Niet goed? Geen geld terug
„Ik ben niet alleen gediscrimineerd, ik voel mij ook gediscrimineerd. Daarom wil ik mijn lesgeld terug”. Het huilen staat mevrouw Kourios ter zitting nader dan het lachen.
Mevrouw vertelt de kantonrechter te Z. omstandig wat haar precies heeft bewogen om een procedure tegen autorijschool De Volharding te beginnen: „Ik heb vooraf tegen instructeur De Groot gezegd dat ik nogal wat zenuwachtig ben. Ik kom niet uit Nederland en als je dan auto wilt gaan rijden, leek mij dat best moeilijk. Prima, zei De Groot, dan geven we u eerst een opstapcursus van twintig lessen. Ik heb dat gedaan, maar ik heb het maar zestien lessen volgehouden, omdat ik er overspannen van werd. Meneer maakte steeds discriminerende opmerkingen, ik durf ze bijna niet te herhalen”.
De kantonrechter toont zich begripvol. „Ik kan me voorstellen dat u schrikt als iemand u uitscheldt, maar ik moet toch weten waarvoor De Groot u precies heeft uitgemaakt”. Nu blijkt dat de instructeur niet zijn leerling had uitgescholden maar voorbijgangers met een donkere huidskleur. Ze aarzelt nog om zijn opmerkingen voor de rechter te herhalen. Waarop de kantonrechter haar meedeelt dat hij wel wat is gewend.
Huidskleur
Mevrouw Kourios is over de streep getrokken: „Telkens als er iemand met een andere huidskleur in een wat grotere auto voorbijreed, maakte hij opmerkingen als: ”Kijk, weer een Turk in een pooierbak” of ”Kijk aan, de drugsmaffia heeft ook weer het nodige verdiend”. De Groot deed net alsof alle buitenlanders hun geld verdienen met prostitutie en drugshandel. Ik kon er niet meer tegen en ben met lessen gestopt en nu wil ik het betaalde lesgeld terug”.
De Groot gaat hier tegenin. „Ik discrimineer niet, maar ik heb een zucht van verlichting geslaakt toen mevrouw mij vertelde dat ze stopte met lessen. Ze krijgt haar geld niet terug, want ik heb aan haar niets verdiend. Pas na de vijfde les betaalde ze een voorschot, terwijl alle leerlingen vooraf de lessen moeten betalen”.
„Elke les weer vroeg ik naar het geld. Per slot van rekening ging haar man mij bedreigen en vroeg of ik soms iets tegen buitenlanders had. Ik heb geantwoord dat ik alleen maar iets had tegen wanbetalers. Waarop meneer Kourios zo kwaad werd dat hij een mes tevoorschijn haalde. De politie moest er aan te pas komen. De zaak is gesust en ik kreeg mijn geld. Toch gaf ik niet zo prettig meer les”.
Naar behoren
„Zoals gezegd was ik blij dat ze na zestien lessen besloot ermee te stoppen. Haar beslissing had niets te maken met mijn discriminerende opmerkingen. Dat kan ook niet, want die maak ik nooit”.
De rechter acht het aannemelijk dat het betalingsgedrag van mevrouw Kourios tot wrijving had geleid. Hij gelooft dat de problemen niet zozeer in de eventueel discriminerende opmerkingen zouden liggen. Daarbij komt nog dat meneer Kourios zich niet naar behoren heeft gedragen.
Maar zelfs al zouden de discriminerende opmerkingen wel zijn gemaakt (de rechter gaat er niet van uit) dan nog zou dat mevrouw niet kunnen baten. De kantonrechter oordeelt dat de discriminerende opmerkingen dan in ieder geval niet over mevrouw Kourios zijn gemaakt, maar over voorbijgangers. Zij kan dus zelf geen schade lijden. Haar vordering werd afgewezen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's