Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor elke portemonnee een keuken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor elke portemonnee een keuken

Bruynzeel-directeur J. Vroom: „Ideeën van klanten zijn niet altijd het handigst”

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een vroeger zwak voor Lego lijkt een pre bij het uitzoeken van een nieuwe keuken. Een deurtje zus en een kastje zo: de hele inrichting kan in principe naar eigen wens en inzicht worden gemaakt. Zelfs een nieuwe kleur laten mengen voor het schilderwerk is geen probleem. Keukenfabrikanten stellen alles in het werk om ieders keukendroom in vervulling te laten gaan. Mits de portemonnee van de klant dik genoeg is.

De inbouwkeuken is in zestig jaar tijd helemaal ingeburgerd. In de geschiedenis van het Hollandse huishouden verdient het eerste exemplaar een standbeeld. De bedenkers van deze keuken, Kees Bruynzeel en zijn rechterhand architect Piet Zwart, zetten in 1937 de eerste stap op weg naar een totaal andere inrichting van het kloppende hart van iedere woning.

„Door fabrieksmatig te werken werden de keukens beter én goedkoper. Daardoor konden ze uiteindelijk gemeengoed worden”, zegt J. Vroom, directeur van Bruynzeel Keukens en Kasten in Bergen op Zoom. De opmars van de in series gemaakte keukens ging gepaard met een toename van het aantal listig verstopte apparaten, die het huishouden de afgelopen decennia aanmerkelijk comfortabeler hebben gemaakt.

Het ontstaan van de eerste inbouwkeuken heeft alles te maken met de interesse van Kees Bruynzeel, zoon van de man die precies honderd jaar geleden het bedrijf oprichtte. „Hij was een pionier op het gebied van het ontwikkelen van houten producten”, weet Vroom, die al veertig jaar bij Bruynzeel werkt. In de jaren twintig startte hij met de fabrieksmatige productie van deuren. Voordien werden die door een timmerman op de bouwplaats gemaakt. Voor keukens gold hetzelfde. „Dat kostte veel meer uren. Elk kastje werd apart gemaakt. Bruynzeel bedacht een standaardsysteem, waardoor er sneller en beter kon worden gewerkt”.

De hedendaagse inbouwkeuken heeft veel gemeen met de eerste modellen, maar er zijn bok grote verschillen. In de begintijd werd er bijvoorbeeld sterk met standaardmodellen gewerkt, die bovendien maar in een paar kleuren werden geleverd. Het gebruikte materiaal was veelal massief: echt hout of triplex. Tegenwoordig kunnen keukens voor elke situatie tot op de millimeter nauwkeurig worden gemaakt en kan een klant kiezen uit tientallen kleuren, desgewenst naar eigen voorkeur gemengd. Spaanplaat is nu een belangrijk materiaal, al bestaat er volgens Vroom een groeiende voorkeur voor duurzaamheid.

In principe is bij het uitzoeken van een nieuwe keuken alles mogelijk, als er maar voor betaald wordt. Vroom denkt dat het toppunt van de trend van individualisme onderhand wel is bereikt. „Meer op maat gemaakt dan nu kan bijna niet”. Hij verwacht dat de ontwikkeling de komende jaren richting meer standaardisatie gaat. „Het voordeel daarvan is dat je voor dezelfde prijs dan een wat hogere kwaliteit kunt leveren. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het gebruikte materiaal. We merken sowieso dat klanten bij het uitzoeken van een keuken meer oog krijgen voor duurzaamheid”. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de interesse voor een model dat gemaakt is van massief gelakt hout. „Die keuken hebben we behoorlijk gestandaardiseerd, om het betaalbaar te houden”. Desondanks groeit de belangstelling.

Inbouwfriteuse

Standaardisatie heeft ook als positief effect dat een ontwerp meer doordacht is. „Eigen ideeën van klanten zijn niet per definitie het handigst”. Wie voor meer standaardwerk kiest, moet wel voor lief nemen dat de keuken niet meer „tot op de millimeter nauwkeurig” de beschikbare ruimte vult.

Bruynzeel maakt keukens voor iedere portemonnee. Ze zijn te vinden in doorsnee huurhuizen, maar ook in vrijstaande bungalows. In prijs variëren ze van een paar duizend gulden tot een ton. De goedkoopste modellen zijn heel sober: geen luxe apparaten en materialen. De duurste kunnen in elke opstelling worden geleverd en worden desgewenst voorzien van een inbouwfriteuse, om maar een voorbeeld te noemen. Ongeveer de helft van de omzet is afkomstig van het standaardassorriment, de rest is toe te schrijven aan de meer luxe modellen.

Voor particulieren die zelf een keuke n komen uitzoeken, heeft Bruynzeel door heel het land showrooms ingericht. Producten van het bedrijf worden ook via doehet- zelfketens verkocht. Bovendien levert de fabrikant rechtstreeks aan woningbouwverenigingen en aannemers. Volgens Vroom is het bedrijf in de Benelux de grootste fabrikant van inbouwkeukens.

In Nederland was het bedrijf niet alleen het eerste dat met inbouwkeukens begon, lange tijd was het ook de enige onderneming die zich hiermee bezighield. „Voor de oorlog waren onze keukens alleen betaalbaar voor de bovenlaag van de bevolking. Daarna was dat niet meer het geval. De massaproductie kwam toen echt op gang”. Al vrij snel werd de eenvoudige versie, de Monta-keuken, volgens Vroom gemeengoed. „Ze werden op grote schaal ingebouwd in de sociale woningbouw”.

Inspraak

Van concurrentie was -heel anders dan nu- nauwelijks sprake. „Tot eind jaren zestig waren wij de belangrijkste leverancier. Duitse fabrikanten die nu heel sterk zijn, werkten toen nog nauwelijks buiten de grenzen. Ze waren nog in de fase van wederopbouw”. Vroom denkt dat de luxe positie waarin Bruynzeel lange tijd verkeerde, uiteindelijk het bedrijf in het ongeluk heeft gescort. „Je wordt arrogant, als je de onbetwiste leider bent. Dat heeft de slagvaardigheid geen goed gedaan”.

Ook het gebrek aan consumentgerichtheid was niet in het voordeel van Bruynzeel. „Een keuken werd vooral met het oog op de technische aspecten ontworpen. Er werd meer op de wensen van de architect dan op die van de consument gelet. We leverden rechtstreeks aan de bouwnijverheid: als je een huis kocht, zat de keuken er al in”. Hij tekent daarbij aan dat deze benadering in de jaren zestig vrij algemeen was. „Maar de Duitse fabrikanten deden het anders, die gaven de consument wél inspraak”.

Maatwerk

Uiteindelijk deed het gebrek aan slagvaardigheid Bruynzeel volgens Vroom de das om. Het bedrijf dat behalve keukens onder meer ook potloden, vloeren en deuren maakte, ging failliet. Vroom nam het initiatief om -wat de keukens betreftte redden wat er te redden viel. „Ik kon niet begrijpen dat een bedrijf als het onze stuk moest. Dat het goedkoper is om textiel buiten de grenzen te laten maken, is verklaarbaar. Bij keukens ligt dat heel anders. Het gaat om volumineuze producten en om veel maatwerk. Het moest mogelijk zijn om zo’n industrie op de been te houden, dacht ik”.

Hij kreeg gelijk. De bewindvoerders stelden Vroom aan als directeur en het bedrijf was al spoedig uit de verliezen. „We gingen failliet in ’82. Daarna hebben we niet meer in de rode cijfers gezeten”. Het was een moeilijke tijd, herinnert Vroom zich. „Er zijn veel mensen op straat komen te staan. De emotionele betrokkenheid, hier in de omgeving van Bergen op Zoom, was groot”.

In de historie van Bruynzeel was 1982 een omslagpunt. De consument die voorheen weinig had in te brengen, stond opeens in het middelpunt van de belangstelling. De vrijwel onbeperkte keuzeen variatiemogelijkheden zijn daarvan een uitvloeisel. Die aanpak is niet zonder succes gebleven. „Maar het vraagt wel veel meer inspanning. Het is eenvoudiger en efficiënter om grote series te maken”, meent Vroom.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 31 Pagina's

Voor elke portemonnee een keuken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 31 Pagina's