Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een kloof van onwetendheid en angst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een kloof van onwetendheid en angst

Indiërs en Pakistanen hebben beeld van elkaar dat „de anderen” demonen zijn

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ISLAMABAD - Toen Farida Ahmad voor het eerst naar India ging, waren sommige mensen daar verbaasd dat zij geen sluier droeg, zegt ze. Ze hadden gehoord dat alle moslimvrouwen m Pakistan door hun mannen verborgen werden gehouden. Toen ze terugkwam, waren Pakistaanse vrienden net zo verbaasd om te horen dat het leven in de bruisende Indiase stad Calcutta, voorzover zij had kunnen vaststellen, niet geregeerd werd door kastenverschillen.

Ahmad, een zakenvrouw uit Islamabad, had de kloof van onwetendheid overbrugd die burgers van Pakistan scheidt van burgers van India. Hun regeringen zitten elkaar al dwars sinds beide lar.Jen in 1947 onafhankelijk werden van Groot-Brittannië. Driemaal ontaardde de vijandschap in oorlog.

„Het beeld dat in India over Pakistanen is geschapen, en evenzo in Pakistan over Indiërs, is dat de anderen demonen zijn”, zegt Ahmad, die actief is in een particuliere organisatie die vanuit beide landen probeert betere betrekkingen op te bouwen. Het is illustratief voor de gespannen verhoudingen dat de groep slechts tweemaal toestemming heeft gekregen voor een uitwisseling - een bijeenkomst in Pakistan in 1995 en de door Ahmad bijgewoonde conferentie in Calcutta in 1996. Visa voor bezoeken over en weer worden bijna niet afgegeven, met als reden gevaar van terreuraanslagen.

Sinds vorig jaar in beide landen nieuwe regeringen aan de macht zijn gekomen, was de hoop op een dooi in de betrekkingen toegenomen en afgelopen vrijdag werden bilaterale onderhandelingen die drie jaar geleden waren vastgelopen, in New Delhi heropend. Helaas viel de bijeenkomst samen met een politieke crisis voor de regering van de Indiase premier Deve Gowda en werd er wellicht mede daardoor geen doorbraak bereikt. Volgens de Pakistaanse minister van buitenlandse zaken, Shamshad Ahmed, hebben de partijen over alles gepraat en afgesproken elkaar opnieuw te ontmoeten in Islamabad. Maar meer dan een lichte versoepeling van de reisbeperkingen door India heeft de nieuwe toenadering tot dusver niet opgeleverd.

Propaganda

„De enige indrukken die we van elkaar hebben zijn indrukken uit de tweede hand”, zegt Tariq Rahman, een Pakistaanse taalkundige die is gespeciahseerd in de talen van Pakistan en India, maar die nog nooit toestemming heeft gekregen om India te bezoeken. In Pakistan heeft dat tot gevolg, zegt Rahman, dat zijn landgenoten zelden vraagtekens zetten bij de officiële propaganda die beweert dat India de opdeling van het oude Brits-Indië nooit heeft kunnen verkroppen en Pakistan terug wil hebben, te beginnen met Kashmir. Indiase leiders als Jawaharlal Nehru hebben zich inderdaad tegen de deling verzet, maar India heeft deze officieel aanvaard en erkent Pakistan als soeverein land.

In Pakistan wordt in januari de ”Dag van Solidariteit met Kashmir” gevierd, een vrije dag gewijd aan de moslimregio die door de twee landen wordt opgeëist en thans tussen beide is verdeeld. Dit jaar liet de televisie videobeelden zien van huizen die in brand zouden zijn gestoken door Indiase „bezettingstroepen”. Daarmee werd een verklaring van het ministerie van buitenlandse zaken, daags tevoren, dat Pakistan betere betrekkingen met India nastreeft, tenietgedaan.

Vrees voor India moet worden overwonnen, zegt Rahman. „Het is in wezen een ontwikkehngsvraagstuk, want het geld dat wij en India aan ontwikkeling uitgeven is te verwaarlozen”, zegt hij. „Als we geld bij defensie zouden weghalen en aan ontwikkeling uitgeven, zou dat voor de hele regio veel kunnen betekenen”. Uit een door de VN samengesteld, overzicht van overheidsuitgaven in de periode 1990-95 blijkt dat Pakistan 1 procent van zijn begroting besteedt aan volksgezondheid en 2 procent aan onderwijs, terwijl er 31 procent naar defensie gaat. In het veel dichter bevolkte India krijgen volksgezondheid en onderwijs ieder 2 procent en defensie 15 procent. Veel geld gaat naar kernwapenonderzoek, dat zowel Pakistan als India zegt nodig te hebben voor hun zelfverdediging.

Samengeleefd

S. Dasgupta, een gepensioneerde museumsuppoost uit New Delhi, zegt dat degenen die nu Indiërs en Pakistanen zijn, ooit „op broederlijke wijze samenleefden”, zonder dat er raketten, al dan niet geladen met kernkoppen, op elkaar gericht stonden.

Maar in 1947 betoogden moslimleiders dat hun mensen in een overwegend hindoeïstisch India gediscrimineerd zouden worden en eisten zij voor hen een eigen staat. En in de jaren voor de deling liep de discussie over de vraag of moslims en hindoes al dan niet samen zouden kunnen leven, uit op gewelddadige botsingen. „Er dreven talloze lijken in de rivieren. De jakhalzen konden ze niet opeten, zo veel waren het er”, zegt Dasgupta, een hindoe die als tiener vluchtte uit het toenmalige Oost-Pakistan, nu Bangladesh. „Pakistan is alleen voor moslims, niet voor hindoes, was toen de leus”, zegt hij.

Dasgupta’s familie liet haar boerderij achter en begon in India opnieuw. Hij herinnert zich dat duizenden hindoes op weg naar India duizenden moslims tegenkwamen die de andere kant uit vluchtten.

De strijd tussen hindoes en moslims duurt nog voort in India, waar 104 van de 950 miljoen inwoners moslim zijn - bijna evenveel als de overwegend islamitische bevolking van Pakistan.

Afleiding

Dasgupta’s dochter Aradhana Majumdar probeert haar ideeën niet te veel te laten beïnvloeden door de herinneringen van haar ouders, zegt zij. Ze denkt dat de spanningen kunstmatig in stand zijn gehouden om de aandacht van de gewone mensen af te leiden van politieke mislukkingen die ervoor hebben gezorgd dat India en Pakistan tot de armste landen ter wereld behoren. „Als onze leiders ons kwamen vertellen dat Pakistan van plan was een kernbom op ons te gooien, natuurlijk zouden we dan bang zijn. En dat is wat de Pakistanen over India horen - dat India wil aanvallen”, zegt Majumdar. „Politici aan beide kanten zijn meer geïnteresseerd in het behouden van hun positie dan in de toekomst van hun land”. Het Indisch schiereiland was geen eenheidsstaat toen de Britten er arriveerden, maar een verzamehng vorstendommen, sommige geregeerd door hindoes, andere door moslims. Maar Rajiv Vora, een onderzoeker van de Gandhi Vredesstichting in New Delhi, zegt dat de eis van de moslims om Brits Indië te delen veel hindoes heeft overtuigd van religieuze vooringenomenheid bij de moslims. Maar nu, zegt hij, moeten Indiërs en Pakistanen hun meningsverschillen achter zich laten en werken aan het ideaal van onafhankelijkheidsstrijder Mohandas Gandhi, die het nieuwe India zag als een losse federatie van staten, waarin hindoes, moslims en andere groepen in welvaart kunnen samenleven.

„We hebben geen vrijheid bereikt om elkaar politieke vliegen af te vangen”, zegt Vora. „We hadden grotere dromen en die hebben we nog. Ik ben er zeker van dat mensen in Pakistan ook nog steeds grotere dromen hebben, omdat we ooit samen droomden, als één volk”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Een kloof van onwetendheid en angst

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's