie en het economische samenwerkingsverband van Moskous satellieten in de regio gericht. Die zeer eenzijdige oriëntatie hield Sofia nog stug vol toen de Hongaren al druk bezig waren westerse markten te verkennen.

De ineenstorting van het communisme in Midden- en Oost-Europa in 1989 overviel Bulgarije. Het land was totaal niet op democratie voorbereid. Het miste de ervaringen van de Polen (de vrije vakbeweging Solidariteit) en de Tsjechen (de Praagse Lente van 1968). Een krachtige anticommunistische elite ontbrak. Pas na de val van Zjivkov moesten in Bulgarije in allerijl nieuwe partijen uit de grond worden gestampt.

De eerste vrije verkiezingen in Bulgarije kenden een andere afloop dan in de ex-communistische landen van Midden-Europa. De postcommunisten, verenigd in de Bulgaarse Socialistische Partij (BSP), wonnen!

De BSP presenteerde zich als een moderne westerse partij. „Een kwestie van zelfbedrog of wellicht het opzettelijk om de tuin leiden van anderen”, vonnist een Bulgaarse waarnemer.

In eigen ogen hadden de Bulgaarse socialisten overtuigend afstand genomen van dé falende leer, het marxisme- leninisme. Hun inheemse critici oordeelden totaal anders. Daarom heten BSP’ers tot op vandaag in de wandel ”communisten”.

De feiten liegen er trouwens niet om. Even afgezien van de Socialistische Partij van Servië (het bolwerk van president Slobodan Milosevic) telt geen andere postcommunistische partij in Oost-Europa zoveel ex-leden van de communistische moederpartij binnen haar gelederen als juist de BSP. Een entourage van pro-socialistisch ingestelde banken, industriële ondernemingen en dagbladen verschafte de machtsbeluste ex-communisten extra ruggensteun.

Gemiste kans

En passant hebben de Bulgaarse socialisten hun verleden sterker verdrongen dan opgehelderd. „In hun machtswil stellen zij zich eerder sluw dan redelijk op”, vertelt een westerse Bulgarijekenner. „De Socialistische Partij speelt in op de pro-Russische gezindheid van een deel van de bevolking. Een sympathie die zich baseert op de illusie dat Rusland evenals in 1878 en 1944 als Bulgarijes redder in de nood wil figureren. De gerichtheid op Moskou en de onwil van de BSP om zich te hervormen hebben tot een diepe splijting van de samenleving geleid. De voormalige communisten en de anticommunisten staan sinds 1989 als twee vijandige volksgemeenschappen tegenover elkaar”.

De eerste socialistische regering onder Andrej Loekanov faalde in 1990 jammerlijk. Zij bezorgde de bevolking de beruchte ”Loekanov-winter”. Een ware schaarsteperiode…

Maar ondanks deze ervaring met de socialisten won de Unie van Democratische Krachten (SDS) de tweede vrije Bulgaarse stembusronde maar nipt van de BSP. De nieuwe premier Filip Dimitrov opteerde voor een uitgesproken westerse koers. Van dat voornemen kwam uiteindelijk niets terecht door massieve tegenwerking van de voormalige communisten, de ”rode” economische elite, de media en de vakbonden.

Aan het falen van dit eerste serieuze nationale hervormingsinitiatief droegen overigens ook anticommunisten grote schuld! Bulgarijekenner dr. Heinz Brahm concludeert: „Zelfs veel liberalen binnen én buiten de SDS rustten niet voordat ze de regering-Dimitrov ten val hadden gebracht. Een groot deel van de Bulgaren, daaronder ook anticommunisten, hielden de afkeer van de SDS van de restanten van het communisme, lees corruptie en slabakken, voor een overbodig radicalisme, wellicht zelfs voor een gevaar. Hervormingen zoals die in Polen, Hongarije of in Tsjechoslwakije werden doorgevoerd, waren te veel gevraagd. Men wilde niet de volle prijs voor de economische en politieke omvorming betalen, hoogstens de helft en nog liever slechts een kwart”.

De privatisering, de sanering van ’s lands banken werden op de lange baan geschoven. Voor die gemiste kans, voor dat kostbare tijdverlies, moeten de Bulgaren vandaag de dag zwaar boeten.

Eerste artikel over ”Fiasco en nieuw begin in Bulgarije”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 7 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Van kwaad tot erger in Bulgarije na 1989

Bekijk de hele uitgave van maandag 7 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's