Turkse minister mild over brand Den Haag
Relatie met Nederland staat niet onder druk
DEN HAAG - De Turkse minister die belast is met het mensenrechtenbeleid, Esengün, verwacht niet dat de brand in de Haagse Schilderswijk, waarbij zes Turkse gezinsleden de dood vonden, een negatieve invloed zal hebben op de relatie tussen zijn land en Nederland. De bewindsman is inmiddels veel milder gestemd over de brandstichting dan een aantal dagen geleden.
Dat bleek gisteren nadat Esengün overlegd had met premier Kok en met de vaste kamercommissie voor buitenlandse zaken. De minister is als hoofd van een Turkse delegatie in ons land om zich op de hoogte te stellen van de vorderingen in het onderzoek naar de brandstichting vorige week. Esengün is ervan overtuigd dat de Nederlandse autoriteiten zich volledig inzetten om de brandstichters op te sporen. De „vastberadenheid” waarmee dat gebeurt, stemt de Turkse bewindsman tot tevredenheid.
De woorden van de minister voor de mensenrechten staan in contrast met de uitlatingen die hij enkele dagen geleden deed. Esengün, die lid is van de islamitische Welvaartspartij, zei dat Nederland zijn kritiek op de mensenrechten in Turkije moet matigen als zijn landgenoten in Nederland onvoldoende bescherming kunnen krijgen tegen brandstichting.
De Turkse premier, Erbakan, die ook lid is van de Welvaartspartij, suggereerde dat Nederland de brandstichting gebruikt om tegen de islam op te treden. Zowel in het overleg met premier Kok als met de Tweede Kamer, heeft Esengün deze beschuldigingen niet herhaald.
Gissen
Esengün zei gisteren wel dat velen in Turkije denken dat de brand uit racistische overwegingen is aangestoken. Maar die beschuldiging is op dit moment niet hard te maken, zo bleek uit de woorden van de bewindsman. Hij is er ten volle van overtuigd dat de Nederlandse autoriteiten alles in het werk stellen om de daders van de brandstichting op te sporen. „We kunnen niets zeggen over de vraag of de brand uit racistische overweging is aangestoken. We kunnen slechts gissen tot de feiten bekend zijn”, aldus de Turkse minister. Hij toonde zich zelfs verheugd over de inzet waarmee de politie naar de daders zoekt.
De voorzitter van de vaste kamercommissie, het PvdA-kamerlid Van Traa, zei ook dat Esengün veel milder was dan in de afgelopen dagen. „De minister was veel vriendelijker dan het afgelopen weekeinde. Deze kwestie verandert op zich ook niets aan ons standpunt over de mensenrechten in Turkije”, aldus Van Traa. De commissie heeft de Turkse minister duidelijk gemaakt dat de afkomst van de slachtoffers voor de opsporing en berechting van de daders voor de Tweede Kamer en voor Justitie niets uitmaakt.
Ambassadeur
Het Turkse ministerie van buitenlandse zaken heeft dinsdag de Nederlandse ambassadeur in Ankara op het departement ontboden om hem op het hart te drukken dat de Nederlandse regering alles in het werk moet stellen om de daders van de brand in Den Haag te vinden.
Ook is er bij de ambassadeur op aangedrongen dat de regering in Den Haag „maatregelen neemt voor de effectieve bescherming van de Turkse burgers” in Nederland. Dat heeft de woordvoerder van het Turkse ministerie van buitenlandse zaken, Omer Akbel, gisteren meegedeeld. Ook de Duitse ambassadeur in Ankara is dinsdag bij het ministerie ontboden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's