Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Asociaal en egoïstisch als ambtenaren te koop zijn”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Asociaal en egoïstisch als ambtenaren te koop zijn”

Vernieuwde rijksrecherche wil zich meer op hardere corruptie richten

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De rijksrecherche wil zich meer dan nu op de hardere corruptie richten. Vanaf september 1996 verzamelt een eigen inlichtingendienst informatie over het omkopen van ambtenaren en bestuurders. Voor de rijksrecherche is een grootse toekomst weggelegd, meent directeur mr. D. Pijl zonder cynisme.

Corruptie noemt hij „ontzettend misselijk makend”. Mr. Dick Pijl, sinds 1 april vorig jaar landelijk directeur van de rijksrecherche: „Het heeft te maken met een grove schending van vertrouwen. Ambtenaren zijn aangesteld om de belangen van alle burgers te dienen. Het is asociaal en egoïstisch als ambtenaren te koop zijn voor de meest biedende. Daarom is het schaamteloos en onvergeeflijk als politiemensen de belangen dienen van diegenen die de wetten overtreden”.

Jubileum

Met een speciale bijeenkomst vierde de rijksrecherche eind maart haar honderdjarig bestaan. Na de ministers van justitie en binnenlandse zaken feliciteerden genodigden uit de opsporings wereld de dienst op een besloten eeuwfeest in Noord wijk er hout. De bijeenkomst was niet toegankelijk voor de pers. Dat is kenmerkend voor de grote terughoudendheid van deze bijzondere ambtenaren van politie.

Die terughoudendheid bevalt Pijl wel. Maar hij vindt dat er ten onrechte altijd een waas van geheimzinnigheid rond de rijksrecherche heeft bestaan. In beginsel hebben wij niets te verbergen, zegt hij. Toch geeft de rijksrecherche zelf weinig of geen ruchtbaarheid aan haar werk. Een van de lopende onderzoeken bijvoorbeeld betreft de mogelijke corruptie van de chef van een criminele inlichtingendienst binnen het Korps Landelijke Politiediensten. Daarover wil de directeur van de rijksrecherche geen woord kwijt.

Een geruchtmakende uitzondering op de geslotenheid was het onderzoek van het zogeheten Fort-team naar de Regionale Criminele Inlichtingendienst (RCID) Ken nemer land. Ondanks het verzet van minister Dijkstal van binnenlandse zaken werd het rapport uiteindelijk in het voorjaar van 1996 vrijgegeven. Hoewel de onderste steen niet bovenkwam, geeft het rapport een onthutsend beeld van het doen en laten van het ‘konings koppel’ Langendoen en Van Vondel.

Misbruik

Pijl, leider van het Fort-team, komt uit een ‘politie nest’. Zijn vader werkte 38 jaar bij de Rotterdamse recherche. Zelf doorliep Pijl na een rechtenstudie gedurende veertien jaar verschillende afdelingen binnen het korps in Rotterdam. In 1989 deed hij zijn eerste, schokkende ervaring op met corruptie. Een gezamenlijk onderzoek met de rijksrecherche leidde tot de ontmaskering van een brigadier die zich systematisch liet betalen door de onderwereld.

De huidige directeur hernieuwde de kennismaking met de rijksrecherche in 1991. Hij stapte toen over naar het parket van de procureur-generaal in Den Bosch. Vorig jaar volgde zijn benoeming tot landelijk directeur van „het kleinste zelfstandige onderdeel van de Nederlandse politie”.

In het boek dat ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de rijksrecherche verscheen, zegt Pijl: „Wat mij persoonlijk sterk motiveert in mijn werk, is dat de rijksrecherche zich met de bestrijding van iets heel essentieels bezighoudt: corruptie, dat wil zeggen misbruik van macht. (…) Corruptie betekent dat je je aan de meest biedende verkoopt. Ik vind dat een grote misstand”. In zijn werkkamer in het gerenoveerde gebouw van het kantongerecht in Tiel voegt hij daaraan toe: „Het klinkt misschien wat pathetisch, maar ik heb een sterk gevoel voor rechtvaardigheid”.

Midden op de vergadertafel staat een miniatuur van de vlag met het nieuwe logo van de opsporingsdienst: op een (politie)blauwe achtergrond een gouden, dubbele ”R”. Er is heel wat uitleg voor nodig om in het beeldmerk de gestileerde haan te zien, zoals bedoeld door de ontwerpers. „Altijd wakker, waarschuwend en alert”, licht beleidsmedewerker drs. Anja Roubos toe.

Onderzoeken naar corrupte politiemensen bepalen nogal eens het beeld van de rijksrecherche. Velen zien de opsporingsdienst als ”politie van de politie”. De werkelijkheid is rijker geschakeerd. Ongeveer de helft van de vierhonderd onderzoeken per jaar richt zich op andere ambtenaren en bestuurders. Wanneer de integriteit van de overheid in het geding is, wordt de rijksrecherche ingeschakeld.

Bij stands team

Met de reorganisatie van de politie in 1994 onderging ook de rijksrecherche een ingrijpende verandering. Op advies van de consultants Andersson, Elffers, Felix (AEF) is de rijksrecherche omgevormd tot een landelijke dienst. Voorheen beschikten de procureurs-generaal in de vijf ressorten over een eigen team rijksrechercheurs, dat zij naar eigen goeddunken konden inzetten.

Binnenkort verschijnt een circulaire van de beide politie ministers die duidelijk maakt wanneer de rijksrecherche moet worden ingeschakeld. Er zijn gevallen waarin de dienst altijd moet worden ingezet. Pijl: „De nadruk ligt daarbij op corruptie onderzoek bij opsporing instanties zoals de politie, het gebruik van vuurwapens en celdoden. Maar ook kan de rijksrecherche worden ingezet voor bijvoorbeeld misdrijven die zijn gepleegd binnen het openbaar bestuur”.

De directeur van de rijksrecherche wil met zijn onafhankelijke opsporingsdienst meer dan vroeger terechtkomen in „de hardere corruptie zaken”. Hij vertelt over de vorming van een ”rapid reaction force”, een bij stand steam, dat in ernstige gevallen onmiddellijk kan worden ingezet. De nieuwe inzet criteria, die in concept gereed zijn, laten volgens hem te veel ruimte voor minder ernstige zaken. Er blijft, vindt Pijl, nog te veel over: de greep in de kas van het korps of verduistering van in beslag genomen voorwerpen. „Als elke hoofdofficier van justitie volgens de nieuwe criteria zou handelen, zouden wij drie tot vier keer zo groot moeten worden”.

Pijl twijfelt aan de mogelijkheden voor de dienst, die nu zo’n zestig rijksrechercheurs telt, om veel te groeien. In afwijking van de gewone poltiie valt zowel het beheer als het gezag over de rijksrecherche onder het openbaar ministerie. Alleen daarom al zit Binnenlandse Zaken niet op een grotere rijksrecherche te wachten, aldus Pijl. „Ik denk wel dat een bescheiden groei op z’n plaats is”.

Marktaandeel

Terwijl de rijksrecherche de ergste inbreuken op de integriteit van de overheid onderzoekt, hebben veel regionale politie korpsen inmiddels ook zelf voorzieningen getroffen. Binnen de korpsen stellen deze Bureaus Interne Onderzoeken (BIO’s) zelf disciplinair en strafrechtelijk onderzoek in.

Het ‘marktaandeel’ van de rijksrecherche zal hierdoor niet worden verkleind, verwacht Pijl. Als het echt ernstig wordt, meent hij, is de rijksrecherche als onafhankelijke opsporing dienst onmisbaar. De directeur van de rijksrecherche verkiest periodiek overleg boven concurrentie met de BIO’s van de politie. „In een vroeg stadium kan dan worden aanbevolen welke aanpak het meeste succes heeft. Zolang de rijksrecherche haar onafhankelijkheid behoudt, hoeven zich geen problemen voor te doen in de samenwerking”.

Schrikbeeld

Een opmerkelijke vernieuwing binnen de rijksrecherche is de oprichting van een eigen inlichtingendienst (ID). Vanaf september vorig jaar verzamelt deze ID informatie over omkoping binnen de overheid. In verband hiermee zijn schrikbeelden opgedoemd. Van een rijksrecherche die lukraak informanten werft bij gemeenten, politie korpsen en ministeries.

De parlementaire enquête commissie opsporings methoden deed begin vorig jaar in haar eindrapport nog de aanbeveling geen eigen criminele inlichtingendienst voor de rijksrecherche op te richten. „Het is ongewenst dat de rijksrecherche zelf informanten gaat runnen”, aldus de PEC onder leiding van de PvdA’er Van Traa.

„Zekere angst”

Niettemin begon een halfjaar later de ID zijn werkzaamheden. Pijl bespeurt hier en daar „een zekere angst” om „een volwassen inlichtingendienst” bij de rijksrecherche neer te zetten. De voorgeschiedenis van de ID gaat terug tot 1993. Een werkgroep adviseerde dat de rijksrecherche met een criminele inlichtingendienst (CID) deel zou gaan uitmaken van het CID-netwerk van de gewone politie. Het verlenen van CID-status aan de rijksrecherche moest de gezamenlijke bestrijding van corruptie ten goede komen.

Toen in maart 1995 een nieuwe CIDregeling voor de politie van kracht werd, bleek de rijksrecherche daarin niet opgenomen. De achtergrond hiervan is moeilijk te achterhalen. Uiteindelijk kreeg de rijksrecherche een ID, zonder de toevoeging ”criminele”. In een brief aan de gewone CID’s heeft de top van het openbaar ministerie de politie opgeroepen deze ID ter wille te zijn. Directeur Pijl is „weinig gelukkig” met de gang van zaken. „Er is geen duidelijk standpunt over de status van onze ID”.

Ondersteuning

Pijl benadrukt dat de ID vooral lopende onderzoeken van de rijksrecherche ondersteunt met informatie. Hij wijst erop dat de inlichtingendienst daarbij onder het gezag van het openbaar ministerie staat. Overigens lijkt de rijksrecherche zich met de oprichting van de inlichtingendienst op dooiend ijs te begeven. Wanneer de nieuwe Wet op de politie registers van kracht wordt, valt er volgens Pijl weinig meer te doen voor zijn ID.

Volgens het wetsontwerp mogen criminele inlichtingendiensten alleen informatie opslaan wanneer deze betrekking heeft op misdrijven waarop een maximumstraf staat van acht jaar. Corruptie valt daar niet onder. De rijksrecherche zou dan ten minste moeten worden toegestaan een ”integriteits register” aan te leggen, aldus Pijl. Een register met ‘zachte’ informatie over corruptie. Pijl: „We willen toch serieus werk maken van corruptie bestrijding?”

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

„Asociaal en egoïstisch als ambtenaren te koop zijn”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's