Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de kerkelijke pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de kerkelijke pers

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daniel

Van vele kansels zal morgen de boodschap van Christus’ opstanding klinken. Vele eeuwen eerder geloofden de discipelen het eerst niet. IJdel geklap noemden ze het getuigenis van de vrouwen. Toch konden zij het weten, schrijft B. S. van Groningen in ”Daniël”, het jongerenblad van de Gereformeerde Gemeenten.

Elke zondagmiddag, in de middagof avonddienst, hoor je het lezen: „Ik geloof in God, de Vader, de Almachtige. Schepper des hemels en der aarde… en in Jezus Christus…, ten derde dage wederom opgestaan uit de doden…”

Erkennen dat de Heere Jezus is op- gestaan, is een geloofszaak. Begrijpen met je verstand is onmogelijk. Uitleggen kan ook niet, dus dan blijft over: geloven of niet!

Weet je dat de meeste mensen op deze wereld niet geloven dat de Heere Jezus uit het graf is opgestaan? Zij zeggen: dood is dood. Dan is er niets meer. Bij de dood is alles voorbij. Ds. Hellenbroek zegt in zijn vragenboekje dat het meer een wensen dan een echt geloven is. Die mensen hopen maar dat er na dit aardse leven geen oordeel is, want anders loopt het slecht met hen af…

En de discipelen? Geloven die wat de Heere over Zijn opstanding gezegd heeft? Ook zij die de Heere zo vurig liefhadden, ook zij geloven het niet. Vier keer heeft de Heere Zijn lijden, sterven en opstanding voorzegd. En wat kunnen zij het moeilijk geloven. Drie jaar hebben ze onderwijs gehad en op de beste school, en toch niet op de juiste wijze Zijn lessen begrepen. Ze hadden vervolgonderwijs nodig. Denk maar aan de Emmaüsgangers. Zij hadden zo gehoopt dat Jezus de Messias was!

Maar hun hoop is de bodem ingeslagen door Zijn kruisdood. Zij hadden net als de andere discipelen een verkeerde opvatting van de Schrift.

Ze dachten aan een aardse koning, die de Romeinen zou verjagen, maar niet aan een Kruiskoning, Die de zonden zou wegdragen en Zijn Kinderen het eeuwige leven uit genade zou schenken.

De Heere Jezus praat ongeloof en twijfel van de Emmaüsgangers niet goed, maar Hij wijst wel aan waar het aan schort. Zij hadden het kunnen weten! Hij heeft alles voorzegd! Te veel naar anderen luisteren en te weinig naar Gods Woord brengt duisternis over je ziel. Door het geloof verstaan we pas de Bijbel op de enige juiste manier. Want van het begin tot het einde toe wordt verwezen naar Hem. Ook over Zijn lijden (Jesaja 53), ook over Zijn opstanding.

DoorGeven

In het blad ”Doorgeven”, met informatie over zending van de Christelijke Gereformeerde Kerken, staat een interview met prof. dr. H. G. L. Peels, rector van de Theologische Universiteit in Apeldoorn. Wordt tijdens de studie de betrokkenheid bij zending en evangelisatie vergroot?

„Dat gebeurt over de hele linie”, reageert hij. „De studie is hel belangrijkst. We zijn niet zozeer praktisch bezig, maar dwars door alle colleges heen geven we de studenten wel mee dat ze gericht moeten zijn op de overdracht van het evangelie. In het derde studiejaar krijgen ze een dubbel college missiologie en in het vierde jaar krijgen ze colleges evangelistiek. We hebben ook contacten met het zendingsbureau van onze kerken. We hebben ds. Last, onze zendingssecretaris, uitgenodigd om iets te vertellen over de zending”.

De Theologische Universiteit is er primair op gericht studenten op te leiden tot predikant. „De vraag of sommige studenten zich misschien ook geroepen voelen tot zending of evangelisatie, stimuleren wij niet, maar komt soms wel aan de orde. In onze kerken is het zendings- en evangelisatiewerk ook gekoppeld aan het predikantschap. En wie geen predikant is en toch iets wil doen op dat gebied, kan bijvoorbeeld de hulpverlening in, of zoals Hessel Visser, het bijbelvertaalwerk”.

Maar er zijn jongeren uit onze kerken die via andere wegen toch op het zendingsveld komen. Zouden wij als Christelijke Gereformeerde Kerken ons misschien eens af moeten vragen of we een mogelijkheid moeten scheppen voor mensen die zich wel geroepen weten voor zending en evangelisatie, maar die niet de weg voor zich zien om eerst predikant te worden?

Prof. Peels: „Er zijn altijd wel mogelijkheden te creëren, lijkt mij. Onze kerken zijn vrij klein, met kleine financiële middelen. Een apart missionair instituut waar jongeren een opleiding voor zending of evangelisatie zouden kunnen krijgen, is in onze kerken niet opgekomen. Maar wie weet, als er behoefte aan komt, en veel jongeren voelen zich daartoe geroepen. Misschien is het dan mogelijk dat onze kerken daar de mogelijkheid voor kunnen openen. Dat moet dan wel in de kerkelijke weg aan de orde worden gesteld. We hebben naast de ambten in onze kerken ook plaats voor mensen die op andere wijze hun gaven ten dienste van allen zouden kunnen stellen. Als het mogelijk is daar wegen voor te openen, is dat toe te juichen, mits dat geen concurrentie is voor de predikant als zendeling”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

Uit de kerkelijke pers

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's